Als er iets is waar ik al tientallen jaren schrikbarend weinig over heb horen spreken en waarover al net zo weinig
wordt geschreven dan zijn dat wel de zonen Gods. Ik heb daarentegen nogal wat onderwerpen telkens weer terug
zien keren waarover men met zo'n fanatisme kon spreken of schrijven dat iedere afwijkende mening al bij voorbaat tot in
de kiem gesmoord werd. Denk ik bijvoorbeeld aan die keren dat ik mensen met vlammende ogen bezig zag hun heilig huisje
van de slopershamer te redden dan voel ik weer het klimaat van onverdraagzaamheid dat dergelijke vlammenwerpers
omringde. Meer dan eens was dat bedreigde “heiligdom” het onderwerp: Israël. Als jochie was het
mij destijds al duidelijk dat daarbij bijzonder venijnige en sluwe leergeesten aan het woord waren. Als kind kun je
namelijk opvallend goed aanvoelen wanneer “die grote mensen” grof staan te huichelen en een loopje nemen
met de waarheid. Alleen wat dat betreft is het al pure noodzaak om maar gewoon kind te blijven. Dan weet je tenminste
waar het evangelie werkelijk over gaat. Want: “het evangelie is veel te ingewikkeld voor volwassenen. Alleen
een kind kan het begrijpen”.
Kortom: men heeft binnen het christendom meestal de mond vol over bijzaken, of nog erger: over leringen van boze geesten,
terwijl het onderwerp zonen Gods door de zwijgzaamheid hierover grotendeels een mysterie is gebleven. Alhoewel
de term zonen Gods maar op enkele plaatsen in het Nieuwe Testament gebruikt wordt is dit een wezenlijk deel van
het evangelie dat Jezus bracht. Een in dit verband belangrijke uitspraak van Jezus aan Zijn discipelen was: “Gij
dan zult volmaakt zijn gelijk uw Hemelse Vader volmaakt is” (Matth. 5:48). Ook de apostel
Paulus schreef er in andere bewoordingen over in Efeze 5:25-27: “Mannen, hebt uw vrouw
lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar
reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of
rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet”. De zonen Gods en de gemeente van Jezus Christus
hebben dus alles met elkaar te maken. Wat daarbuiten valt zal tot het geestelijke Babylon behoren, de afvallige kerk.
De scheiding tussen de gemeente van Christus (de zonen Gods) en dit Babylon wordt gaandeweg duidelijker zichtbaar. Het
was te verwachten dat de grote meerderheid binnen het huidige christendom tot de afvallige kerk zal gaan behoren. Het
is namelijk een geestelijke wet dat de meerderheid altijd in het kwade is en in Exodus 23:2 werd er daarom al voor gewaarschuwd: “Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen,
noch in een rechtsgeding getuigenis afleggen met de meerderheid mee, om het recht te buigen”. Dat het ook met
de grote bulk van de christenen fout zal aflopen voorspelde Jezus al in Matth. 24:10 waar Hij
zei: “En dan zullen velen ten val komen en zij zullen elkander overleveren en elkander haten”.
Om de oprechten onder de mensen voor dit onheil te behoeden bracht Jezus een evangelie voor alle dag, een
praktijkgericht evangelie, dus door de gewone man en vrouw met een oprecht hart toe te passen in de praktijk van iedere
dag. Met droge theorieën en theologische beschouwingen waar geen sterveling mee uit de voeten kan hield Jezus Zich
niet bezig, in tegenstelling tot generaties theologen die daar hun tijd en energie wel vergeefs aan verspilden. Met
alle ellendige gevolgen van dien voor de misleide kerkgangers. Jezus bracht een begrijpelijk evangelie omdat Hij weet
wat in de mens is en Hij ons daarom ook niet opscheept met ondraaglijke lasten. Daar heeft de satan het erg druk mee.
Als Jezus dan zegt: “Gij dan zult volmaakt zijn” heeft Hij het niet over een ongrijpbare verre toekomst
maar over het hier en nu. Dat was een heldere boodschap die echter tot een mysterie geworden is. Toen Jezus aan het
kruis de satan onttroonde omdat deze niet in staat was gebleken om, ondanks alle opgetrommelde hulptroepen, Jezus tot
ongehoorzaamheid aan Gods verlossingsplan te dwingen brak er paniek uit in de hemelse gewesten en kwam de geestelijke
oorlog in een nieuwe fase terecht. Omdat de satan besefte dat voor Jezus nu de weg was vrijgekomen om zijn macht
voorgoed te breken ging hij sinds Golgotha meer dan ooit als een brullende leeuw rond om te zoeken wie hij zou kunnen
verslinden (1 Petrus 5:8). En wie zou hij daarbij vooral op het oog hebben? Zijn dat niet die
mensen die in Openbaring 14:1-4 genoemd worden als de losgekochten van de aarde? We lezen
daar: “En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier
voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van
vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van citerspelers, spelende op hun
citers; en zij zongen een nieuw gezang voor de troon en voor de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang
leren dan de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde. Dezen zijn het, die zich niet met
vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn
gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam”.
