Dit boek bevat een aantal tegenstrijdige beweringen en uitspraken die eerder in het boek geuite overtuigingen ongeloofwaardig maken. Er wordt bijvoorbeeld door de schrijver benadrukt dat een gemeente beslist geen bedrijf is maar door van zichzelf toe te geven dat hij zich van nature helemaal thuis voelt bij ondernemers en managers wordt het wel heel aannemelijk dat hij zijn eigen gemeente runt als een bedrijf. Bij het lezen van het boek wekken de beschreven werkwijzen daarom meer dan eens de sterke indruk dat er een (gemeente)bedrijf gerund wordt waarin de vele psychologische trucjes zo allesoverheersend aanwezig zijn dat ik me meer dan eens heb afgevraagd of de Heilige Geest, misschien, eventueel, ook nog een bijdrage zou mogen leveren of dat daar in het overbezette systeem van Rick Warren geen ruimte voor is gereserveerd. Het is treffend dat het boek dus wel vol staat met methoden voor het aantrekken van nieuwe gemeenteleden maar dat er gelijktijdig van wordt uitgegaan dat deze methoden door vrijwel alle gezindten, kerkgenootschappen en christelijke stromingen te gebruiken zijn. Alleen al het feit dat het christendom in zovele stromingen is verdeeld is een bewijs dat de waarheid van het evangelie heeft moeten wijken voor de vele leringen van het geestelijke Babylon. Het Koninkrijk Gods wordt daarom niet gediend met een zoveelste methode om zoveel mogelijk “belangstellenden” over de drempel te hijsen maar wel met het oprecht verkondigen van het onvervalste evangelie van Jezus. Dat veel mensen daar aanstoot aan nemen heeft ook Jezus zelf ondervonden. Dat dit feit de bezoekersaantallen wel eens zou kunnen drukken: het zij zo.
Ik kwam ergens (niet in het boek) een uitspraak tegen van Rick Warren waarmee hij overduidelijk de richting aangeeft
die hij met zijn management evangelie is ingeslagen: “Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk u behoort, mensen.
We horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. De heer Warren gaat er dus voor het gemak maar even
aan voorbij dat Jezus slechts één evangelie heeft gebracht en geen boodschap die uit een a, b en een c versie
bestaat. Rondkijkend in het hedendaagse geestelijke Babylon zie ik dat men er zelfs nog veel meer versies bijgemaakt
heeft. In Joh. 14:15 zegt Jezus: “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden
bewaren”. Even verder in vers 21 laat Jezus weten dat het omgekeerde ook waar is: “Wie mijn geboden
heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft”. Juist omdat die geboden van Jezus op zovele manieren
en in zovele kerkgenootschappen worden aangepast aan “de geest van deze tijd” blijkt die liefde voor Jezus,
en daarmee de liefde voor de waarheid, niet aanwezig te zijn. Waardoor het “christendom” uit zijn
voegen barst vanwege de talloze christelijke stromingen. En al die stromingen zoeken nu op een onbijbelse manier naar
een kunstmatige “eenheid”. De ontwikkelingen binnen de zogenaamde Charismatische Beweging laten namelijk
zien dat de grens tussen de occulte roomse kerk en de evangelische/pinksterbeweging steeds verder vervaagt door alle
inspanningen van beide kanten om “tot elkaar” te komen door de verschillen weg te moffelen en de nadruk
te leggen op de “overeenkomsten”. Dat is niets anders dan een poging om al deze stromingen binnen dat geestelijke
Babylon bij elkaar te vegen waardoor er uiteindelijk één wereldreligie zal ontstaan. Één religie
waarbinnen voor het evangelie van Jezus geen plaats is.
Zou dit misschien bedoeld worden door Rick Warren als hij het heeft over “hetzelfde team”??
Een aantal jaren geleden werd er namelijk door een New Age auteur voorspeld (of aangekondigd?) dat de evangelische kerken
het belangrijkste instrument zouden zijn om de nieuwe wereldorde tot stand te brengen. En in die nieuwe wereldorde is
slechts plaats voor die ene wereldreligie.
In dit licht bezien zijn Rick Warren's negeren van de verschillen plus de nadruk die hij legt op “hetzelfde team”
bijzonder verdacht. Daar komt nog eens bij dat ook de verwijzingen in het boek naar occulte misleiders zoals Robert
Schuller, Billy Graham en soortgenoten een aanwijzing zijn dat de banden van de heer Warren met deze vrijmetselaars(!!)
een grotere invloed hebben gehad op de inhoud van dit boek dan de meeste lezers willen weten. Dit wordt bovendien bevestigd
doordat Rick Warren openlijk blijkt te hebben toegegeven dat hij een discipel van Robert Schuller is. Ook op
Schuller's eigen website stond te lezen dat
hij de leermeester is van o.a. Bill Hybels en Rick Warren.
Dat is veelzeggend. En absoluut dramatisch voor al die blinde schapen die zich maar al te makkelijk laten meeslepen
door alweer een nieuwe hype, die niet zelden uit Amerika komt overwaaien. Wie overigens vindt dat Robert Schuller zojuist
ten onrechte is zwart gemaakt moet toch beslist het hiernaast staande videofragment maar eens bekijken. Want de informatie
over meneer Schuller die daarin door prof. Walter Veith bij elkaar is gezocht is duidelijk genoeg over de zeer duistere
achtergrond van deze duivelse evangelievervalser. Zoals uit dit videofragment blijkt kan van meneer Billy Graham dus
eveneens gezegd worden dat hij slechts dikke nep is, plus dat ook hij een hoge vrijmetselaar is (en dus een satanist)
met een verborgen agenda. Let maar eens
op de handdruk op deze foto en op de houding van meneer Graham's linker arm, terwijl hij oud-president Truman (eveneens
een “fellow mason”) de hand schudt. Wat je daar ziet zijn namelijk geheime vrijmetselaars
signalen!!
Lettend op wat er ondertussen al, mede door toedoen van de zojuist genoemde heren, vanuit het bijna compleet verrotte
christendom in Amerika deze kant op is gewaaid kan ik me dan ook helemaal vinden in een voltreffer van de bekende evangelist
David Wilkerson: “De grootste exportproducten van de Verenigde Staten zijn Coca Cola en valse doctrines”.
Nu ik toch een paar namen met een twijfelachtige reputatie over de vloer heb laten rollen: terwijl ik dit schreef
had ik een folder bij me op tafel liggen met info over The Global Leadership Summit 2005. Onder deze
wervelende naam zou er door de Willow Creek Association (het geesteskind van Bill Hybels) een topconferentie
worden georganiseerd voor o.a. oudsten, raadsleden, sleutelfiguren in de kerk en het zakenleven en nieuwe leiders, met
het doel hun leiderschapskwaliteiten “aan te scherpen”. Sprekers op deze, ondertussen al weer achter ons
liggende, conferentie waren o.a. Rick Warren en Bill Hybels. Kieskeurig wat betreft de christelijke achtergrond van
de conferentiegangers was men bepaald niet, zo stelde ik destijds vast. Het betrof dus weer zo'n typisch uit alle christelijke
hoeken en gaten bij elkaar geveegd publiek. Het feit dat er opvallend veel over leiderschap gesproken zou gaan worden
is weer zo'n aanwijzing dat het protestantse christendom afstevent op een systeem van “volgzame kudde met sterke
leiders” waarin al die overtrokken aandacht voor “sterke” leiders dat protestantse christendom rechtstreeks
en doelgericht in de klauwen drijft van de, jawel, al lang klaar staande rooms katholieke wolven, met hun pausdom.
Het zal dan echter wel een van het evangelie vervreemd christendom zijn geworden waarbinnen de volgzame kudde altijd
afhankelijk zal blijven van wat de grote leiders te vertellen hebben, zoals dat ook in de roomse kerk de praktijk is.
Van al die grote leiders zal er in deze rooms/protestantse vergaarbak uiteindelijk maar één overblijven en
die leider wordt in de bijbel de antichrist genoemd. In de genoemde folder las ik verder dat het doel van de
Leadership Summit o.a. was om “diegenen met de gave van leiderschap uit te dagen om op staan
en te leiden”.
In de ware gemeente van Jezus Christus is het echter nog altijd de Heilige Geest die bepaalt wie welke taak of bediening
krijgt toegewezen. Als daarentegen iemand in een plaatselijke gemeente van zichzelf vindt een groot leider te zijn en
zichzelf daarom dan ook maar een leidende taak toebedeelt zijn de schapen al bij voorbaat geslacht.
Want door al dit gezwijmel over “grote leiders” tijdens bijeenkomsten als The Global Leadership
Summit wordt de aandacht afgeleid van dit feit: de praktijk heeft al talloze malen laten zien dat waar de mens zichzelf
opwerpt als leider, het ego van de leider in kwestie schrikbarende afmetingen aanneemt. En dat heeft nare gevolgen voor
iedere durfal die dat ego geen vrije doorgang verleent en tegengas durft te geven. Ik weet uit ervaring hoe dat in zijn
werk gaat. Het evangelie van Jezus leert echter iets heel anders. Dat liet Jezus bijvoorbeeld weten in Lucas
22:26 waar Hij zegt: “Doch gij niet alzo, maar de eerste onder u worde als de jongste en de leider als
de dienaar”. Dat is een gezindheid waarbinnen voor een opgeblazen ego geen ruimte is.
De profeet en richter Samuël werd op dit punt door Jahweh ook even op de vingers getikt toen hij er op uit was
gestuurd om een nieuwe koning voor Israël te zalven, na de ongehoorzaamheid van koning Saul. Bij het zien van de
kennelijk indrukwekkende verschijning van David's oudste broer Eliab dacht Samuël: “Zeker staat hier voor
de Here zijn gezalfde”. In 1 Samuël 16:7 lezen we echter: “Doch de Here zeide
tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers
niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan”.
En dat hart zat alleen bij het jongste broertje, David, op de goede plaats. Die kleine David bleek trouwens, ondanks
zijn minder indrukwekkende voorkomen, achteraf toch maar mooi met leeuwen en beren gevochten te hebben. De heldenmoed
was weliswaar aan de buitenkant niet zichtbaar maar zat er wel in. In tegenstelling daarmee zijn er nu massa's van die
arrogante Eliab's met een grote mond, die van zichzelf menen een goed leider te zijn maar aan de maatstaven van de Heilige
Geest kunnen ze absoluut niet voldoen.
Sinds deze pagina in het voorjaar van 2005 werd geschreven heeft de heer Warren bepaald niet stilgezeten. Op het
internet gonsde het bij tijd en wijle van de geruchten en berichten over zijn bezigheden. Ondertussen is het mij meer
dan ooit duidelijk geworden dat hij druk doende is om de christenheid massaal op een dwaalweg te leiden, een dwaalweg
richting..... tja, misschien dat dit plaatje
daar meer licht op werpt. Inderdaad! Meneer Warren zit hier zijn verhaal af te steken als een eregast op het “World Economic Forum” in Davos, Zwitserland. Hij geeft hier zowaar eerlijk toe dat hij al vaker van de
partij is geweest. Tijdens deze bewuste toespraak, waarin hij overigens alle religies op één grote hoop veegt
én de rooms katholieke kerk ophemelt als een grote weldoener van de Afrikaanse landen, laat hij ons nog even weten
dat hij ook lid is van de Council on Foreign Relations. Voor wie nog niet weet wat dat voor een club
is: deze griezels werken toe naar een wereldregering en gebruiken daarvoor o.a. “christelijke leiders” zoals,
in dit geval, Rick Warren. Over zijn deelname aan deze CFR is al veel verwarring geweest en dat kwam mede doordat Rick
Warren (de sluwe vos) zijn lidmaatschap van deze CFR meer dan eens probeerde te ontkennen. Daar had hij dan ook wel
zijn redenen voor want als de christenen die nu nog geloven in zijn oprechtheid zouden weten wat alle leden van
deze CFR geloven en belijden zullen ze hem als “christelijke leider” onmiddelijk aan de kant vegen.
Wat alle leden van deze CFR namelijk beweren is dat de satan de allerhoogste god van deze wereld is!! De satan wordt
door hen dus als zodanig ook vereerd en om dit binnenskamers te houden hebben deze griezels een eed van geheimhouding
afgelegd. Dankzij het feit dat zo nu en dan een enkeling uit deze occulte kringen tot bekering komt en het als zijn
plicht ziet deze informatie wereldkundig te maken weten wij nu wie de werkelijke opdrachtgever van de heer Warren is.
Temidden van zijn soortgenoten hoefde hij hier kennelijk niet geheimzinnig over te doen, tijdens de al genoemde toespraak
in Davos. Zeer waarschijnlijk vermoedde hij nog niet dat deze toespraak op het internet zou terechtkomen. We weten inmiddels
genoeg over deze gevaarlijke man om te kunnen vaststellen dat al zijn geflikflooi met de politieke en economische leiders
van deze wereld opvallend veel lijkt op de “carrière” van Billy Graham. Voor beide heren geldt dat
zij als vertegenwoordigers van de grote hoer Babylon (zoals Openb. 17:1-2 ons laat weten)
hebben gehoereerd met de koningen van deze aarde. Deze zogenaamde christelijke leiders lopen dus netjes in de pas met
al die andere dienaren van de satan. De heer Warren deed in deze toespraak overigens niet de moeite om de andere deelnemers
mee te delen dat zij verloren zondaren zijn, dat zij onder Gods toorn leven en daarom op weg zijn naar de eeuwige hel.
Uit de bedoelde toespraak van Rick Warren werd mij echter wel duidelijk dat hij, zoals te verwachten was, andere zaken
belangrijker vond dan het evangelie. En met dit laatste in gedachten moet men mijn conclusies op deze pagina maar eens
lezen.