Op het getal honderdvierenveertigduizend in deze tekst zijn ondertussen al met veel fantasie en vindingrijkheid de
wildste theorieën losgelaten. Of men dacht zich een bepaalde status toe te mogen eigenen omdat men zichzelf alvast
tot deze elite rekende. Arrogantie is de mens niet vreemd!
Toen Jahweh de mens op deze aarde plaatste om over deze aarde te heersen, was dat Zijn eeuwige bedoeling. In het boek Prediker zegt deze wijze mens: “Ik heb ingezien dat al wat God doet voor eeuwig is”. Van Zijn plan met de mens is Jahweh daarom ook nooit afgeweken, ook niet toen bij de zondeval de satan die macht in handen kreeg doordat de mens gehoor gaf aan zijn leugens. Toen Jezus naar deze wereld kwam was dat niet alleen om de macht van de overste van deze wereld op Golgotha te breken maar ook om de in zonde gevallen mens met de Vader te kunnen verzoenen en om uiteindelijk ook die geroofde heerschappij weer terug te kunnen geven aan de mens. In tegenstelling tot de paradijselijke omstandigheden waaronder de eerste mensen een taak hadden gekregen hebben we nu echter te maken met het feit dat er een overste van deze wereld is die zijn ondergang ziet naderen en die dit dan ook tot het laatst zal proberen uit te stellen. Omdat Jahweh die heerschappij aan de mens had gegeven is het nu de taak van de mens om deze weer terug te veroveren. Dit was het evangelie dat Jezus aan Zijn discipelen wilde duidelijk maken. Pas toen zij de Heilige Geest hadden ontvangen waren zij in staat om het allemaal te bevatten en kon deze leraar ter gerechtigheid hen overtuigen van alles wat Jezus hun had geleerd zoals dat bijvoorbeeld in Joh. 16:12-15 door Jezus werd aangekondigd: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen, doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”.
Sindsdien is dit evangelie te vuur en te zwaard bestreden en zijn veel volgelingen van Jezus die er gehoor aan wilden
geven vervolgd en vermoord. Jahweh heeft voor Zijn plan volmaakte mensen nodig omdat alleen zij die geen zonde meer
kennen voor de satan ongrijpbaar zijn, zoals ook Adam en Eva dat waren voordat zij aan de verleiding tot zonde gehoor
gaven. De satan weet dat diegenen die aan dit evangelie gehoorzaam willen zijn de grootste bedreiging vormen voor zijn
rijk. In Openbaring 12 wordt dit beschreven in vers 4b en 5, waar staat: “En de draak
stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon,
een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar
God en zijn troon”. Het gaat hier over de draak die voor de vrouw staat om haar kind te verslinden. Dit kind is
een beeld van de zonen Gods. In Openbaring 12:2 lezen we dat de vrouw schreeuwde in haar pijn
om te baren. Dit is een beeld van de enorme worsteling die een mens doormaakt om zonder zonde te kunnen gaan leven.
En in vers 5 staat vervolgens: “en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en Zijn troon”. Vertaald
naar de praktijk van alle dag is dit een beschrijving van het moment waarop een mens de volmaaktheid heeft bereikt,
waarna satan geen vat meer heeft op zijn doen en laten. En evenmin op zijn gedachten, zo lezen we in Openbaring
7:3: “....en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat
wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben”.
In Jesaja 35:8-10 wordt dit beschreven als een gebaande weg, een heilige weg waarop geen verscheurend
dier kan komen. Met deze verscheurende dieren worden de ziedende demonen bedoeld die net als hun bevelhebber, de satan
zelf, tekeergaan om alles wat ook maar enigszins aan God doet denken te kunnen vernietigen. Dat is ook te merken als
“bijbelwetenschappers” weer eens menen te kunnen bewijzen dat in de vier evangeliën (Matthéüs,
Marcus, Lucas, Johannes) een héél ander evangelie wordt verkondigd dan “Jezus uit Nazareth” oorspronkelijk
zou hebben gebracht. Waarop het advies volgt dat de mens maar beter zijn heil kan zoeken bij de god in zichzelf (een
New Age leugen!) of bij de vele goden die ons door diverse vijandige religies door de strot worden geduwd. Deze lijn
doortrekkend komt men tot de conclusie dat dankzij deze “ontdekking” die schepper-God uit de bijbel slechts
een fabel is gebleken zodat we ons maar beter bij de, door de “wetenschap” tot religie verheven, evolutietheorie
kunnen neerleggen. Maar.... die evolutietheorie is niet bedacht omdat er geen schepper te vinden is maar omdat men
niet wil dat die Schepper wordt gevonden!
Jezus zei tegen Zijn discipelen: “In de wereld lijdt gij verdrukking...”. Dit is de reden waarom de zonen
Gods uiteindelijk van mensen niets meer te verwachten hebben omdat de haat van veel mensen zich tegen hen zal keren.
Jezus maakte het Zijn discipelen dan ook duidelijk dat ze “door allen gehaat zouden worden” en: “Indien
zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen” (Joh. 15:20). De apostel Petrus
schrijft op zijn beurt in 1 Petrus 2:21: “daar ook Christus voor u geleden heeft en u
een voorbeeld heeft nagelaten”. Dit houdt in dat zij die de weg van Jezus willen gaan er door hun lijden een prijs
voor moeten betalen. In Matth. 10:38 zegt Jezus daarom: “en wie zijn kruis niet opneemt
en achter Mij gaat, is Mij niet waardig” en in Lucas 14:27 zegt Hij het zo: “Wie
niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn”. Met andere woorden: “wie deze prijs
niet wil betalen zal ook in Mijn heerlijkheid niet delen”. Dit betekent niet dat iemand voor eeuwig verloren zou
zijn maar het betekent wel dat hij/zij in het eeuwige leven niet die status zal krijgen die de echte kruisdragers wel
zullen verkrijgen.
Om dit leger van zonen Gods te kunnen vormen geeft Jezus in Matth. 28:19 aan Zijn discipelen
de opdracht: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken in Mijn Naam en leert hen onderhouden al wat Ik u
bevolen heb”. Een discipel is dus een kruisdrager, die een kruis in zijn leven kent waaraan zijn oude, zondige
mens zal sterven. Als dit uiteindelijk is gebeurd, is hij/zij een zoon Gods.
De leugen van het “zondaar zijn tot de dood”, die in diverse “traditionele” kerken is te horen,
gaat hier echter dwars tegenin. Heeft Jezus dit ooit gepredikt? Waarom heeft men desondanks vele eeuwen deze lering
van boze geesten verkondigd terwijl Jezus' woorden hier duidelijk genoeg over zijn? Alleen wie Jezus werkelijk liefhebben
willen in Zijn lijden delen waarna zij uiteindelijk ook aan Zijn verheerlijking deel zullen krijgen, zo lezen we in
Rom. 8:17: “Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en
mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in Zijn verheerlijking”.
Het een en ander samenvattend krijgen we:
Wat mij in de loop der jaren o.a. duidelijk is geworden is dat de satan een meester is in het uithollen van het evangelie.
Waarbij wel opgemerkt moet worden dat het “evangelie” dat overblijft na iedere geslaagde uithollingsoperatie
allang geen evangelie meer is, ook al spreekt men nog wel dezelfde taal en gebruikt men bijbelteksten om dat uitgeholde
evangelie kracht bij te zetten. Niet lang voor ik dit schreef las ik hiervan zo'n sprekend voorbeeld en dat maakte weer
eens glashelder dat de grote bulk van de christenheid zich schaapachtig laat meeslepen door de ogenschijnlijk oprechte
taal die de misleiders van de satan uiten. Die taal kan dan wel overtuigend overkomen, de werkelijke inhoud en betekenis
van die woorden zijn compleet anders. Een wereldwijd voorbeeld van een dergelijke uitholling van het evangelie is de
Roomse Katholieke religie. Dit groots opgezette vangnet heeft miljoenen in zijn greep gekregen en daar heeft de satan
sinds zijn smadelijke nederlaag op Golgotha systematisch aan gewerkt.
Omdat hij met sluwheid te werk gaat is hij continu bezig de waarheid te vervangen door halve waarheden, hele leugens
en alle varianten daartussenin. In de eerste eeuwen van het christendom kreeg dit voor het eerst vorm in het opkomende
heidense Rooms Katholicisme en alle daarvan afgeleide en verwante orthodoxe kerken en religies die allemaal samen niets
anders zijn dan een occulte vergaarbak vol dodenvereringen, zaligverklaringen, indrukwekkende kathedralen, nepheiligen
en een hele zwik aan dogma's, tradities, liturgieën en alles waarmee de religieuze mens het verder nog erg druk
kan hebben. Terwijl Jezus er tegenover de Samaritaanse vrouw heel iets anders over zei waagt men desondanks te geloven
dat die enorme kathedralen en kerkgebouwen de plaats zouden zijn waar men God kan ontmoeten. Terwijl ook koning Salomo
bij de inwijding van de tempel al begreep dat de Allerhoogste niet woont in wat met mensenhanden gemaakt is.
Dat kunnen we lezen in 1 Kon. 8:27: “Zou God dan waarlijk op aarde wonen? Zie, de hemel,
zelfs de hemel der hemelen, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb”. Ook de apostel Paulus
getuigde in Hand. 17:24 in Athene tegenover de samengestroomde wijsgerige Grieken dat de God
die de wereld gemaakt heeft, niet woont in tempels die met handen zijn gemaakt: “De God, die de wereld gemaakt
heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt”.