Gemeenten die succes willen hebben bij het evangeliseren in een samenleving die snel heidenser
wordt moeten leren denken als de ongelovigen.
Mijn commentaar: Al in het voorwoord van dit boek is deze mening te vinden. Dit wordt glashard
verkondigd terwijl Jezus Zich ooit inspande om Zijn discipelen een totaal andere manier van denken bij te brengen. Ook
Paulus schrijft daarover, zoals in Rom. 12:2: “En wordt niet gelijkvormig aan deze
wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is,
het goede, welgevallige en volkomene”. En in Ef. 4:17-20: “Dit zeg ik dan en
betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun
denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de
verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te
slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen”.
De achterliggende gedachte van de bovenstaande bewering is dat we eerst moeten begrijpen wat de onbekeerden bezighoudt
om beter aansluiting te kunnen vinden bij hun interesses. Wij moeten echter beseffen dat Jezus helemaal niet is
geïnteresseerd in wat de heidenen denken en net zo min in wat hun interesses zijn. Wat Hem alleen interesseert is
de inkeer van de mens en zijn/haar besluit om het wereldse denken achter zich te laten. Dat wordt door Jacobus
onomwonden duidelijk gemaakt in Jac. 4:8-10: “Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen.
Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. Beseft uw ellende, treurt
en weent; uw gelach moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid. Vernedert u voor de
Here, en Hij zal u verhogen”. Het is dus de (onbekeerde) mens die tot God moet naderen en niet andersom.
Wanneer een gemeente echt volgens de nieuwtestamentische maatstaven leeft wordt dit ook herkend door de buitenstaanders
en zullen zij die ook datzelfde werkelijk willen ontvangen in hun leven er door worden aangetrokken. Als een gemeente
leert denken als de ongelovigen komen die ongelovigen hoofdzakelijk op het “leuke sfeertje” af.
Door de toenemende ellende in de wereld lijken er meer mensen af te komen op het evangelie van
Jezus dan in het verleden het geval was.
Mijn commentaar: Het is beslist waar dat problemen en lijden de mens meer bepaalt bij de
betrekkelijkheid van dit leven waardoor de aandacht onontkoombaar verschuift naar het bovennatuurlijke. Ik noem dit met
opzet het bovennatuurlijke omdat ook veel mensen hun toevlucht nemen in de occulte bovennatuurlijke
zaken. De ervaring heeft me geleerd dat waar men door de nood gedreven zijn toevlucht neemt tot God, dit veeleer een
vlucht is uit onaangename omstandigheden dan een werkelijk verlangen om het eigen leven onvoorwaardelijk toe te wijden
aan Jezus Christus. Dat is samen te vatten in de bekende uitdrukking: “Nood leert bidden”. Maar.... als
alleen de nood ons kan leren bidden zal de voorspoed ons het bidden net zo snel weer afleren. Terug bij af dus.
De principes van de “doelgerichte gemeente” zijn vele malen getest, ook in gemeenten
van allerlei verschillende kerkgenootschappen.
Mijn commentaar: Zoals ik al in de inleiding heb verwoord maakt het volgens de
“doelgerichte gemeente filosofie” kennelijk niet uit wat voor evangelie je brengt. Als je de methode van
Rick Warren gebruikt krijg je de zaal toch wel vol, zelfs al is het evangelie van Jezus grondig gemoderniseerd. Wat
heeft het voor zin om buitenstaanders met zo'n nep evangelie lastig te vallen?
De kerk is al tweeduizend jaar lang door God gebruikt om tot een zegen te zijn.
Mijn commentaar: Dit was voor mij een bewering die er meteen bovenuit sprong. Want als men het
heeft over “de kerk” in de afgelopen twintig eeuwen kan men niet voorbij gaan aan de zeer kwalijke rol van
de roomse kerk, het Vaticaan en alle daaraan verwante schemerige (monniks)orden met al hun wreedheden tegenover
andersdenkenden. Ook al wordt er even hiervoor nog wel toegegeven dat er weliswaar fouten en tekortkomingen zijn
geweest in “de kerk”, met zo'n vage omschrijving wordt beslist geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen de
oprechte gelovigen enerzijds en de dominante en kwalijke rol die het Rooms Katholicisme heeft gespeeld in de
kerkgeschiedenis anderzijds. Een opmerking als deze heeft meer weg van de stelling: wat maakt het allemaal uit,
protestants of Katholiek, het was toch allemaal kerk! Maar dat was het beslist niet en met deze opmerking wordt
feitelijk op een heel subtiele manier de occulte leer van de roomse kerk gelijkgesteld met het evangelie van Jezus. En
dat is een kwalijke zaak.
We kunnen de theologie van Calvijn niet goed beoordelen als we niet weten onder welke
omstandigheden Calvijn zijn mening heeft gevormd.
Mijn commentaar: Is het werkelijk nodig om Calvijn's omstandigheden te kennen om met die
kennis zijn overtuigingen te kunnen beoordelen? Het is nog altijd zo dat we het evangelie van Jezus Christus in de
bijbel kunnen vinden. En omdat iedere discipel van Jezus een heel persoonlijke omgang met Zijn Heilige Geest hoort te
hebben is het onderwijs van de Heilige Geest voldoende om ons inzicht te geven in Gods bedoelingen. Zijn we daarvan op
de hoogte dan zijn we heel goed in staat om deze kennis te vergelijken met wat deze Johannes Calvijn er van gebakken
heeft. Dan maakt het niet uit onder wat voor omstandigheden hij zijn theologie heeft bedacht, het enige dat telt is het
eindresultaat. En van dat eindresultaat heb ik zelf de gevolgen gezien in het leven van o.a. mijn eigen grootouders die
onder het juk van het Calvinisme hun dagen vol hebben gemaakt. Hun hele leven hadden zij te worstelen met twijfels over
hun behoud en leefden zij met een God die door Calvijn in een ondoordringbare hemel was geparkeerd. Als dan ook nog
blijkt dat deze evangelievervalser er geen moeite mee had om andersdenkenden, waaronder vermeende heksen (lees:
onschuldige vrouwen), op de brandstapel om te laten brengen dan moet het voor een redelijk denkend mens toch wel
duidelijk zijn dat het Koninkrijk Gods door deze man niet werd gediend. En dat de werkelijke inhoud van het evangelie
van Jezus niet tot Calvijn is doorgedrongen.
Als mensen eenmaal in de gemeente zijn geweest komen ze slechts terug als ze in hun
verwachtingen niet zijn teleurgesteld. Om ze terug te laten komen moet de gemeente iets bieden dat nergens anders is te
vinden.
Mijn commentaar: Je zou je af kunnen vragen wat dan die verwachtingen zijn die mensen hebben
die voor de eerste maal een gemeente bezoeken. Je kunt als gemeente dan wel veel energie en tijd steken in het bedenken
en realiseren van een klimaat dat voor de gemiddelde buitenstaander aantrekkelijk lijkt maar dat heeft als keerzijde
dat zo'n kunstmatig geschapen “leuk sfeertje” wel de zintuigen van de bezoeker strelen en dat daarmee te
veel de nadruk wordt gelegd op zijn zielenleven. Terwijl het evangelie in de eerste plaats aansluit bij de zoektocht
van de menselijke geest naar het bovennatuurlijke Koninkrijk Gods. Als de gemeente werkelijk aan Jezus' maatstaven
voldoet en daardoor de sfeer van het Koninkrijk Gods aanwezig is zullen bezoekers die daar naar op zoek zijn vinden wat
ze zoeken. Bezoekers die andere wensen hebben en niet werkelijk op zoek zijn naar God zullen vanzelf wegblijven. Zouden
ze zijn gebleven dan is de kans groot dat dit soort mensen later problemen gaan geven, zo heeft de praktijk al vele
keren laten zien. De gemeente zal dus in de eerste plaats aan de verwachtingen van Jezus Christus moeten voldoen en
daar zullen dan die mensen op af komen die diep in hun binnenste de verwachting en het verlangen hebben om hun leven
aan Jezus toe te wijden.
Kwaliteit en kwantiteit kunnen heel goed samen gaan. We hoeven dus niet te kiezen voor het
één of het ander.
Mijn commentaar: Jezus gebruikte in Matth. 7:13-14 het beeld van een
brede en een smalle weg: “Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf
leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en
weinigen zijn er, die hem vinden”. Als Jezus ooit een duidelijk onderscheid heeft gemaakt tussen kwaliteit
en kwantiteit dan is het wel met het beeld van de brede en de smalle weg. Dit beeld maakt onmiskenbaar duidelijk dat er
een scheiding bestaat tussen de grote meute (kwantiteit) op de brede (en dus aangename en gemakkelijke weg) en de
weinigen (kwaliteit) die het kruis van het lijden om Christus' wil aanvaarden in hun leven. Omdat het evangelie hier
geen twijfel over laat bestaan is het des te schrijnender dat de heer Warren hier met een dergelijke overtuiging deze
door Jezus geopenbaarde waarheid van tafel veegt. Wat Jezus hier trouwens mee uitlegde had niet in de eerste plaats
betrekking op het behoud van de mens maar op het wel of geen discipel willen zijn. Het beeld van de brede en de smalle
weg laat namelijk zien dat er een overtuigde keuze gemaakt moet worden die gevolgen heeft voor het verdere verloop van
een mensenleven. Bij de keuze voor het discipelschap zal de verdere levensweg door vervolging en lijden smal (en dus
moeilijk) gemaakt worden. Dat is een situatie die zeker niet van toepassing is op iemand die bijvoorbeeld op zijn/haar
sterfbed alsnog een keuze voor Jezus maakt. Deze persoon is dan wel behouden maar de smalle weg zal hem bespaard
blijven.
Kwaliteit leidt tot kwantiteit. Als een gemeente bestaat uit mensen die echt zijn veranderd
worden andere mensen hierdoor aangetrokken.
Mijn commentaar: Het is bijbelser om te stellen dat kwaliteit leidt tot nog meer kwaliteit. De
kwaliteit die Jezus wil zien in het leven van een kind van God heeft alles te maken met discipelschap en discipelschap
betekent in deze wereld van wetteloosheid en goddeloosheid dat de levensweg smal wordt gemaakt door de onvermijdelijke
vervolging in vele vormen. En zoals in het commentaar bij de vorige bewering al is aangetoond bevinden slechts weinigen
zich op die smal gemaakte weg. In Joh. 6:60-61 vinden we als reactie op Jezus' woorden:
“Velen dan van Zijn discipelen hoorden dit en zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren? Jezus nu wist bij
Zichzelf, dat Zijn discipelen hierover morden, en Hij zeide tot hen: Geeft u dit aanstoot?” We zien hier
gebeuren dat veel van Jezus' volgelingen aanstoot namen aan de woorden van Jezus. Het gevolg hiervan lezen we even
verder in vers 66: “Van toen af keerden velen van Zijn discipelen terug en gingen niet
langer met Hem mede”. Het moge duidelijk zijn dat de kwaliteit bij Jezus absoluut aanwezig was. En toch blijken
velen van Zijn volgelingen zich van Hem af te keren. Jezus' kwaliteit leidde niet tot kwantiteit. Wat er voor mijzelf
telkens weer uitspringt in dit voorval is de verdrietige conclusie van Jezus in vers 67:
“Jezus zeide dan tot de twaalven: Gij wilt toch ook niet weggaan? Simon Petrus antwoordde Hem: Here, tot wie
zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven”. Van de grote meute volgelingen bleven hier dus slechts
twaalf discipelen trouw aan Jezus en hun belijdenis was dat zij buiten Jezus niemand kenden die het klimaat van het
koninkrijk Gods verspreidde. Het is veelzeggend dat desondanks velen van Jezus volgelingen het hazenpad kozen. En dat
hazenpad is in dit geval een opvallend brede weg.
Er zijn uiteraard gemeenten die hun groei te danken hebben aan een onbijbelse theologie en
allerlei wereldse trucjes. Ook Saddleback wordt daar ten onrechte toe gerekend maar die mening is
gebaseerd op vooroordelen.
Mijn commentaar: Het ziet er naar uit dat Rick Warren hier in de tegenaanval gaat als reactie
op de mening van anderen, die terechte twijfels hebben over de doelgerichtheid van Saddleback. Na het
hele boek gelezen te hebben valt een bewering als deze mijns inziens vooral op door de tegenstrijdigheid met veel van
wat er in dit boek te vinden is. Door van zichzelf toe te geven dat hij van nature een echte manager is, wat uit zijn
filosofie duidelijk naar voren komt, geeft hij overtuigend aan dat zijn denkwijze en manier van werken grote gelijkenis
vertonen met de werkwijze van het op efficiëntie gerichte bedrijfsleven. Omdat hij kennelijk beseft dat dit feit
niet is te camoufleren wordt er een aantal keren in het boek met klem op gewezen dat een gemeente geen bedrijf is. Dat
is echter een bewering die in schril contrast staat met de hele inhoud van zijn boek.
Het is uiteraard noodzakelijk dat er ook in een gemeente orde heerst en dat er volgens bepaalde regels gewerkt moet
worden om aan die voorwaarde te kunnen voldoen, maar zoals dat met zovele andere dingen in het leven ook gebeuren kan
is daar altijd het gevaar aanwezig dat al deze handigheidjes, werkwijzen, filosofieën, methoden etc. etc. zo'n
allesoverheersende plaats gaan innemen dat het evangelie van Jezus steeds meer en meer moet opschikken. En omdat dat zo
geleidelijk in zijn werk gaat en niemand het daarom in de gaten heeft staat tot slot de satan handenwrijvend de hele meute
op te wachten aan het einde van een weg die toch te breed bleek te zijn om door de enge poort te kunnen leiden.