Jezus voorspelde in Joh. 4:23 tegenover de Samaritaanse vrouw: “maar de ure komt en
is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in Geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders”.
Dit aanbidden is niet aan welke “heilige” plaats dan ook verbonden. De heilige plaats die God zoekt om in
te kunnen wonen is het oprechte hart van die man en vrouw die met zijn/haar hele hart het evangelie van Jezus heeft
aanvaard. Met deze woorden kondigde Jezus gelijktijdig het definitieve einde aan van de oudtestamentische tempeldienst.
Omdat met Jezus de werkelijke en geestelijke tempeldienst was gekomen, zo lezen we in Colossenzen
2:16-17: “Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe
maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van
Christus is”.
De imponerende kerkgebouwen die vol staan met beelden van “heiligen” zijn niets anders dan bovengrondse
grafkelders en plaatsen van afgoderij, en dus afgodstempels. Want de “heiligen” beelden die we erin vinden
zijn in werkelijkheid afgodsbeelden waar een vloek op rust én voorwerpen die de aandacht afleiden van de enige
naar Wie onze aandacht moet uitgaan: Jezus Christus. Ik heb meer dan eens tijdens mijn zwerftochten door Europa met
verbazing in de deuropening gestaan van weer een dergelijk, indrukwekkend kerkgebouw. Met name in Frankrijk leek het
wel of ieder gehucht rond zo'n grafkelder was gebouwd. De minstens vijf meter hoge deuren brachten overwegend maar één
boodschap over aan de nietige mensjes die het waagden om omwille van hun zaligheid dit oord te betreden. Die boodschap
was: jij bent maar een klein en nietig mensje en deze machtige kerk heeft jouw eeuwig lot in handen, dus onderwerp je
aan de macht van de kerk want anders.... En inderdaad, staande naast de grote deuren en opkijkend naar die hoge deurposten
voel je jezelf maar heel klein en nietig. Deze vorm van psychologische oorlogvoering heeft dus bijna onvermijdelijk
het door de bouwers beoogde effect op de met schrik en beving bevangen kerkgangers.
Terugkomend op die afgodsbeelden: ook de allesoverheersende verering van Maria binnen de roomse kerk is uitgerekend
datgene waar het volk Israël tijdens de uittocht uit Egypte door Jahweh al streng voor werd gewaarschuwd: het contact
zoeken met de geest van een dode, wat we kunnen lezen in Deut. 18:9-12. Bovendien is deze complete
Maria verering de vermomde en “christelijke” versie van de verering van de heidense hemelkoningin en ook
daar maakte het volk Israël zich aan schuldig. Zoals we lezen in Jeremia 7:18: “De
kinderen rapen hout, de vaders steken vuur aan en de vrouwen kneden deeg om offerkoeken te maken voor de koningin
des hemels en zij brengen plengoffers aan andere goden teneinde Mij te krenken”.
Aan deze heidense afgodendienst kan nog toegevoegd worden: het bloedrode verleden van de roomse kerk waarin door
middel van brandstapels en veel andere folteringen de dwarsliggers werden uitgeroeid die niet wilden buigen voor de
roomse tirannie. In Spanje raasde in de vijftiende eeuw vanaf het jaar 1481 de Spaanse Inquisitie door het land onder
leiding van ene Torquemada, die met al zijn folteringen en brandstapels zijn slachtoffers liet zien hoe het er in de
hel aan toe gaat. Ondertussen ondergaat deze rat alweer een paar eeuwen dezelfde folteringen die hij zijn slachtoffers
aandeed..... Maar dat terzijde. Het blijft verbijsterend dat er, ondanks dit alles, tot op de dag van vandaag toch nog
steeds mensen zijn die in de waan leven dat wat de roomse religie als “evangelie” verkondigt Gods waarheid
zou zijn. Terugdenkend aan de enorme mensenmassa die bij de uitvaart van paus Johannes Paulus II de binnenstad in Rome
liet dichtslibben stel ik vast dat voor de grote en misleide, grijze massa nog steeds opgaat wat Paulus schreef in Galaten
3:1: “O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn;
denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde?” (Statenvertaling).
Het evangelie van Jezus is een blijde boodschap maar het evangelie van het Vaticaan liet velen een blik in de hel werpen.
Dat is niet zo vreemd want: het Vaticaan is een werelds en occult instituut met een religieus masker! Jezus zei
in Lucas 6:43: “Immers, er is geen goede boom, die slechte vrucht voortbrengt, noch ook
een slechte boom, die goede vrucht voortbrengt”. Als zoiets gruwelijks als een Inquisitie de vrucht is van de
roomse kerk moet het voor een ieder (die zijn gezond verstand nog gebruikt) toch te bevatten zijn dat we hier met een
zeer slechte boom van doen hebben. Voor wie hiervoor toch nog de ogen heeft gesloten gaat inderdaad op wat de apostel
Paulus in Galaten 3:1 verweet: “Wie heeft u betoverd?”
Het “evangelie” dat de genoemde beulen door middel van folteringen aan andersdenkenden opdrongen om hen
tot “bekering” te dwingen is in niets te vergelijken met het evangelie van Jezus Christus. Als Jezus Zijn
discipelen gebood om elkaar lief te hebben, ja zelfs lief te hebben wie hen vervolgden, dan is het erg dom om te geloven
dat de folteraars van Rome in opdracht van deze Jezus gehandeld zouden hebben. Echt verbazingwekkend is dit overigens
niet, gezien het feit dat in de roomse leer de positie van Jezus Christus als enige Redder der wereld ondergeschikt
is gemaakt aan een massa andere zaken, zoals bijvoorbeeld de drie-eenheid en uiteraard ook de aanbidding van de “koningin
des hemels” ook al wordt die laatste in de roomse religie “Maria” genoemd. Dat ook het evangelie van
Jezus zou worden vervangen door alles wat de roomse kerk vertegenwoordigt was dus te verwachten. In het bijzonder daar
waar de roomse kerk ooit heeft gehandeld in naam van een “heilige”, is eens te meer het bewijs geleverd
dat de daden van dit heidense instituut niets met het evangelie van Jezus van doen hebben. Door het gebruik van de Latijnse
voertaal door de “geestelijkheid” werd het echte evangelie van Jezus voor het “gewone” volk
buiten bereik gehouden. Jezus zei in Joh. 8:44 van dit soort geestelijke leidslieden: “Jullie
hebben de duivel tot vader!” en van massa's misleiders kan ook nu hetzelfde worden gezegd. Het probleem is echter
dat ze door de met blindheid geslagen christenen op handen worden gedragen. Wie het dus waagt om bij dergelijke grote
namen het masker af te rukken krijgt meer dan eens de woede en verontwaardiging van hun volgelingen over zich heen.
Ik schrijf uit ervaring.
Deze omvangrijke verbuiging van de waarheid was en is het werk van het geestelijke Babylon, de grote hoer die de ware
gemeente van Jezus Christus (de zonen Gods) vervolgt, zoals we zien in Openbaring 17:6: “En
ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij,
toen ik haar zag, met grote verbazing”.
Alle verzoeningsconferenties en spijtbetuigingen van de ondertussen overleden paus Johannes Paulus II hebben niets veranderd
aan de rooms katholieke leer en er kleeft nog steeds bloed aan de handen van dit occulte instituut. Alle inspanningen
die er tot op heden door Rome zijn gedaan om tot een eenheid te komen met andere religies, inclusief datgene wat zich
Pinksterbeweging en/of Charismatische beweging noemt, zijn niets anders dan een plan van de satan om al deze krachten
te bundelen tot één wereldreligie met de bedoeling het evangelie van Jezus uit te kunnen bannen. Ondanks dit
alles zijn er toch oprechte kinderen Gods in de rooms katholieke kerk zoals ze ook te vinden zijn in de vele andere
kerken en groepen. Voor hen geldt de oproep uit Openbaring 18:4 om uit dit Babylon te trekken
nu het nog kan. We lezen daar namelijk: “En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar,
mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen”. Zodat ook
voor deze oprechten het licht nog zal mogen opgaan.
Ook na de kerkreformatie is veel bij het oude gebleven. Er werd weliswaar veel van de demonische, roomse en dus heidense
waanzin overboord gegooid maar daarvoor in de plaats kwamen weer andere dwalingen. Zodat het ene gat met het andere
werd dichtgegooid. Ook die leringen schonken geen aandacht aan wat Jezus aan Zijn discipelen leerde. Ondanks dat hebben
we het toch maar aan de Reformatie te danken dat de greep is verslapt die het Vaticaan, en al zijn occulte bondgenoten,
op het leven van veel mensen had. Dat daardoor niet alleen de roomse dwaalleer werd teruggedrongen maar dat ook het
streven van het Vaticaan naar politieke macht een flinke dreun kreeg is het positieve gevolg van de Reformatie, tezamen
met het vertaalwerk van de taalgeleerde Desiderius Erasmus wiens tweede versie van zijn Textus Receptus door Maarten
Luther werd gebruikt voor diens Duitse vertaling van het Nieuwe Testament. Desondanks mogen wij de rol van Maarten Luther
niet als doorslaggevend beschouwen, alsof wij het aan hem te danken zouden hebben dat de macht van dat demonische Vaticaan
sterk werd teruggedrongen. Want, wat voor motieven meneer Luther ook maar gehad mag hebben voor zijn protesten tegen
de roomse leer, het is uiteindelijk God zelf geweest die vanuit de rokende puinhopen van de Reformatie een voorheen
ongekende godsdienstvrijheid tevoorschijn liet komen!