Nieuwe leden zijn verplicht om cursussen te volgen en groeiovereenkomsten te tekenen. Daarmee
verplichten ze zichzelf om o.a. hun tienden te geven, hun dagelijkse stille tijd te houden en om de wekelijkse
huiskring bij te wonen.
Mijn commentaar: Zoals ik al in het vorige commentaar heb
aangehaald is het in iedere gemeente noodzakelijk dat er bepaalde regels zijn die tot doel hebben de orde te dienen.
Als ik echter in het boek “Doelgerichte gemeente” lees over de diverse cursussen en overeenkomsten die
gevolgd en/of ondertekend dienen te worden moet ik als vanzelf denken aan de vermaning van de apostel Paulus als hij
stelt in Col. 2:20-23: “Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten,
waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles
zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals het gaat met voorschriften en leringen van mensen. Dit toch
is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van
het lichaam, zonder enige waarde en dient slechts tot bevrediging van het vlees”. Meteen hier achteraan laat hij
weten waar het discipelschap werkelijk om draait in Col. 3:1-3: “Indien gij dan met
Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen
met Christus in God”. We kunnen hieruit opmaken dat het zoeken naar de dingen die boven zijn en de verborgen
omgang met Christus de mens naar een veel hoger niveau tillen. Een niveau dat verheven is boven een plichtmatig nakomen
van allerlei ondertekende overeenkomsten. Dit laatste hoort bij het niveau van deze wereld.
Het komt voor dat gemeenten met weinig bekeerlingen dit gebrek aan effectiviteit goedpraten met
de woorden: “Wij zijn niet geroepen om succesvol te zijn maar wel om trouw te zijn”.
Mijn commentaar: Het is maar net wat men verstaat onder “succesvol” zijn. Als dit
zou zijn wat Rick Warren er onder verstaat, het binnenhalen van zoveel mogelijk zieltjes, dan heeft Jezus zelf hierin
gefaald, zoals we al hebben gelezen in Joh. 6:66. Omdat ook Rick Warren het niet zal wagen om
Jezus van een gebrek aan succes te betichten zou hij er dan ook goed aan doen zijn uitleg van het begrip succesvol een
bijbelse inhoud te geven. Dan hoeft hij zich ook niet meer schuldig te maken aan het onterecht verdacht maken van die
gemeenten die door vervolging en tegenwerking vanuit het rijk van de satan niet aan de “succesformule” van de
hedendaagse “efficiëntiegoeroes” beantwoorden.
Het gaat niet om de omvang van een gemeente maar om een sterke en gezonde gemeente die
doelgericht is.
Mijn commentaar: Merk de tegenstelling op met de vorige bewering. Daarin kan volgens de
redenering van Rick Warren namelijk ook een kleine gemeente met weinig bekeerlingen zijn goedkeuring niet wegdragen.
Terwijl nu weer wordt gesteld dat het niet op de grootte van een gemeente aankomt. Dergelijke tegenstrijdigheden
lezende krijg ik meer en meer de overtuiging dat het ontbreken in dit boek van een lijn die continu in één en
dezelfde richting wijst een aanwijzing is dat de werkelijke (verborgen) boodschap van dit boek een andere is dan die er
in is te lezen. Dit soort slordigheden toont in ieder geval aan dat het camouflagedoek gaten vertoont en door die gaten
ontwaar ik hier en daar iets van de werkelijke denkwereld die achter de hele doelgerichte methode schuilgaat. Een
denkwereld waarover ik in de inleiding op deze pagina al even mijn gedachten heb laten gaan.
Als een gemeente geen gehoor geeft aan de grote opdracht zal ze haar doel niet bereiken wat die
gemeente ook onderneemt.
Mijn commentaar: Wat is die grote opdracht? In Matth. 28:19 vinden
we die: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken in Mijn Naam en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen
heb” (volgens de oorspronkelijke grondtekst). In het voorgaande is al naar voren gekomen dat de discipelen die
Jezus overhield een handvol getrouwen waren. De rest ging zijns weegs. Het zit er dik in dat ook de discipelen die in
onze tijd uiteindelijk zullen overblijven geen grote massa zullen vormen. En dat het laten groeien van een gemeente
er niet op neerkomt zoveel mogelijk zieltjes over de drempel te hijsen. Het zal er dus toch op aan komen dat een gemeente
het van de kwaliteit zal moeten hebben. Als een gemeente vanwege haar kleine omvang volgens de maatstaven van Rick Warren
niet aan de grote opdracht voldoet, heeft hij die grote opdracht zelf niet begrepen. In het boek Daniël
lees ik over de discipelen van de eindtijd zelfs: “En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht
brengen, maar zij zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. Doch, terwijl
zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten”.
(Dan. 11:33-34). Net als dat bij Jezus gebeurde zullen ook deze vele huichelaars onder de druk
van vervolging en lijden weer afdruipen en daardoor heeft de gemeente niet gefaald in de grote opdracht maar is er simpelweg
sprake van een strenge selectieprocedure, zoals dat ook het geval was bij Gideon die (in Richteren
7) van de 32.000 man die aanvankelijk met hem optrokken om de Midianieten te verslaan slechts 300 overhield.
Het vergelijken van gemeenten is geen legitieme manier om te bepalen of een gemeente succesvol
is. Succes betekent niet dat een gemeente groter is dan anderen, succes betekent dat we zoveel mogelijk
vruchtdragen.
Mijn commentaar: Ziehier weer een opvallende tegenstelling met wat eerder al is beweerd.
Werden zojuist nog gemeenten met weinig bekeerlingen op de korrel genomen, in deze bewering wordt het bezwaar tegen
kleine gemeenten weer weggewuifd. Het gebruik van het woord succes is bovendien een wel zeer ongelukkige keuze. Succes
betekent in deze wereld dat onze inspanningen die gevolgen hebben gehad die ons voor ogen stonden en dat allemaal (of
grotendeels) dankzij onze eigen inzet. In het Koninkrijk Gods is daar geen sprake van. In Joh.
15:5-6 zegt Jezus: “Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem,
die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Wie in Mij niet blijft, is
buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden
verbrand”. Zonder Mij kunnen jullie niets doen is hier de boodschap van Jezus. Als er dus vruchten komen dan is
dat dankzij de wijnstok en van onze eigen inspanningen moeten wij het niet hebben. Het boek “Doelgerichte
gemeente” lezende kon ik me nogal eens niet aan de indruk onttrekken dat het vruchtdragen van Rick Warren voor
een groot deel neerkwam op het “succesvol” afronden van een zoveelste cursus. Nu is een cursus op zich geen
verkeerde zaak maar het gevaar blijft dat deze vorm van “vruchtdragen” de aandacht afhoudt van waar het
Jezus in de allereerste plaats om te doen is. En dat is het in de wijnstok blijven: de persoonlijke omgang met Jezus
Christus.
We mogen niet op geld besparen als het er op aankomt om mensen de eeuwige hel te besparen.
Mijn commentaar: Hier wordt eigenlijk mee gezegd dat ieder mens die niet met het evangelie
is bereikt gegarandeerd voor eeuwig verloren is. Een veel voorkomende gedachte in het Christendom is namelijk dat het
evangelie van Jezus in de eerste plaats bedoeld is om de zondaren te behouden voor de eeuwigheid. Met als logisch gevolg
dat allen die dit evangelie nooit gehoord hebben onvermijdelijk buiten de boot vallen. En dat zijn er nogal wat. Men
kan zich hierom afvragen waarom Jezus zovele eeuwen na de zondeval pas naar deze wereld kwam en niet al veel eerder.
Al die mensen die voor Zijn komst geleefd hebben, hebben dus sowieso nooit van Jezus gehoord. En hebben volgens deze
redenering dus ook geen schijn van kans om behouden te worden. Dit misverstand heeft al veel kramptoestanden tot gevolg
gehad. Kijken we dan ook nog eens naar al die miljoenen mensen die in onze tijd het evangelie nog nooit gehoord hebben
omdat er niemand was die hun dit wilde vertellen en naar de miljoenen kinderen die te jong stierven om het evangelie
te kunnen begrijpen dan vraagt men zich terecht af of de nieuwe aarde ooit wel vol zal komen.
Het is fout om te menen dat God zo velen verloren zou laten gaan doordat Hij zelf getalmd heeft met het sturen van Zijn
Zoon. Wat een wrede willekeur zou dat zijn. Met deze overtuiging in het achterhoofd zijn er al velen geweest die zichzelf
de krampachtige verplichting oplegden om zoveel mogelijk zieltjes te winnen. Om te redden wat er nog te redden is. Nou
is het op zichzelf een zeer goede zaak als kinderen Gods zich met veel toewijding inzetten om aan anderen het evangelie
van Jezus bekend te maken. Als dit echter moet gebeuren met de zojuist genoemde krampachtige houding waarin iedere aarzeling
zieltjes kost dan bevindt men zich al gauw in een onhoudbare en ondraaglijke situatie die niets van doen heeft met het
klimaat van het Koninkrijk Gods. En een situatie die ook het beeld van een rechtvaardige en barmhartige God beslist
geen recht doet. Dit hele misverstand wekt de indruk alsof wij mensen rechtvaardiger zouden zijn in ons oordeel dan
de Hemelse Rechter zelf.
Ik heb verscheidene verslagen gehoord en gelezen van mensen die korte tijd (klinisch) dood zijn geweest. Ook van mensen
die de hel van binnen hebben gezien en geproefd.
In een zee van vuur herkenden zij oude bekenden of zelfs overleden familieleden. Een opvallende conclusie die uit hun
verhalen over deze verschrikkingen naar voren komt is deze: de mensen die in die plaats van pijniging zijn terechtgekomen
weten allemaal precies waarvoor en waarom ze daar gevangen zitten. Daar zit niemand tussen die zich vertwijfeld afvraagt
waaraan hij/zij die verschrikkingen te wijten heeft en kennelijk wordt hun geweten daar niet langer het zwijgen opgelegd.
Dat geweten heeft al die verdoemden ervan overtuigd dat ze daar niet onverdiend zitten. Er bestaat bij God geen onrechtvaardige
willekeur waardoor het lot van ieder mens slechts zou afhangen van een totaal onverklaarbare en grillige goddelijke
beslissing. De bijbel is er duidelijk genoeg over dat de mens die in staat is geweest om voor zichzelf een keuze te
maken zelf zijn eeuwige bestemming bepaalt. Dus, kort samengevat: “De hel zit vol met mensen die ooit in hun
arrogantie het evangelie van Jezus veel te simpel vonden”.
Daar kan nog aan toegevoegd worden dat in Matth. 28:19 de discipelen niet de opdracht van
Jezus ontvingen: “Probeer zoveel mogelijk mensen de eeuwige hel te besparen”. De opdracht was daarentegen:
“Gaat dan heen, onderwijst al de volken in Mijn Naam en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb”
(volgens de oorspronkelijke grondtekst). Het Koninkrijk Gods is niet gebaat bij een massa christelijke mensen die tevreden
zijn met hun behoud maar bij discipelen en deze discipelen vormen onder alle mensen die behouden worden een kleine
minderheid, die ondanks schifting, beproeving en loutering heeft standgehouden. Als een klein Gideonsleger. De gemeente
waaraan nu nog wordt gebouwd bestaat uit deze discipelen.
In Jezus' beschrijving van het laatste oordeel in Matth. 25:31-46 worden de schapen van de
bokken gescheiden. Vervolgens krijgen beide groepen te horen waarom er een scheiding is gemaakt. Samengevat komt deze
beschrijving er op neer dat het wel of niet aanwezig zijn van de een of andere vorm van barmhartigheid in hun leven
de uiteindelijke keuze heeft bepaald die de rechtvaardige Rechter heeft gemaakt. Opmerkelijk is dat er in deze beschrijving
van het laatste oordeel niet wordt gerept over het wel of niet aannemen van Jezus als Verzoener en Middelaar maar dat
de mensen op hun daden van barmhartigheid, of op de afwezigheid daarvan, worden beoordeeld.
Dit leert ons dat de mens wordt beoordeeld op wat hij/zij met zijn/haar geweten heeft gedaan in het leven. Is in dat
leven geen enkele kennis geweest van Jezus en Zijn evangelie dan zijn de daden van die mens de graadmeter waarop hij/zij
wordt beoordeeld. Is daar echter wel degelijk op de een of ander wijze de kennis aanwezig geweest van dit evangelie
maar de mens in kwestie heeft daar willens en wetens de deur voor dicht gegooid dan is dat de reden voor de hemelse
Rechter om op Zijn beurt die mens buiten de deur te zetten. Zoals we vinden in Lucas 13:27,28:
“En Hij zal tot u spreken, zeggende: Ik weet niet, vanwaar gij zijt; gaat weg van Mij, alle gij werkers der ongerechtigheid.
Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaäk en Jacob zult zien en al de profeten
in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen”.
De overtuiging van Rick Warren maakt daarom duidelijk dat er ook onder die zogenaamde geestelijke “leiders”
een ontstellend gebrek aan geestelijk inzicht bestaat, waardoor dit soort misverstanden kunnen ontstaan.
Als een gemeente door programma's wordt gedreven zal alle energie gaan zitten in het
instandhouden van de ondernomen activiteiten waardoor het doel in zo'n gemeente op een subtiele manier verandert in het
opvullen van lege plekken.
Mijn commentaar: De aanval is de beste verdediging zal de schrijver hierbij waarschijnlijk
gedacht hebben. Want als je van diverse kanten wordt verweten dat je bezig bent met precies datgene wat hier wordt
omschreven is vaak de meest effectieve manier om in de verdediging te gaan: zelf ook precies datgene veroordelen waar
je zelf mee bezig bent. Dat wekt de schijn op dat je het roerend eens bent met de geuite verwijten. Het doet me ook
denken aan een manier van verdedigen door op de grond te gaan liggen en je dood te houden als je tijdens een
boswandeling aangevallen wordt door een woedende berin. De kans is heel groot dat de ziedende berin geen bedreiging
meer in je ziet en je verder met rust laat.