Een veel gehoorde overtuiging binnen de protestantse kerken is dat veel van wat in de tijd van de eerste gemeenten gebeurde
en wat in het bijbelboek Handelingen wordt beschreven uitsluitend voor die tijd was bedoeld en niet voor de onze. Echter,
als wij in Hebr. 13:8 lezen dat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid,
zouden Zijn evangelie en Zijn bedoelingen dan wel veranderen?? Nee dus. Door de binnengedrongen leringen van boze geesten
is er wel een weerstand ontstaan tegen bepaalde delen van het evangelie. Dit schrijvend komen mij weer de mensen voor
ogen die zich in paniek schrap zetten zodra de doop in de Heilige Geest ter sprake kwam, terwijl Jezus zelf ons toch
echt in Joh. 14:16 liet weten: “Ik zal u een andere Trooster zenden om tot in eeuwigheid
bij u te zijn”. Als wij deze Trooster niet willen aanvaarden in ons leven door wie willen wij dan wel getroost
worden?? Ook zijn er veel evangelische christenen die wel in de doop met de Heilige Geest geloven en de Heilige Geest
hebben ontvangen maar vervolgens spugen op dat deel van het evangelie dat betrekking heeft op de zonen Gods. En zo zitten
wij opgescheept met wagonladingen naamchristenen die wel voor “evangelisch” doorgaan maar met een uitgehold
evangelie tevreden zijn. Wie zo leeft is een vijand van het evangelie. Huichelaars noemde Jezus deze vijanden,
met wie Hij destijds zelf te maken kreeg. Van Zijn evangelie moesten zij niets hebben ondanks dat ze wel degelijk wisten
dat Jezus door God gezonden was. Dit werd namelijk eerlijk toegegeven door een van hen, ene Nicodemus over wie wij in
Joh. 3:2 lezen: “....deze kwam des nachts tot Hem en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten,
dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is”.
Ook in onze tijd blijken er (evangelische) vuurspuwers in allerlei soorten en maten rond te kruipen die wel een religieuze
gedrevenheid laten zien maar toch van Jezus te horen zullen krijgen: “Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt,
dat gij leeft, maar gij zijt dood!” (Openb. 3:1).
Kijken we terug op het ondertussen min of meer afgeronde “samen op weg” proces en op het resultaat van
dit kunstmatig tot stand gebrachte religieuze monsterverbond dan blijken er binnen deze stadswijk van de grote stad
Babylon wel de onvermijdelijke verhuizingen en renovaties te hebben plaatsgevonden maar niemand van de betrokkenen heeft
die grote hoer werkelijk verlaten na al het gehakketak, al de verwijten over en weer, en al het geneuzel over onnozele
bijkomstigheden. Dat alles bij elkaar deed mij onwillekeurig denken aan de woorden van Paulus in Gal. 5:15: “Indien gij echter elkander bijt en vereet, ziet dan toe dat gij niet door elkander verslonden
wordt”. Paulus dreef er terecht de spot mee. Men kan namelijk wel verwoede pogingen doen om nader tot elkaar te
komen maar als gelijktijdig het wezen van het evangelie geloochend wordt is de gezamenlijke weg uiteindelijk wel een
weg naar de afgrond. En die is heel diep. Hoe diep dat is hebben de ontwikkelingen ons ondertussen wel geleerd: de gezamenlijke
synode van de (toen nog) Samen-op-Wegkerken ging in mei 2002 akkoord met de regeling voor het zegenen van “niet-huwelijkse
relaties”. Om de indruk te vermijden dat het huwelijk en andere relaties op één lijn zouden komen te
staan werden de inzegening van het huwelijk tussen man en vrouw en de “zegening” van andere (lees: homo)
relaties in aparte artikelen opgenomen. Door het aanhouden van de term inzegening voor het huwelijk, tegenover “zegening”
voor andere relaties, wilde men laten blijken dat het huwelijk niet anders zou worden beoordeeld dan in het verleden
het geval was. De oplettende lezer zal dit ongetwijfeld herkennen als een theologisch rookgordijn vol gaten, waarachter
ondertussen druk wordt doorgewerkt aan de volgende stap richting de afgrond. Ik ben ondertussen te weten gekomen dat
in die afgrond (= de hel) aparte afdelingen zijn voor homo's, die daar (aan elkaar vastgeketend) telkens weer door een
zee van vuur moeten gaan. En dan blijft men tijdens dit korte leven maar denken dat, aangaande deze zondige levenswijze,
God iets héél anders bedoelde te zeggen dan wat wij duidelijk in Zijn Woord kunnen lezen. Als deze verstokte
zondaren zichzelf maar lang genoeg wijs maken dat zwart wit is gaan ze het uiteindelijk ook nog geloven. En eindigen
door hun zelfbedrog in de eeuwige pijnigingen.