Wat hier wordt beschreven en afgekeurd is feitelijk waar het hele boek mee vol is geschreven en ook al zal echt niet
alle energie gaan zitten in de ondernomen activiteiten, de hele doelgerichte gemeente methode van Rick Warren zal in
ieder geval op een min of meer subtiele manier de aandacht verplaatsen van het evangelie van Jezus naar het
“succesvol” runnen van een zieltjes-inzamelingsbedrijf.
De apostel Paulus liet altijd duidelijk blijken wat zijn doel was en daarom wilde men gehoor
geven aan zijn boodschap.
Mijn commentaar: Hiermee wordt door de schrijver bedoeld dat een duidelijk doel ook mensen
aanspreekt. Daar tegenover staat het simpele feit dat Jezus zelf ook altijd duidelijk was maar desondanks meer dan eens
op weerstand stuitte. Ook Paulus wist zijn bedoelingen goed onder woorden te brengen en hij heeft alles bij elkaar
genomen dan ook een onmisbare bijdrage geleverd aan de verkondiging van het evangelie onder de niet-Joden. De bijbel
laat er echter ook geen misverstand over bestaan dat Paulus' pogingen beslist niet altijd een gewillig gehoor vonden,
met alle gevolgen van dien. Daarvan geeft Paulus een opsomming in 2 Cor. 11:23-28:
“Dienaren van Christus zijn zij? (ik spreek tegen mijn verstand in) ik nog meer: in moeiten veel vaker, in
gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. Van de Joden heb
ik vijfmaal de veertig-min-een-slagen ontvangen, driemaal ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik
gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; telkens op
reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar
door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar
onder valse broeders; in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in
honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid; en dan, afgezien
van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten”.
Indrukwekkend, is het niet?
Als dan toch nog wordt beweerd dat men met Paulus wilde meedoen getuigt dit niet van een realistische kijk op het leven
van de apostel. In 2 Tim. 1:15 laat hij ook nog eens weten: “Dit weet gij, dat allen
in Asia zich van mij hebben afgekeerd, onder anderen Fygelus en Hermogenes”. Die wilden dus blijkbaar niet
meedoen...
We moeten de nieuwtestamentische doelen voor de kerk niet eenvoudigweg in een preek vertellen.
Mensen raken pas echt overtuigd als ze iets zelf ontdekken.
Mijn commentaar: Merk ook hier de tegenstelling op met de vorige bewering. Daarin wordt
namelijk van Paulus gezegd dat hij een duidelijk evangelie bracht dat gehoor vond en hier moeten de toehoorders het
voor een deel dan zelf maar weer uitzoeken. Een doe-het-zelf evangelie dus. Ik denk dat men daarvoor toch echt beter
terecht kan bij de Gamma, dat zeg ik.
Ons succes kunnen we afmeten aan vragen als: “Hoeveel mensen hebben we tot Christus
geleid?”, “Hoeveel leden zijn erbij gekomen?” en “Hoeveel van hen tonen geestelijke
volwassenheid?”.
Mijn commentaar: Het woord “succes” staat mij persoonlijk erg tegen. Succes is
iets dat in deze goddeloze wereld als maatstaf dient en de mate van succes wordt daarom dikwijls bepaald door
keiharde cijfers.
Cijfers die door de rekenboys en de berekende
managers gecontroleerd kunnen worden. Het succes waar God rekening mee houdt is, je voelt hem natuurlijk al
aankomen, meer dan eens niet in koele cijfers en statistieken uit te drukken. Vergelijken we bijvoorbeeld de op grote
aantallen gerichte “doelgerichte” methode van Rick Warren met als resultaat een “succesvolle”
gemeente, met het leven van die ene broeder die vanwege zijn geloof ergens op deze wereld in de kerkers van een extreem
vijandige regering jarenlang zit te verkommeren dan is volgens de succesformule van de evangelische managers het leven
van deze broeder voor het koninkrijk Gods van weinig waarde geweest. Ik kan ze echter meedelen dat deze broeder in het
geloof die na twintig jaar gevangenschap zijn geloof in Jezus niet heeft verloochend, ondanks de meest ellendige
omstandigheden en folteringen, bij God in hoger aanzien staat dan die massa's afgerichte christenen die wekelijks in
hun blikken paleis op wielen naar een samenkomst rijden om daar hun oor weer te laten strelen door vlotte babbels en
populair evangelisch geleuter. Het komt er dus op aan dat wij leren denken zoals God denkt. Want Hij is een God die in
het verborgene ziet (Matth. 6:6). En de God die in het verborgene ziet zal ook de trouw
belonen van die broeder die zijn geloof ondanks veel lijden niet heeft verloochend.
Het hangt er dus maar vanaf wat wij onder geestelijke volwassenheid verstaan. In Gods ogen heeft de gevangen broeder
daarvan heel wat meer laten zien. Willen wij kunnen beoordelen wat voor Hem volwassenheid inhoudt, voorwaar dan zullen
we die Amerikaanse “succesformules” overboord moeten gooien en de bijbel weer onder het stof vandaan moeten
halen.
Een gemeente moeten we niet willen laten groeien door programma's maar we moeten mensen laten
groeien door een proces. We horen daarom een proces te ontwikkelen voor het vormen van discipelen en dan zal onze
gemeente op een gezonde manier groeien.
Mijn commentaar: Dit is ook weer zo'n bewering die ik minstens twee keer moet lezen voor ik
kan geloven wat er staat. Er wordt gesteld dat er voor het vormen van discipelen een proces ontwikkeld moet worden.
Wel, meneer Warren, dit proces staat al uitgebreid in de bijbel beschreven. Het koninkrijk Gods zit niet verlegen om
een Amerikaanse versie daarvan. Dus willen wij discipelen van Jezus zien opgroeien dan is het belangrijkste waar wij
hen mee van dienst kunnen zijn die bijbelse boodschap van bekering, berouw, trouw en volharding onder de aandacht
brengen, zelfs al zal het ze zo nu en dan de strot uitkomen. Dat is namelijk het advies dat we vinden in 2 Tim. 4:1-4: “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal
oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring erop aan,
gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. Want
er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun
eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de
verdichtsels keren”. Deze opdracht aan Timothéüs staat lijnrecht tegenover de mening van Rick Warren
dat: “onze doelgroep bepaalt waar, wanneer en hoe we onze boodschap overbrengen”. Het is uiteraard wel zo
dat bij het brengen van het evangelie (hemelse) wijsheid en fijngevoeligheid onmisbaar zijn maar als men zich daarbij
door werelds denkende mensen laat voorschrijven wat hun eisen en voorkeuren zijn blijk je uiteindelijk slechts bezig te
zijn met het verkeerde publiek. Want... we leven namelijk nu al ruimschoots in de tijd dat de gezonde leer niet meer
wordt verdragen door massa's mensen die in plaats daarvan de verdichtsels achternalopen. Verdichtsels die onder andere
door het leven gaan als “een proces voor het vormen van discipelen”.
We moeten aantonen dat hetgeen wij verkondigen tot in detail is gebaseerd op de
bijbel.
Mijn commentaar: Welke bijbel zou hier worden bedoeld? Er wordt in het boek een paar maal
meegedeeld dat de schrijver graag parafrasevertalingen gebruikt. Omdat die voor buitenstaanders “beter te
begrijpen” zouden zijn en hij het niet verstandig acht om de Blijde Boodschap ingewikkeld te maken door het
gebruik van “eeuwenoud” taalgebruik. Nu is een parafrase volgens het Standaard woordenboek: “een
omschrijving met andere woorden”. Dat komt er in de praktijk op neer dat de vertalers (ruimschoots) de vrijheid
nemen om de tekst van de bijbel naar hun eigen voorkeur en inzichten aan te passen. Want de realiteit is dat dit
“vertaalwerk” dikwijls wordt gedaan door mensen die wel naar wereldse maatstaven “bekwaam”
worden geacht voor dit “vertaalwerk” maar naar Gods maatstaven totaal onbekwaam zijn. En ook beslist geen
persoonlijke omgang kennen met (de Geest van) Jezus Christus. Waardoor de werkelijke betekenis van de bijbelse tekst
meer dan eens niet wordt (h)erkend door deze verstandelijk en natuurlijk denkende mensen zonder echt geestelijk
inzicht. Dit laatste kunnen we heel kort samengevat terugvinden in 1 Cor. 2:14 waar Paulus
schrijft: “Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en
hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is”. In hoeverre dit
“vertalen” uit de hand kan lopen heb ik zelf meermalen vastgesteld bij het aanhoren van bijbelgedeelten die
een opvallend vertekenende “aanpassing” hadden ondergaan aan de (wereldse) geest van deze tijd. Daarnaast
moet me nog van het hart dat het (baptisten)evangelie van Rick Warren, zoals te verwachten was, wel een waterdoop kent
maar niet de zo onmisbare doop in de Heilige Geest. Dat is geen evangelie, dat is slechts een uitgeklede versie daarvan
of beter gezegd: een parafrase-evangelie. Dat maakt zijn bewering dat hetgeen wij verkondigen tot in detail op de
bijbel moet zijn gebaseerd, toch wel tot een heel grove verdraaiing van de waarheid!!
Als er in een preek te veel aandacht wordt besteed aan de Griekse of de Hebreeuwse grondtekst
van de bijbel verliezen de mensen hun vertrouwen in de eigen vertaling.
Mijn commentaar: Heel geraffineerd, zo'n opmerking als deze. Want met die “eigen
vertaling” wordt uiteraard een parafrasevertaling bedoeld. En in die “vertalingen” zou men sowieso al
geen vertrouwen moeten hebben. Ik heb daarover bij de vorige bewering al het een en ander geschreven. Daarop
aansluitend wil ik nog eens bijzonder benadrukken dat door het voortdurend “aanpassen” van
bijbelvertalingen aan de heersende tijdgeest, die een ongekende normvervaging tot gevolg heeft, de betekenis van de
bijbelse boodschap bij iedere nieuwe “vertaling” weer een stapje verder af gaat wijken van wat er in de
oorspronkelijke teksten is vastgelegd. Dit komt er grofweg op neer dat de waarheid van het evangelie zich telkens weer
moet aanpassen aan de smaak van het publiek en van dit publiek lazen we in het voorgaande al in 2
Tim. 4:3: “Want er komt een tijd, dat [de mensen] de gezonde leer niet [meer] zullen verdragen,
maar omdat hun gehoor verwend is....”. Verwend door en gewend aan bijbelvertalingen die het Woord telkens weer
iets meer van zijn kracht hebben beroofd. Aan dat laatste maakten de schriftgeleerden in Jezus' dagen zich ook al
schuldig, zo lezen we in Matth. 15:6: “Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter
wille van uw overlevering”. De moderne “schriftgeleerden” zijn dus duidelijk nog steeds
actief......
Jezus maakte gebruik van eenvoudige verhalen om zijn visie duidelijk te maken en dit was dé
methode die Jezus het liefst gebruikte wanneer Hij tot de menigte sprak. Want in Matth. 13:34 lezen we: “Dit
alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de scharen en zonder gelijkenis zeide Hij niets tot hen”.
Mijn commentaar: Het kan zijn dat de schrijver het niet heeft zien staan want... als ik er
mijn eigen (ouderwetse) bijbelvertaling op na sla vind ik in Matth. 13:10-15: “En de
discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun en zeide: Omdat
het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. Want wie
heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen
worden. Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of
begrijpen. En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het
geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit
volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet
zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik
hen zou genezen”.
Het is haast ongelooflijk wat zo'n ouderwetse vertaling ons nog duidelijk kan maken.... Jezus gooide Zijn visie
helemaal niet op straat door middel van die gelijkenissen maar gebruikte ze wel als een vorm van geheimtaal, zo blijkt
uit Jezus' eigen toelichting.
Het is in de reclamewereld een ijzeren wet dat een boodschap zeven keer moet worden overgebracht
om het publiek van die boodschap te kunnen overtuigen.
Mijn commentaar: Reclamemakers bemoeien zich met een totaal ander publiek dan een gemeente
doet. Een wereldse “wijsheid” zoals deze als maatstaf te hanteren bij het bekend maken van het evangelie is
een voorbijgaan aan een dringende waarschuwing van Jezus aan Zijn discipelen. In Lucas 10
lezen we namelijk dat Jezus Zijn discipelen er opuit stuurde om het evangelie aan de Joodse steden te brengen. In
Lucas 10:10-11 voegt Hij daaraan toe: “Maar als gij in een stad komt, waar men u niet
ontvangt, gaat naar buiten op haar straten en zegt: Ook het stof van uw stad, dat aan onze voeten kleeft wissen wij af
tegen u; doch weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabijgekomen is”. Jezus zei hier beslist niet: “Smeek ze op
je knieën of ze toch maar alsjeblieft willen luisteren” maar wel: “Schud het stof van je voeten en
ga naar een andere stad”. Anders gezegd: “Als men aan het evangelie geen boodschap heeft, verspil er je
tijd en energie niet aan maar vertrek”. En ga ze dus niet zeven maal bestoken met een boodschap waar ze toch geen
boodschap aan hebben.
Om veel verschillende soorten mensen te bereiken zijn veel verschillende soorten gemeenten en
stijlen van evangelisatie nodig.
Mijn commentaar: Ik heb toch wel zo dat grijze vermoeden dat die veel verschillende soorten
gemeenten in de praktijk niet slechts “verschillende soorten gemeenten” zijn maar dat ze juist daarom zo
verschillend zijn omdat ze elk het evangelie een eigen en dus een afwijkend kleurtje hebben gegeven. In de inleiding
bovenaan deze pagina heb ik al aangehaald dat ik ergens een uitspraak van Rick Warren tegenkwam die veelzeggend genoeg
is en die herhaal ik hier maar even: “Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk u behoort, mensen. We horen
allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. De heer Warren negeert hiermee het feit dat Jezus slechts
één evangelie heeft gebracht en daarvan bestaat geen a, b en een c versie. Rondkijkend in het hedendaagse
geestelijke Babylon zie ik dat men er van het evangelie zelfs nog veel meer versies bij gemaakt heeft. Als al deze
verschillende versies de “verschillende soorten gemeenten” zijn waar Rick Warren op doelt dient hij niet
het Koninkrijk Gods met deze dwaling maar het geestelijke Babylon, de valse kerk. En dát is een kwalijke zaak!
Een feit is dat er voorgangers zijn die het beste overweg kunnen met hoogopgeleide intellectuelen.
Door het verschil in achtergrond komt het voor dat een voorganger niet met een gemeente overweg kan.
Mijn commentaar: Het advies van Rick Warren betreffende dit “probleem” is dat een
voorganger een gemeente zou moeten opstarten in een omgeving waarvan de bewoners een zelfde achtergrond en opleidingsniveau
hebben als deze voorganger. Alsof dat van enig belang zou zijn als in een gemeente het evangelie wordt gebracht dat
met al deze wereldse maatstaven zoals status, opleiding, rijkdom, armoede en dergelijke geen rekening houdt. In de brief
van Jacobus wordt daar de nodige aandacht aan besteed omdat er in zijn tijd ook kennelijk al misstanden waren ontstaan
doordat mensen de boodschap van het Koninkrijk Gods blijkbaar niet hadden begrepen. Ik lees namelijk in Jac.
2:2-4: “Want stel, er kwam in uw vergadering een man binnen met een gouden ring aan zijn vinger en in prachtige
kleding, en er kwam ook een arme binnen in schamele kleding, en gij zoudt opzien tegen de man met de prachtige kleding
en zeggen: neem gij hier deze goede plaats, maar tot de arme zoudt gij zeggen: ga gij daar staan, of ga beneden bij
mijn voetbank zitten, zoudt gij dan geen onderscheid maken onder elkander en optreden als rechters, die zich door verkeerde
overwegingen laten leiden?” Als zoiets als een “hoge” opleiding een hindernis vormt voor het onderlinge
contact is de kans levensgroot aanwezig dat het neerkijken op de ander vanwege zijn minder groter “succes”
en/of status in dit leven getuigt van een absoluut wereldse gezindheid. Een gezindheid die voorbijgaat aan de kern van
het evangelie en die is dat de liefde van God in ons hart rekening houdt met het verborgene in het hart van de mens
en met de dingen die boven zijn. Een gemeente hoort discipelen van Jezus voort te brengen en discipelen zijn slechts
gericht op wat eeuwig blijft. Daar gaat het evangelie namelijk over. Hun onderlinge contact wordt niet gehinderd door
de beperkingen van iemands ziel of zielenleven. Of door het al of niet aanwezig zijn van de kennis van wereldse zaken
omdat dit slechts dingen zijn die zich beperken tot het zielenleven en dus tot de dingen van deze wereld. Voor echt
geestelijk contact is communicatie van geest tot geest noodzakelijk. Er wordt door de schrijver gesteld dat er als
uitzondering hierop mensen zijn die van de Heilige Geest het vermogen hebben gekregen om te kunnen communiceren
met mensen met een heel andere achtergrond. Dit is een vermogen dat iedere discipel van Jezus hoort te hebben
omdat echt geestelijk contact zich in een andere (geestelijke) wereld afspeelt waarin het eventuele “succes”
van de “hoog”opgeleiden van nul en geen waarde is.
Voor diegenen die desondanks nog ten onrechte menen dat hun maatschappelijke successtory in de hemel ook op hun verdienstenlijst
wordt vermeld volgt hier nog even deze ontnuchterende uitsmijter uit Prediker 9:11: “Wederom
zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het brood,
noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen de gunst, want tijd en toeval treffen hen allen”.
Met andere woorden: er zijn te veel factoren in een mensenleven aanwezig waarvan die mens afhankelijk is, waarop hij
geen invloed heeft en die toch zijn lot meebepalen, zodat het roemen op de eigen prestaties volkomen misplaatst is.
Relativeren is hier het sleutelwoord!
Het probleem is dat ons geloof ons hoe langer hoe minder als een ongelovige doet
denken.
Mijn commentaar: Het overkwam mij dat ik bij het lezen van deze bewering toch wel even door
verbazing was overvallen. Want het evangelie is er juist op gericht om ons de wereldse manier van denken af te leren.
Die manier van denken namelijk die zwaar onder invloed staat van wat de satan de mens wil opdringen en die beheerst wordt
door wat onze zintuigen ons vertellen. Een denken dat vijandig gezind is tegenover de boodschap van het Koninkrijk Gods
zodat Paulus in Romeinen 12:2 vermaande: “En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld,
maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede,
welgevallige en volkomene”. Wat Rick Warren met deze opmerking wil zeggen komt er op neer dat het (veel te)
geestelijke denken van een discipel van Jezus een hindernis vormt voor het kunnen begrijpen van de gedachtewereld van
de ongelovige. Waardoor bijvoorbeeld hijzelf (naar eigen zeggen) een “mentale omschakeling” moet maken om
contact te kunnen leggen met niet-christenen. En hier gaat hij dus grandioos de mist in met zijn baptistenevangelie.
Want als je er niet van doordrongen bent dat de doop en de voortdurende vervulling met de Heilige Geest dé
drijvende kracht moet zijn achter alles wat wij doen voor het Koninkrijk Gods, voorwaar dan kun je wel met een
gereedschapskist vol psychologische kunstgrepen een poging doen om het evangelie over te brengen op de niet-gelovige,
het is en blijft surrogaat. Toen Jezus in Handelingen 1:8 afscheid nam van Zijn discipelen gaf
Hij ze als laatste mee: “maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult
mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde”. Dit getuige
zijn is dus een direct gevolg van de inwoning van de Heilige Geest en voor de Heilige Geest bestaan geen
hindernissen voor het bereiken van de geest van de ongelovige. Ook geen culturele hindernissen of verschillen. De
alternatieve methode van Rick Warren is dat hij die cultuurverschillen “opheft” door het zich aanpassen aan
de cultuur van de ongelovige. Deze methode wordt fel verdedigd met de aanvallende bewering dat er christenen zijn die
alles wat lijkt op “aanpassen aan de cultuur” beschouwen als vrijzinnige theologie. Tussen de regels door
lezend proef ik hieruit dat hij nattigheid voelt en daarom deze rammelende theologie met nog wat extra zwaar geschut
denkt te moeten verdedigen. Wel, meneer Warren, ik beschouw mijzelf ook als zo'n christen die aan deze vrijzinnige
theologie geen boodschap heeft. Omdat ik in de bijbel toch wel degelijk een ander evangelie heb gevonden.
Culturele verschillen liggen bovendien hoofdzakelijk op het zielsvlak. Waar deze culturele verschillen het gevolg zijn
van een heidense religie, en het nu juist de menselijke geest is die zich met religie bezighoudt, is het juist die
geest van de ongelovige die door de Heilige Geest wordt aangesproken. Met de wijsheid van de Heilige Geest kan iedere
discipel van Jezus contact leggen met een niet-christen en getuigen van Zijn liefde voor de verloren zondaar. Die
boodschap wordt door iedere ongelovige begrepen als hij daar oprecht voor open staat.
Sinds de eerste gemeenten heeft het christendom zich al tweeduizend jaar lang aan iedere nieuwe
cultuur aangepast. Als dat niet gebeurd was zouden we nu nog een groepering binnen het Judaïsme zijn geweest en
als we daar geen aandacht aan schenken negeren we twintig eeuwen kerkgeschiedenis.
Mijn commentaar: En dát is nu precies de reden waarom het “christendom”
is verworden tot het grote geestelijke Babylon dat er nu bovendien weer uit alle macht naar streeft om al die verschillende
stromingen, kerken, sekten en (evangelische) bewegingen op één hoop te vegen zodat uiteindelijk van haar gezegd
kan worden wat we kunnen lezen in Openb. 18:2-3: “Gevallen, gevallen is de grote stad
Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een
schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte, omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken
gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit
de macht harer weelderigheid”. Dit is nu het resultaat van datgene waar ook de roomse kerk zich voor heeft ingespannen.
En dat is: het zich voortdurend aanpassen aan heidense culturen, religies en gewoonten om de eigen religie geaccepteerd
te krijgen.
Door deze praktijken worden cultuur en religie al gauw op één hoop gegooid zodat behalve de heidense cultuur,
die sowieso al zwaar beïnvloed is door de aangehangen religie, ook elementen uit die heidense religie worden overgenomen.
Deze manier van “evangelisatie” is een nalatenschap van de Jezuïtische missionaris Franciscus Xavier
(die leefde in de zestiende eeuw). Zijn visie was dat de roomse missionarissen zich moeten aanpassen aan de cultuur
van de mensen die ze proberen te bekeren tot het christelijke geloof. Dus naast de opgedrongen bekeringen als resultaat
van de Inquisitie heeft de roomse kerk ook dit masker in gebruik. Het is een feit dat de Jezuïtische orde de meest
fanatieke en gevaarlijkste van alle roomse orden is, en deze kent een zeer lange en zware opleiding. Het is een orde
die er slechts op uit is om de gevolgen van de Reformatie terug te draaien, de (politieke) macht en de invloed van het
Vaticaan uit te breiden en om alle niet-roomse religies uit te roeien. Onder diverse vermommingen zijn deze ratten zelfs
doorgedrongen tot in het hol van de Protestantse leeuw, en geven bijvoorbeeld als “Protestantse” professoren
les op Protestantse theologische universiteiten. Lettend op de snel om zich heen grijpende vrijzinnigheid binnen de
Protestantse kerken valt het niet te ontkennen dat deze insluipers ondertussen hun Protestantse vijand systematisch
van binnenuit hebben uitgehold. Een verschijnsel dat zich in de natuur ook voordoet doordat bepaalde insecten hun eitjes
leggen in het lijf van hun slachtoffer waarna deze eitjes uitkomen en de uitgekomen larven het lichaam van hun (nog
levende) “gastheer” leegvreten. Het Protestantisme is als geheel ondertussen nog slechts zo'n leeggevreten
huls. Dit wapenfeit van de Jezuïeten is het resultaat van hun extreme aanpassingsvermogen aan de cultuur en religie
van de “vijand”.
Waar dergelijke aanpassingstactieken de gangbare evangelisatiemethode zijn geworden zal al heel snel de maatstaf of
iets nog bijbels is of niet, geen maatstaf meer zijn. Zoals dat ook voor de paus en zijn handlangers geen maatstaf is.
Het lijkt er verdacht veel op dat de methode van Rick Warren een evangelische kopie is van deze kameleonmentaliteit
van de Jezuïeten. Die twintig eeuwen kerkgeschiedenis is uiteindelijk niet veel anders dan de geschiedenis van
het geestelijke Babylon.
Als gemeenten optimaal van hun bezittingen gebruikmaken krijgen ze meer giften. Daarom zei Jezus
in Lucas 19:26: “Ik zeg u, aan een ieder, die heeft, zal
gegeven worden, en hem, die niet heeft, zal ontnomen worden ook wat hij heeft”.
Mijn commentaar: Het lijkt er toch wel degelijk op dat het de schrijver volkomen is ontgaan
waarover Jezus hier sprak. Toen Jezus in Joh. 18:36 tegenover Pontius Pilatus antwoordde:
“Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” bevestigde Hij daarmee dat het evangelie om welke hij door
de religieuze leiders van Israël was gevangengenomen een ander koninkrijk diende dan waar Pilatus zich druk om
maakte. Omdat Jezus dat onzichtbare Koninkrijk Gods diende is het uitgesloten dat hij in Lucas
19 met de gelijkenis van de tien ponden een uitgebreid financieel advies aan het geven was. Omdat Rick Warren in
zijn boek ook al heeft aangehaald dat Jezus vaak gelijkenissen gebruikte om geestelijk zaken onder woorden te brengen
is het des te opmerkelijker dat hij déze gelijkenis nu ineens aangrijpt om het financiële beleid van een
gemeente op het juiste spoor te zetten. Jezus sprak in deze gelijkenis over de ijver waarmee een discipel van Jezus
zich inspant voor de uitbreiding van het eeuwige Koninkrijk Gods. Die inspanningen zullen ook beloond worden en die
beloning is eeuwig.
In principe kan iedereen voor Christus worden gewonnen als we er achter komen wat de
sleutel tot zijn of haar hart is.
Mijn commentaar: In de gelijkenis van de tien ponden die bij de vorige bewering ter sprake is
gekomen besluit Jezus zijn betoog met de woorden in Luc. 19:27: “Doch die vijanden van
mij, die niet wilden, dat ik over hen koning werd, brengt hen hier en slacht ze voor mijn ogen”. Waarmee
is gezegd dat er beslist ook mensen zijn die domweg niet willen luisteren, wat voor inspanning men ook levert om
hen te overtuigen. En wat die sleutel tot zijn of haar hart betreft: het zit er dik in dat met die sleutel in de
“methode Warren” de één of andere psychologische benadering wordt bedoeld. En dat is heel wat
anders dan het door de Heilige Geest geleid worden in het overbrengen van het evangelie op ongelovigen.