Nog een feit: in december 2000 werd door de gezamenlijke synode van de Samen-op-Wegkerken het evangelie van de verzoening,
door Jezus Christus tot stand gebracht, aan een revisiebeurt onderworpen door het aanvaarden van een rapport waarin
ook nog en passant de goddelijkheid van Jezus Christus ter discussie werd gesteld. Dus.... nog even wachten en ook Jezus
zelf wordt t.z.t. gegarandeerd de kerk uitgezet. Dat de bijbel dit soort praktijken veroordeelt wordt met de nodige
theologische kronkels driftig bestreden. Echter, nog een paar stappen verder en men zal zich beginnen af te vragen waar
die bijbel überhaupt nog voor nodig is. Zodat de bijbel voor deze afvalligen alleen nog zijn gewicht aan oud papier
waard zal zijn. Omdat men dit nog niet voor elkaar heeft kunnen krijgen werd er als tussenstap een nieuwe “bijbelvertaling”
doorgedrukt waarin de bijbelse boodschap op diverse punten is aangepast aan de vrijzinnige geest van deze tijd. En voor
het geval je dit nog niet wist: de afkorting NBV betekent: “Nederlandse
Bijbel Vervalsing”.
Nee, dat gaat allemaal beslist niet meer goed komen, dit is Babylon binnen uw muren! Nu men het uiteindelijk voor elkaar
heeft gekregen om al die van elkaar verschillende theologische inzichten op één hoop te vegen onder de naam:
“Protestantse Kerk Nederland” ligt het in de lijn der verwachting dat dit geestelijke aftakelingsproces
nu met vereende krachten zal worden voortgezet.
Desondanks mogen we vaststellen dat er ook een verlangen opkomt naar geestelijke vernieuwing binnen deze PKN. Terwijl het verlangen naar geestelijke vernieuwing op zich een zeer goede zaak is laat de praktijk zien dat de invulling daarvan binnen de PKN slechts neerkomt op het vervangen van de ene dwaling door de andere. Langs die weg wordt er bijvoorbeeld door het “Evangelisch Werkverband” slechts gestreefd naar een nieuw interieur in een slooprijp gebouw. Dat nieuwe interieur bestaat o.a. uit de ook door de PKN kennelijk al binnengehaalde “doelbewust ontwrichte gemeente” van Rick Warren. Daarnaast klinkt er de roep om “sterke, jonge leiders”. Het feit dat er gewacht wordt op sterke leiders is echter alweer een aanwijzing dat het protestantse christendom afstevent op een systeem van “volgzame kudde met sterke leiders” waarin de overtrokken aandacht voor “sterke” leiders van dat protestantse christendom een van het evangelie vervreemd christendom maakt waarbinnen de volgzame kudde altijd afhankelijk zal blijven van wat de “grote” leiders te vertellen hebben. Als dat het resultaat zal zijn van de inspanningen van het Evangelisch Werkverband is dit geen werkverband maar een noodverband. En dat houdt geen stand. Men doet er daarom beter aan dit Babylon te verlaten want het is niet te genezen. Dat had men overigens ten tijde van de profeet Jeremia allang door, volgens Jeremia 51:9: “Wij hebben Babel trachten te genezen, maar het is niet te genezen; verlaat het en laten wij gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel en het verheft zich tot de wolken”. Het is te hopen dat deze waarschuwing in de juiste harten terecht zal komen want zolang de zonen Gods in de Protestantse religie uit het zicht blijven en men dus eigenlijk tegen God zegt: “dat willen wij niet weten!” staan de horden leugengeesten van de satan klaar om deze ongehoorzaamheid genadeloos af te straffen.
Weliswaar zijn er al enige tientallen jaren “volle evangelie” gemeenten in Nederland waar het evangelie over de zonen Gods gepreekt wordt (of werd?) maar ook daar heeft de satan de pannetjes flink overhoop gegooid en zijn velen in deze kringen bezweken aan de verleiding tot hoogmoed. In Daniël 11:34 werd over de zonen Gods al voorspeld: “dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten”. Wie zich met die gezindheid aansluit zal door die gezindheid ook weer afvallen. Dit houdt in dat de zonen der wetteloosheid (de volgelingen van de antichrist) deels voortkomen uit hen die het dichtst bij de waarheid staan (of stonden). Want dat is wat de apostel Johannes beschreef in 1 Joh. 2:19: “Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet”.
Dit is een drama waarvan ik destijds ook in de eigen gemeente getuige ben geweest en wat een praktijkvoorbeeld bleek
te zijn van de gelijkenis van het onkruid in de akker, welke Jezus vertelde in Matth.
13:24-30. Deze gelijkenis gaat als volgt: “Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed
zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden
tussen het koren, en ging weg. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid te voorschijn. Daarna
kwamen de slaven van de eigenaar en zeiden tot hem: Heer, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij dan
aan onkruid? Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens gedaan. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het
bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken.
Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid
bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur”.
Op de vraag van de slaven naar de afkomst van het onkruid is het antwoord: “Dat heeft een vijandig mens gedaan”,
waarmee de satan wordt bedoeld. Dit is nu precies waarvoor de apostel Paulus de oudsten van Efeze al waarschuwde in
Hand. 20:29-30 waar hij de indringende waarschuwing liet horen: “Zelf weet ik, dat na
mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen
binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen
spreken om de discipelen achter zich aan te trekken”. Jazeker, het staat er echt: uit uw eigen midden!