In Luc. 4:17-19 staat: “En Hem werd
het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven
is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij
heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden
in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren”. In dit bijbelgedeelte ligt alle nadruk op het
voorzien in behoeften en het genezen van pijn. Omdat Jezus hier goed nieuws had te vertellen wilden de mensen het
daarom ook horen. Want met Zijn boodschap reikte Jezus Zijn toehoorders praktische voordelen aan.
Mijn commentaar: Het zal toch niet zo zijn dat in de parafrasebijbel van de schrijver voor een
wel zeer afwijkende vertaling is gekozen? Want in Luc. 4:28-29 van mijn eigen (ouderwetse)
vertaling lees ik toch echt een heel andere afloop: “En allen in de synagoge werden met toorn vervuld,
toen zij dit hoorden. Zij stonden op en wierpen Hem de stad uit en voerden Hem tot aan de rand van de berg,
waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte te storten”. Naast het feit dat er “praktische
voordelen” worden genoemd als lokkertje voor de ongelovigen leid ik hier vooral uit af dat de heer Warren
kennelijk de moeite niet heeft genomen om de hele context van dit voorval mee te nemen in zijn theologie. En dat
getuigt van een opvallend selectief gedrag, alsof alleen datgene wordt meegenomen waarmee de “methode
Warren” overeind kan worden gehouden. Kennelijk rekent hij er ook niet op dat de oplettende lezer zelf even
onderzoek doet naar de afloop van deze gebeurtenis in Lucas 4.
In Efeze 4:29 schrijft Paulus: “Zeg
[alleen] iets opbouwends, iets dat de mensen die u horen, goeddoet”. We moeten dus alleen die dingen zeggen die
aan de behoeften van de mensen beantwoorden en alleen die dingen zeggen die hen goeddoen.
Mijn commentaar: Omdat ik zo mijn terechte twijfels had over de manier waarop de schrijver met
bijbelteksten omgaat en deze moderne vertaling er ook al niet veel goeds aan doet heb ik er de Griekse grondtekst van
de aangehaalde tekst maar bij gepakt. Zo letterlijk mogelijk vertaald uit het Grieks staat daar: “Elk bedorven
woord moet niet uit uw mond uitgaan, maar als u enig goed woord hebt tot de noodzakelijke opbouw opdat het genade geeft
aan de horenden”. De door Rick Warren geciteerde tekst is duidelijk niet compleet. Het eerste deel ontbreekt.
Bovendien is het onderwerp in deze tekst de tegenstelling(!) tussen de taal die de onbekeerden uitslaan en de manier
waarop bekeerde mensen met hun taal omgaan. Het is een deel van een als vermaning bedoelde opsomming waarin Paulus
opsomt wat voor levenswandel er van de bekeerde Efeziërs wordt verwacht en hij begint zijn opsomming in
vers 20 daarom met de woorden: “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen.
Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw
vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat...”. Paulus duidt vervolgens in
de (door de heer Warren geciteerde) tekst aan dat de woorden van een discipel van Jezus opbouwend horen te zijn in
tegenstelling tot de zondige taal van de heidenen. Deze opbouwende taal kan ook inhouden dat er wel eens de nodige
vermaningen moeten worden geuit. Ook al valt dat bij de ander niet altijd meteen goed. Het onderwerp in Efeze 4:29 is dan ook: het afleggen van de oude mens met al zijn zondige gewoonten en beslist niet
het “voorzien in behoeften”. Behoeften die trouwens zeer waarschijnlijk lang niet altijd aan Gods
maatstaven voldoen. En van een discipel wordt niet verwacht dat hij in elke willekeurige behoefte van de (nog
onbekeerde) bezoeker voorziet omdat dit slechts inhoudt dat diens oude mens aan zijn trekken komt. Ik heb met dit
voorbeeld willen aantonen dat de hier geciteerde tekst uit Efeze 4:29 compleet uit de context
is weggerukt door Rick Warren en dat geeft toch wel een indruk van het bedenkelijke niveau van zijn theologie.
Niet-kerkelijken moet je niet lastigvallen met een saaie preek of met lange gebeden. Als de
waarheid op een armzalige manier wordt gebracht, wordt de waarheid genegeerd.
Mijn commentaar: Het valt niet te ontkennen dat de manier waarop het evangelie wordt gebracht
een grote invloed heeft op de toehoorders. Toch heb ik meer dan eens voorbeelden gelezen van mensen die ondanks de, in
hun ogen, belabberde manier van evangelieverkondiging in hun hart werden getroffen omdat de boodschap die ze hoorden
ondanks de tekortkomingen in het brengen ervan toch rechtstreeks door God werd gebruikt om de mens in kwestie van zijn
hopeloze situatie te overtuigen. En van zijn zonden. Als volgens deze bewering de waarheid om wat voor reden dan ook
wordt genegeerd door de toehoorders heeft de gemeente in kwestie het verkeerde soort publiek binnengehaald. Een
publiek dat sowieso niet aan het evangelie toe was en dat is nu precies hetzelfde soort publiek waarvan Jezus zei tegen
Zijn discipelen in Lucas 10:10-11: “Maar als gij in een stad komt, waar men u niet
ontvangt, gaat naar buiten op haar straten en zegt: Ook het stof van uw stad, dat aan onze voeten kleeft wissen wij af
tegen u; doch weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabijgekomen is”. Het evangelie is in de eerste plaats bedoeld om
discipelen voor Jezus te winnen. En die van Godswege geroepen discipelen zijn mensen die er op de juiste plaats en op
het juiste tijdstip klaar voor zijn om het evangelie te aanvaarden. Mensen die voor de waarheid vanwege zoiets als een
“saaie preek” de neus ophalen zijn aan dat evangelie niet toe en horen in een gemeente niet aanwezig te
zijn.
(1) IJskoude en vochtige omstandigheden, verzengende hitte en harde wind (tijdens een tentsamenkomst)
worden door bezoekers als kleinigheden afgedaan als ze levens zien veranderen. Vijftien jaar groei van Saddleback Church heeft laten zien dat mensen hete gymzalen, lekkende tenten, en overvolle parkeerplaatsen
voor lief nemen als de preken in de behoeften voorzien.
(2) De staat waarin een samenkomstgebouw verkeert, de onjuiste verlichting en de temperatuur
kunnen de stemming onmiddellijk doen omslaan. De temperatuur kan de best voorbereide dienst in een paar minuten tijd
ruïneren! Wanneer mensen het te warm of te koud hebben dan haken ze af.
Mijn commentaar: Mocht het de lezer nog niet zijn opgevallen: de twee bovenstaande beweringen
wekken toch op zijn minst de indruk dat hier twee opvallend tegenstrijdige overtuigingen naar voren worden gebracht. In
de eerste bewering blijken beperkingen en ongemakken, zoals verzengende hitte, geen belemmering te zijn voor bezoekers
die blijkbaar hebben gevonden wat ze zochten in de evangelische supermarkt. En volgens de tweede bewering kan de
temperatuur alleen al zelfs de best voorbereide samenkomst vergallen. Deze beweringen staan weliswaar niet op
één en dezelfde pagina in het boek “Doelgerichte gemeente” maar toch is het veelzeggend dat deze
tegenstrijdigheden in één en hetzelfde boek zijn te vinden. Daar mag de lezer zelf een oordeel over vellen,
voor mijzelf is het toch wel een aanwijzing dat de waarheid ergens aan de kant staat toe te kijken.
Door de televisie kan men niet meer lang de aandacht ergens bijhouden.
Mijn commentaar: Mijn advies: laat ze dan maar mooi bij hun TV zitten zodat ze kunnen kijken
naar al die religieuze programma's van de megakerken, die met hun welvaartsevangelie niet veel anders doen dan reclame
maken voor een Amerikaanse levensstijl die het toelaat dat men onopgemerkt halverwege de preek nog wat slaaptekort kan
inhalen.
Ik wijs de stelling van de hand dat een muziekstijl als goed of fout kan worden bestempeld want
wie bepaalt wat goed of fout is?
Mijn commentaar: Het gaat hier over de “ideale” muziekstijl die in een gemeente
gebruikt moet worden voor een bepaald soort publiek. Wie zou er trouwens moeten bepalen wat hierin wijsheid is? Voor
een discipel van Jezus is het toch altijd nog de Heilige Geest die het laatste woord heeft in alles waar een discipel
van Jezus in het leven mee te maken krijgt. En dan blijken er in de dagelijkse praktijk geregeld zaken onze levensweg
te kruisen die achteraf helemaal niet zo onschuldig zijn als ze lijken te zijn. Zonder de wijsheid van boven en zonder
het willen luisteren naar de stem van de Heilige Geest kan er dan ook zoveel gruwelijk fout lopen in ons leven dat we
maar beter heel goed kunnen luisteren naar de vermaningen, waarschuwingen en aanwijzingen die Hij ons geeft. Doen we
dat niet dan zit het er dik in dat we niet doorhebben dat ook veel muziek in deze goddeloze wereld zwaar onder invloed
staat van de wereldbeheersers dezer duisternis. En dat daarom heel wat muziekstijlen zijn ontstaan in culturen die
vrijwel volledig onder controle staan van de boze geesten. Zo heb ik zelf destijds bijna 14 jaar lang tijdens
mijn werk dagelijks gedwongen moeten luisteren naar alle populaire muziek die de collega's graag wilden horen. Na 14
jaar wist ik dus beslist wat er op dat terrein te koop was en nog is. Zo moest ik vaststellen dat er bepaalde
muziekstijlen zijn die telkens weer beelden opriepen van gillende demonen en van meer van dergelijke nachtmerrie
oproepende zaken. Dus is het onontkoombaar dat we ons ook wat de muziek betreft houden aan wat Paulus schreef in
Efeze 6:11-12: “Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de
verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de
machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten”. Van die
verborgen verleidingen is de hedendaagse populaire muziek vol.
Voor het eerst in de geschiedenis bestaat er een muziekstijl die je overal kunt horen en dat is
de hedendaagse popmuziek.
Mijn commentaar: Hoewel ik na mijn 14 jaar luisterervaring niet kan zeggen dat alle
hedendaagse muziek brandhout is, is mijn conclusie na al die jaren dat verreweg het meeste daarvan in dienst van de satan
staat. Als men zich dan toch inlaat met al dit soort muziekstijlen zal deze gewoonte op een subtiele manier de sfeer
beïnvloeden én de gedachten van de toehoorders. Zoiets doet mij onwillekeurig weer denken aan wat de apostel
Petrus schrijft in 1 Petrus 4:4-5: “Daarom bevreemdt het hen, dat gij u niet met hen
stort in diezelfde poel van liederlijkheid, en zij belasteren u; maar zij zullen daarvan rekenschap moeten geven
aan Hem, die gereed staat om levenden en doden te oordelen”. Die poel van liederlijkheid heb ik maar al te vaak
moeten aanhoren en het heeft me telkens weer geleerd dat dit met het Koninkrijk Gods niets heeft te maken.
Als gevolg van onze muziek hebben we duizenden extra leden aangetrokken.
Mijn commentaar: Dat verbaast me niets! Maar van mensen die gelokt moeten worden door een
bepaalde muziekstijl kun je nog wel gemeenteleden maken, het is zeer onwaarschijnlijk dat ze ook werkelijk discipelen
worden zoals de bijbel dat leert. Zie het voorgaande hierover.
We maken graag gebruik van bijbelgedeelten die laten zien welke voordelen het heeft om Christus
te kennen.
Mijn commentaar: Een leerzame les van Jezus zelf vinden we in Lucas
9:57-58: “En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. En Jezus
zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om
het hoofd neer te leggen”. Het lijkt er niet echt op dat Jezus hier de voordelen stond op te sommen van het
volgen van Jezus. Dit voorval laat echter wel zien dat Jezus eerlijke informatie gaf met als mogelijk gevolg dat de
volgeling in kwestie zich zou bedenken. Maar beter zo dan dat dit soort “volgelingen” het later alsnog
massaal laat afweten. Daar is in het voorgaande al een voorbeeld van gegeven (Joh. 6:66). En
dat zal des te vaker gebeuren als belangstellende toehoorders gelokt worden met allerlei “voordelen” van
het kennen van Christus. Het is uiteraard zo dat het kennen van Jezus en het discipel van Jezus zijn voor de mens een
ongekende wereld opent die ver uitgaat boven alles wat dit zeer tijdelijke leven heeft te bieden, maar.... in een
wereld die nog door de satan wordt geterroriseerd betekent het kennen en het volgen van Jezus ook dat het kruis van het
lijden ons deel zal zijn. Maak dát de “belangstellenden” meteen duidelijk zoals ook Jezus dit deed en
je bespaart jezelf een heleboel verspilde tijd en energie doordat de lafhartigen onder hen meteen het (brede) hazenpad
kiezen.
We moeten mensen gewoonten aanleren die noodzakelijk zijn voor geestelijke volwassenheid want
iedere gelovige kan volwassen worden als hij of zij maar de gewoonten ontwikkelt die
noodzakelijk zijn voor geestelijke groei. Geestelijke fitheid is eenvoudigweg een kwestie van het aanleren van bepaalde
geestelijke oefeningen.
Mijn commentaar: Een stelling als deze maakt nu eens heel duidelijk dat datgene wat de
schrijver onder geestelijke volwassenheid verstaat behoorlijk afwijkt van wat de bijbel ons daarover leert. Hij heeft
het over gewoonten die zouden moeten worden aangeleerd om die geestelijke volwassenheid te kunnen bereiken. In
1 Petrus 4:12-13 wordt ons daar al meteen een heel andere voorstelling van gegeven:
“Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds
overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met
vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid”. Want.... zoals Jezus zelf al aan Zijn
discipelen duidelijk maakte in Joh. 15:20 betekent discipelschap in de praktijk ook: Gedenkt
het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij
zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren”. Petrus heeft
het dus over de vuurgloed die tot beproeving dient en die beproeving is onmisbaar voor de groei naar de
geestelijke volwassenheid. In Rom. 5:3-6 geeft Paulus dit op zijn beurt als volgt weer:
“En niet alleen hierin, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking
volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de
liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is, zo zeker als Christus, toen wij nog
zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven”. Voor de volledigheid voeg ik hieraan nog de versie van
Jacobus toe uit Jac. 1:2-4: “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in
velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding
moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort
schiet”. Die groei naar de volwassenheid kan onder omstandigheden zoals die in de hier aangehaalde
tekstgedeelten worden genoemd slechts plaatsvinden als er een intense omgang met Jezus Christus is en de eerste liefde
voor Hem niet verwatert. Zonder deze omgang met Jezus zal er van die volwassenheid niets terechtkomen. Zet ik hier de
“gewoonten” van Rick Warren tegenover dan zijn die gewoonten een wel erg schamele vertoning omdat dit
slechts mensen voortbrengt die kunstmatig aangeleerd wordt netjes te leven. Zou de duivel vervolgens even langskomen
dan blijft er van die aangeleerde gewoonten al snel geen spaan meer heel.
Wie niet regelmatig omgaat met andere gelovigen moet zichzelf serieus afvragen of hij wel echt
in het licht wandelt.
Mijn commentaar: Daar is beslist iets voor te zeggen in het geval dat mensen een gemeente mijden
omdat ze zich te ver verheven voelen boven de broeders en zusters. Of niet kunnen opschieten met de voorganger of met
één of meer oudsten. Van dit soort conflictsituaties zijn vele voorbeelden te noemen. Met het oog op dit soort
misstanden schreef Paulus deze scherpe vermaning in Gal. 5:14-15: “Want de gehele wet
is in een woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Indien gij echter elkander bijt en vereet,
ziet dan toe, dat gij niet door elkander verslonden wordt”. Maar.... de wereld is veel groter dan Amerika
of Nederland en daardoor komt het voor dat in landen waar de vervolging van gelovigen onder andere gevangenschap tot
gevolg heeft daar gelovigen zijn die vanwege hun geloof in Jezus Christus soms wel twintig jaar of nog langer gevangen
zitten. En al die jaren geen gemeente kunnen bezoeken. Toch komen ze na al die jaren de gevangenis uit zonder dat hun
geloof in en hun toewijding aan Jezus eronder is bezweken. Waarmee is aangetoond dat ze wel degelijk in het licht wandelden.
Het evangelie is tenslotte niet alleen bedoeld voor die landen waar gelovigen zich nog vrij kunnen bewegen, ondanks
hun geloof, maar ook voor die landen en situaties waarin de vervolging het de gelovige belet om een samenkomst te bezoeken.
Nu we het hier toch over hebben herhaal ik hier maar weer even wat ik in het voorgaande al heb geschreven over dit onderwerp
en daarmee bedoel ik het volgende citaat: “Vergelijken we bijvoorbeeld de op grote aantallen gerichte “doelgerichte”
methode van Rick Warren met als resultaat een “succesvolle” gemeente, met het leven van die ene broeder
die vanwege zijn geloof ergens op deze wereld in de kerkers van een extreem vijandige regering jarenlang zit te verkommeren
dan is volgens de succesformule van de evangelische managers het leven van deze broeder voor het koninkrijk Gods van
weinig waarde geweest. Ik kan ze echter meedelen dat deze broeder in het geloof die na twintig jaar gevangenschap zijn
geloof in Jezus niet heeft verloochend, ondanks de meest ellendige omstandigheden en folteringen, bij God in hoger aanzien
staat dan die massa's afgerichte christenen die wekelijks in hun blikken paleis op wielen naar een samenkomst rijden
om daar hun oor weer te laten strelen door vlotte babbels en populair evangelisch geleuter”. Einde citaat.
Echte geestelijke volwassenheid betekent het met ons hart God loven en prijzen, het opbouwen van
liefdevolle relaties, het gebruiken van onze gaven en talenten om anderen te dienen en het delen van ons geloof met
verloren mensen.
Mijn commentaar: In de hier getoonde opsomming staan op zichzelf geen onjuiste dingen maar het
geheel wekt wel de onterechte indruk dat dit alles is waar geestelijke volwassenheid op neerkomt. En dat is de halve
waarheid. Over de andere helft van die waarheid heb ik hierboven al het nodige aan het computerscherm toevertrouwd.
Over dat “loven en prijzen” wil ik echter nog wel iets kwijt. Daarover sprak Jezus tegenover de
toegestroomde Farizeeën en de schriftgeleerden in Marcus 7:6-9: “Terecht heeft
Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd, zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun
hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.
Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen. En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt
gij wel fraai buiten werking om uw overlevering in stand te houden”. Zoals de schriftgeleerden destijds
deden, en trouwens nog steeds doen, zo wordt ook in het hedendaagse evangelische christendom dit gebod Gods (het
evangelie van Jezus) aan de smaak van deze tijd aangepast. Het gebod Gods wordt daarom ook hiermee weer fraai buiten
werking gesteld want het evangelie dat er over blijft na deze afslankingskuur is geen evangelie maar een christelijk
praatje. Dan heeft dat “loven en prijzen” voor God ook weinig waarde meer en zegt Hij ook van deze
“lofprijzers”: “Tevergeefs eren zij Mij”.
Een vergelijkbare vermaning vinden we ook terug in Amos 5:21-24: “Ik haat, Ik
veracht uw feesten, en kan uw samenkomsten niet luchten. Ja, als gij Mij brandoffers brengt, en uw
spijsoffers, heb Ik daaraan geen welgevallen, en uw vredeoffer van mestkalveren wil Ik niet aanzien. Doe
van Mij weg het getier van uw liederen, het getokkel van uw harpen wil Ik niet horen. Maar laat het recht
als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek”. Duidelijk?
(1) We vragen mensen zich toe te wijden aan Christus, aan de waterdoop, aan het lidmaatschap van de
gemeente, aan de gewoonten die nodig zijn om tot geestelijke volwassenheid te komen, aan de bediening en aan het
vervullen van hun levensmissie.
(2) Er worden vier voorwaarden gesteld aan het lidmaatschap: een persoonlijk belijdenis dat
Christus Heer en Verlosser is, de waterdoop, de voltooiing van de lidmaatschapscursus en een getekende
lidmaatschapsovereenkomst.
Mijn commentaar: Het heeft even geduurd voordat ik de logica van deze twee stellingen een
beetje kon vatten. Dat kwam namelijk door het feit dat de waterdoop en het lidmaatschap in de eerste stelling apart
genoemd worden als voorwaarden en in de tweede stelling is de waterdoop een onderdeel van dat lidmaatschap. Maar goed,
dat is verder slechts bijzaak. Het eerste dat er hier uitspringt is trouwens die lidmaatschapscursus en de
getekende lidmaatschapsovereenkomst. Het is uiteraard zo dat in een gemeente voor het noodzakelijke
overbrengen van (bijbel)kennis (bijbel)studies onmisbaar zijn. En in iedere gemeente heeft men wel een eigen aanpak
hiervoor. Daar is beslist niets mis mee. Maar als ik lees over een lidmaatschapscursus en een getekende
lidmaatschapsovereenkomst vraag ik me toch wel af of die cursussen en overeenkomsten ook echt over het evangelie
handelen of dat men ermee wordt geprogrammeerd tot het slaafs nakomen van allerlei regels en verplichtingen die men ter
plaatse zo belangrijk vindt. Als ik bijvoorbeeld de in het boek getoonde groeiovereenkomst bekijk valt het me op dat er
onder andere van de ondertekenaar wordt verwacht dat hij/zij wekelijks tienden geeft aan God. Of zou die
“God” in dit geval misschien, eventueel, wellicht de gemeentekas kunnen zijn?? Dat is dan wel een
heel slimme manier om je als gemeente van een constante stroom inkomsten te voorzien..... In hoeverre dit soort
achterliggende bedoelingen hierbij een rol spelen kan ik niet beoordelen en daarom laat ik dit financieel getinte
onderwerp verder met rust maar... het roept in ieder geval wel vraagtekens op. Ik bedoel hiermee overigens niet te
zeggen dat het geven van tienden onzin is want dat is beslist een goede gewoonte maar als men zich op de hier
beschreven manier moet verplichten tot het geven van tienden heeft het toch wel verdacht veel weg van een
“gemeentebelasting”.
Dan valt er nog iets op in de beide opsommingen en dat is de grote afwezigheid van wat in het evangelie als onmisbaar
wordt beschouwd en dat is: de doop in de Heilige Geest. Die waterdoop alleen is namelijk niet voldoende. Daarover is
het Nieuwe Testament duidelijk genoeg. Van een baptist als Rick Warren was deze misser te verwachten dus het verbaast
me niet maar het laat wel zien dat het evangelie van Jezus in de “methode Warren” niet compleet is. En dat
is een zeer bedenkelijke zaak.
De vier basisgewoonten voor iedere discipel zijn: het tijd doorbrengen met Gods Woord, de
gewoonte om te bidden, om tienden te geven en om onderlinge gemeenschap te hebben.
Mijn commentaar: Discipelschap bestaat niet uit bepaalde aangeleerde basisgewoonten maar uit
een heel intense en voortdurende omgang met Jezus Christus. Hoe dat in zijn werk gaat wordt in Micha
6:8 in enkele regels duidelijk gemaakt: “Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van
u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God”.
Ootmoedig wandelen met onze God: zo simpel gaat dat dus. Daar komen geen massa cursussen, aangeleerde gewoonten of
getekende groeiovereenkomsten bij kijken. Als een discipel zich in gehoorzaamheid door de Heilige Geest laat leiden
komen daar vanzelf de overtuigingen en het geloof die richting geven aan het leven van een discipel van Jezus. Het is
die eerste liefde voor Jezus Christus en voor de zaak van het Koninkrijk Gods die een mens niet laten bidden vanuit een
aangeleerde gewoonte maar vanuit het verlangen om het contact met Hem voortdurend in stand te houden. In
Openb. 2:4-5 staat wat dit onderwerp betreft iets opmerkelijks: “Maar Ik heb tegen u,
dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeert
u en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen,
indien gij u niet bekeert”. Er is hier zelfs sprake van bekeren terwijl deze waarschuwing zeker niet was
bedoeld voor een stel heidenen maar voor de leden van de gemeente te Efeze. Terwijl men mag aannemen dat zij al door
bekering tot inkeer waren gekomen worden zij hier toch vermaand om dit opnieuw te doen. Dit geluid zou vaker gehoord
moeten worden.
Wanneer mensen overtuigingen ontwikkelen die op de overtuigingen van Christus lijken zullen zij
ook doorkrijgen wat hun levensdoel is. Het hoogste doel van al het christelijke onderwijs is
dat we een karakter krijgen waarin we op Christus lijken.
Mijn commentaar: Als onze overtuigingen slechts lijken op die van Christus zal het altijd
lijken alsof we ons levensdoel niet lijken te bereiken. De overtuigingen die Christus had kwamen voort
uit Zijn liefde voor de Vader en voor Diens verlossingsplan voor deze wereld. Door die overtuigingen wist Jezus dat
er geen andere weg was om dat verlossingsplan te voltooien dan via het kruis van Golgotha en dat het lijden dus onvermijdelijk
was. Precies diezelfde overtuigingen hoort een discipel van Jezus ook te hebben want alleen dan weet hij precies wat
zijn levensdoel is en dat is: niet slechts te lijken op Jezus Christus maar het door lijden en verdrukking heen gelijkvormig
worden aan Jezus Christus. Over die worsteling schreef Paulus onder andere in Fil. 3:10-12:
“Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn
dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden. Niet, dat ik het reeds zou verkregen
hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mag, omdat ik ook door Christus
Jezus gegrepen ben”. Deze Jezus verzekerde Zijn discipelen in Matth. 5:48: “Gij
dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is”. Paulus had dit begrepen en bracht dit evangelie
naar de heidenen. Maar het overgrote deel van de kerk uit die heidenen heeft daar tot op heden geen boodschap aan gehad,
zo blijkt ook uit de theologie van Rick Warren. Omdat die kerk niet de gemeente van Jezus Christus is maar de valse
kerk, het geestelijke Babylon.
Goed bidden is: een gebedslijst maken en o.a. Gods karakter eren door tot God te bidden met de
verschillende namen die Hij heeft. Één van de aangeleerde vaardigheden is: effectiever
bidden.
Mijn commentaar: Dit zijn twee beweringen die ik op dezelfde pagina tegenkwam. Zelf ben ik
bepaald geen voorstander van gebedslijsten. Het valt niet te ontkennen dat zo'n lijst voorkomt dat men een gebedsonderwerp
onbedoeld over het hoofd ziet maar.... geeft dit feit ook al niet meteen aan dat men zo'n gebedsonderwerp makkelijk
zou kunnen vergeten zodat het onderwerp in kwestie daarom op een kunstmatige manier weer onder de aandacht gebracht
moet worden? En gebedsonderwerpen die op een dergelijke wijze weer aan de vergetelheid ontrukt moeten worden zijn onderwerpen
waar het hart niet vol van is. Juist datgene waar wij met overtuiging voor bidden en waar wij dan ook met ons hele hart
achter staan heeft voor God waarde. Omdat het ons hart raakt. En wat ons hart raakt houdt ons bezig, daar zijn we vol
van en dat vergeten we niet. Als we dat met deze gezindheid in gebed bij God brengen weet Hij dat het gemeend is en
raakt het daarom ook Gods hart(!). Als een kind van God daarentegen zijn dagelijkse gebedslijst weer moet raadplegen
om te kijken wat er vandaag “aan de beurt is” heeft het meer weg van een voorgeprogrammeerd gebedsleven
waarin anderen bepalen waarvoor moet worden gebeden. Ik weet dat God het niet nodig heeft dat al deze gebedspunten telkens
weer bij Hem onder de aandacht gebracht worden. Hij weet ervan en heeft onze geheugensteuntjes niet nodig. Ook is het
niet zo dat Hij die ene broeder daar ergens in die vergeten kerker compleet over het hoofd zou zien en geen acht zou
slaan op het lot van die arme man als die man de “domme pech” heeft dat zijn naam niet voor komt op de gebedslijst
van die “overbezette” westerse christenen.
Ik bekijk dan ook met de nodige reserve de gebedslijsten die me via de post bereiken en die vol staan met gebedsonderwerpen
die op zichzelf heel goed zijn, zoals het lot van de vervolgde christenen. Maar zo'n lijst overziende bekruipt mij telkens
weer het vermoeden dat in het christendom de mening bestaat dat het gebed pas echt “effectief” is als er
zeer veel christenen voor hetzelfde onderwerp bidden, als een massale bestorming van de hemel. Als al die christenen
echter voor dat onderwerp bidden omdat ze het toevallig die dag op hun voorgedrukte gebedslijst tegenkwamen heeft dat
voor God weinig waarde. Als het gebed van één christen die zijn voorgedrukte gebedslijst afwerkt op God al
weinig indruk kan maken dan is hetzelfde gebed als dit door meerdere christenen wordt gebeden voor God geen vermenigvuldiging
in waarde maar is de uitkomst van die som 0 x 0 = 0.
Pas als kinderen Gods massaal op de knieën gaan, hun zonden en huichelachtigheid belijden en met hart
en ziel bidden voor een bepaalde zaak, en werkelijk geloven in de verhoring, beantwoorden zij aan Gods verlangens
en zal dat gebed ook gehoord worden. Ook kan het gebeuren dat we heel sterk worden bepaald bij iets dat onze aandacht
vasthoudt en tot een gebeds“last” wordt. Dan bidden we daarvoor omdat we erin geloven en er volledig
van overtuigd zijn dat deze gebedslast ons van Godswege is opgelegd. In die situatie kunnen we dan ook bidden
met geloof zoals Jacobus onder woorden brengt in Jac. 1:6: “Maar hij moet bidden
in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind
aangedreven en opgejaagd wordt”.
Zolang van bidden met geloof en overtuiging geen sprake is en het voorgeprogrammeerde gebedsleven van vele christenen
de norm is waar men zich best wel in kan vinden, bevinden ze zich slechts in het geestelijke Babylon. En van de kinderen
van dat Babylon zegt Jezus in Lucas 6:46: “Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet
wat Ik zeg?” Zolang Hij nog moet vaststellen dat Zijn evangelie in vele varianten naar eigen smaak en voorkeur
is aangepast zodat het oorspronkelijke evangelie wordt genegeerd doet men duidelijk niet wat Hij heeft gezegd. Dan kan
ene Rick Warren het wel hebben over “effectiever” bidden maar zolang hij zelf nog een uitgekleed evangelie
verkoopt zullen alle gebruikte methoden, gebedslijsten en het tot God bidden “met de verschillende namen die Hij
heeft” op Jezus geen enkele indruk maken.
Het karakter waarin we op Christus lijken wordt beschreven in Galaten
5:22 waar staat: “Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede,
lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”. Als we een karakter willen
hebben waarmee we op Christus lijken dan zullen deze eigenschappen in ons leven zichtbaar moeten zijn.
Mijn commentaar: Ik kan het er helemaal mee eens zijn dat deze vruchten van de Heilige Geest
aanwezig horen te zijn in het leven van een discipel van Jezus. Maar waar ik, gezien het voorgaande, mijn bedenkingen
bij heb is de manier waarop de heer Warren denkt dit allemaal in praktijk te moeten brengen. Wat mijn bevindingen
daarover zijn is op deze pagina al uitgebreid aan de orde gekomen.
God vindt karakter veel belangrijker dan comfort en gemak. Het is Zijn plan om ons volmaakt te
maken en niet om ons te verwennen. Daarom laat Hij allerlei moeilijke omstandigheden toe om ons karakter te
vormen.
Mijn commentaar: Als het boek “Doelgerichte gemeente” hier werkelijk over zou
hebben gehandeld, zowaar dan was de inhoud van dit boek een heel andere geweest. Uit het voorgaande is echter naar
voren gekomen dat die “volmaaktheid” van de schrijver flink afwijkt van wat het evangelie ons daarover
leert. Het blijkt een volmaaktheid te zijn die bestaat uit het aanleren van een christelijke levensstijl en
christelijke gewoonten en die gewoonten worden uiteindelijk vaardigheden als ze maar vaak genoeg worden herhaald. En
daardoor lijkt men op Christus. Waardoor het allemaal net echt lijkt, maar het toch niet is.
Dat wordt nog eens extra duidelijk als daar een mening uit het begin van het boek tegenover wordt gezet en die luidt:
“Wat volmaaktheid betreft kunnen we aan geen enkele gemeente een voorbeeld nemen want er bestaan geen volmaakte
gemeenten”. Als er dus geen volmaakte gemeenten kunnen bestaan volgens Rick Warren sluit hij daarmee ook uit dat
er gemeenten zijn die helemaal bestaan uit volmaakte zonen Gods. En dat laatste is nu juist Gods bedoeling voor de
wereldwijde gemeente en voor iedere plaatselijke gemeente. Dit is bovendien de enige keer dat een opmerking als deze
wordt gemaakt in het boek. Het is een passage die bepaald niet in de context van dit boek past maar mij
daarentegen de sterke indruk geeft er alsnog “tussen geplakt” te zijn om de doelgerichte methode ook voor
de meer bijbelgetrouwen onder de lezers aanvaardbaar te maken.
De kerk is een slapende reus en als alle daarin aanwezige middelen, creativiteit en energie
worden geactiveerd zal het christendom een ongekende groei ervaren.
Mijn commentaar: Daar kunnen we alle kanten mee op. Want als wij het hebben over het
“christendom” hebben wij
het over een verzameling kerken, stromingen, gezindten en gemeenten die gigantisch is. En van deze mengelmoes van
dwalingen lezen we in Jeremia 51:9: “Wij hebben Babel trachten te genezen, maar het is
niet te genezen; verlaat het en laten wij gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel
en het verheft zich tot de wolken”. Van deze slapende reus worden ook in Openbaring heel andere dingen gezegd en
het is daarom beslist een goede zaak als de oprechten in dat Babylon zouden doen wat Openbaring
18:4 zegt: “En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat
gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen”. Als meneer Warren het als zijn
ideaal ziet dat deze slapende reus desondanks een ongekende groei zal ervaren spant hij zich in om een valse kerk te
promoten. Een kerk waarbinnen beslist geen sprake zal zijn van volmaaktheid maar wel van een grote vijandigheid
tegenover de echte discipelen van Jezus Christus. Dat doet me weer terugdenken aan de uitspraak van Rick Warren die al
in de inleiding van deze pagina is aangehaald: “Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk u behoort, mensen. We
horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. Wel, het maakt inderdaad niet uit tot wat voor kerk men
behoort.... zolang men binnen dat Babylon blijft hangen. Want al deze kerken tezamen zullen uiteindelijk door het
streven naar “eenheid” samengevoegd worden tot één valse wereldreligie. Wellicht is het zo dat
die “ongekende groei” waar de heer Warren het over heeft hierop doelt?? Wij hebben daar tenslotte dan ook
niets goeds van te verwachten!
De bijbel leert ons duidelijk dat iedere gelovige van God speciale geestelijke gaven ontvangt om
die in een bediening te gebruiken.
Mijn commentaar: De vraag is hier hoe dat in zijn werk zou moeten gaan als er in het
doelgerichte evangelie van de heer Warren geen aandacht wordt besteed aan de doop met de Heilige Geest. Over de
noodzaak van die Geestesdoop laat het Nieuwe Testament toch echt geen twijfel bestaan. Zoals in Hand.
19:1-6: “En terwijl Apollos te Corinthe was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te
zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond. En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij
tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En
hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes
doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus.
En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde,
kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden”. Het is een
misvatting dat iedere gelovige speciale geestelijke gaven ontvangt zonder deze doop in de Heilige Geest.
Als afronding moeten me nog een paar dingen van het hart. Ik heb bewust voortdurend de nadruk gelegd op het discipelschap
en dat met name omdat daarvan weinig is terug te vinden in de theologie van Rick Warren. Want ook al heeft hij het over
geestelijke volwassenheid en over “christelijke” gewoonten en een “christelijke” levensstijl,
er komen opvallend vaak dingen voor in zijn beweringen die beslist in strijd zijn met een heilige levenswandel en met
de maatstaven hiervoor die de bijbel ons leert.
In de inleiding van het boek “Doelgerichte gemeente” wordt gemeld dat er geen letter theorie in dit boek
staat. Dat geloof ik graag. Het boek staat namelijk vol met praktijken waaraan oppervlakkig beschouwd geen schroefjes
loszitten maar zoals dat met zoveel leringen, dwalingen en misleidingen het geval is zit het gevaar van binnen, niet
van buiten. Om er achter te komen waar de valkuilen en klemmen verborgen zitten zul je daarom, voorzichtig voortlopend,
het gras aan de kant moeten duwen want anders sta je voordat je het beseft met je voet midden in zo'n klem. Nog afgezien
van de onvermijdelijke addertjes onder dat gras blijkt het gevaar dus goed verborgen te zitten. En dat is nu juist het
geraffineerde aan een boek als dit. Ik heb ooit diverse malen onder het gehoor gezeten van predikers die er een meester
in waren om de dwaling die ze aan de man wilden brengen te verpakken in een preek die voor 99 procent met de waarheid
overeenkwam. Maar net die 1 procent leugen die er doorheen geroerd was ging, zoals het zoetje in de thee, bij vele toehoorders
ook mee naar binnen. En die 1 procent leugen is nou net het gif waar het de duivel om te doen was. Vergif is namelijk
een stof met een kleine maximaaldosis wat inhoudt dat er maar weinig van nodig is om schadelijk te zijn. Ook geestelijk
gif kan zeer schadelijk zijn voor de oprechte zielen die niet in staat zijn om onderscheid te maken tussen echt en onecht.
En je hebt van dat gif als (evangelische) gifmenger
maar weinig nodig om je doel te bereiken. Al lezende kreeg ik steeds meer de overtuiging dat ook in dit boek van die
verborgen verleiders tussen dat hoge gras verstopt waren. En als je weet waar je naar moet zoeken pik je deze er dan
ook telkens weer tussenuit. Zodoende kwam ik ook enkele passages tegen die bepaald niet in de context van dit boek passen
maar mij daarentegen door hun aanwezigheid de sterke indruk gaven er alsnog “tussen geplakt” te zijn om
de doelgerichte methode ook voor de meer bijbelgetrouwen onder de lezers aanvaardbaar te maken.
Ook wordt in de inleiding van het boek gesteld dat de kerk al tweeduizend jaar lang het instrument is dat God gebruikt
om te zegenen. Welke kerk daarmee wordt bedoeld is niet uit de tekst op te maken. Zoals in het voorgaande al aan de
orde is gekomen bestaat “de kerk” als geheel uit een enorme verzameling denominaties, zowel Rooms Katholiek
als Protestants, waarvan vooral de roomse kerk eeuwenlang beslist geen zegen maar een vloek heeft verspreid. Dat dit
genegeerd wordt is een kwalijke zaak maar is tegelijkertijd niet zo verbazingwekkend omdat de hele methode van Rick
Warren duidelijk bedoeld is voor alles dat zichzelf christelijk noemt. De “kerk” van de heer Warren is dus
een samenraapsel van de meest uiteenlopende “christelijke” stromingen. Dat bleek ook uit een uitspraak van
Rick Warren die bovenaan deze pagina al is aangehaald en die luidt: “Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk
u behoort, mensen. We horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. En, zoals ik al in de inleiding
op deze pagina heb geschreven, zou met “hetzelfde team” best wel eens die ene wereldreligie bedoeld kunnen
zijn: een bedrieglijke religieuze klem die schuilgaat onder het lange gras van de “eenheid” binnen het christendom.
Een “eenheid” waarvoor ook Billy Graham, als goede vriend van het Vaticaanse monster, zich jarenlang heeft
ingezet. Buiten het evangelie van Jezus Christus is er echter geen eenheid mogelijk. Alleen dat evangelie brengt mensen
tot elkaar en al het andere verdeelt. Ook slim uitgedachte methoden die wel de drempel naar de wereld uit de
gemeente wegslopen maar de drempel naar God ophogen zijn niets anders dan zo'n verraderlijke voetklem in het hoge gras.
Als we dus de misleidende aankondiging lezen: “De doelgerichte gemeente is een nieuw model, een bijbels en gezond
alternatief voor de traditionele manieren waarop gemeenten zijn georganiseerd en waarop ze te werk gaan”, is het
bijzonder aan te bevelen om ook deze klem te ontwijken.
Mijn hoop is tot slot dat ik door middel van de vele tijd en energie die ik heb gestoken in het bestuderen van het boek
“Doelgerichte gemeente” diegenen heb mogen helpen die de nodige twijfels hadden over de doelgerichtheid
van deze methode. Zodat ze er na het lezen van al het voorgaande van overtuigd zijn geraakt dat het doel van de gemeente
van Jezus Christus een heel ander doel is. We doen er beslist goed aan om op dat doel gericht te blijven.