Met het goede zaad wordt in deze gelijkenis de tarwe bedoeld en met het onkruid de Dolik. Dat is in Israël een
onkruidsoort met giftige aren die tijdens het opgroeien niet van het goede graan zijn te onderscheiden maar pas bij
het vruchtzetten verschillen laten zien met het goede (eetbare) graan. Daarom mochten de slaven in de gelijkenis het
onkruid niet weghalen voordat het volgroeid was omdat de kans bestond dat ze onopzettelijk ook het goede graan zouden
verwijderen. Het goede graan in deze gelijkenis zijn de zonen Gods. De Dolik daarentegen zijn de zonen des verderfs,
of in meer gangbaar Nederlands: dit zijn de afvalligen en de satanaanbidders die het leger van de antichrist zullen
vormen. Deze beide groepen groeien samen op totdat het verschil maar al te duidelijk zichtbaar zal worden. Deze afvalligen
verraden zichzelf in de eerste plaats door hun handel en wandel.
Daarover zei Jezus in Matth. 7:16-20: “Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest
toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte
boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten
dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen
dan aan hun vruchten kennen”. Die slechte vruchten zijn te herkennen aan hun botte bijl methoden en aan de
verwoestingen die ze aanrichten. Hun ware aard is dan ook te herkennen aan hun vruchten en niet aan hun vrome praatjes. Als die vruchten een spoor van verwondingen en
trauma's zijn is het wel duidelijk met wat voor slechte bomen we van doen hebben.
Uiteraard zijn zij zelf van mening dat ze namens God handelen maar daar rekende Jezus in Joh. 16:2-3
al hardhandig mee af: “Men zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen
Gode een heilige dienst te bewijzen. En dit zullen zij doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen”.
Ik heb dit soort mensen van nabij bezig gezien en schrijf dus uit ondervinding en als ooggetuige. Ik heb destijds de
hel in hun ogen gezien. Het is haast onvoorstelbaar hoe je mensen kunt zien veranderen die zich aanvankelijk nog
op de goede weg bevonden.
De afvalligen die wij destijds in de eigen gemeente bezig hebben gezien, kregen het niet voor elkaar om het roer
in de gemeente over te nemen waarna zij hun eigen gemeente (lees: “synagoge des satans”) opstartten. Men
bleek daar al gauw ten prooi te vallen aan nog diverse andere leringen van boze geesten. Waaronder de leugen dat Jezus
Christus niet de eniggeboren Zoon van God van voor de grondlegging der wereld zou zijn maar wel een rechtvaardig mens.
Ook deze oude leugen werd dus weer eens door de satan van stal gehaald want al sinds en tijdens de prediking van de
apostelen stak deze dwaalleer telkens weer de kop op. In onze dagen vinden we deze misleiding terug in wat we nu kennen
als de “New” Age.
De bijbel laat echter duidelijk weten dat wie iets dergelijks beweert in dienst van de satan staat. Dit wordt door de
apostel Johannes als volgt verwoord in 1 Joh. 4:2-3: “Hieraan onderkent gij de Geest
Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus
niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij
komen zal, en hij is nu reeds in de wereld”. Dat is slecht nieuws voor de afvalligen die deze leugen verkondigen.
Ik heb echter weinig hoop dat dit slechte nieuws hun verharde hart alsnog zal veranderen, vanwege mijn ervaringen met
het voortschrijdende, geestelijke verval dat ik destijds bij dit soort mensen heb waargenomen. Want wie zich daar alsnog
van zou willen bekeren zal heel diep door het stof moeten kruipen. Een dergelijke ontluistering is voor iedere hoogmoedige
zondaar een vrijwel onneembare hindernis.
Tijdens Jezus' aanwezigheid op deze wereld werd Hij geregeld geconfronteerd met de oversten van het volk Israël,
de Farizeeën en hun soortgenoten. Zij zochten uitsluitend hun eigen eer. Zij wisten wie Jezus was want in Joh.
12:42-43 wordt ons namelijk gemeld: “En toch geloofden zelfs uit de oversten velen in Hem, maar ter wille
van de Farizeeën kwamen zij er niet voor uit, om niet uit de synagoge te worden gebannen; want zij waren gesteld
op de eer der mensen, meer dan op de eer van God”. Desondanks wilden ze Jezus keer op keer doden als Hij God Zijn
Vader noemde. Dat lezen we in Johannes 5:18: “Hierom dan trachtten de Joden des te meer
Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat schond, maar ook God zijn eigen Vader noemde en Zich dus met God gelijkstelde”.
Ook in onze tijd lopen er dus weer van dit soort godloochenaars rond die onder het mom van het “volle evangelie”
de godheid van Jezus niet willen aanvaarden. In 1 Joh. 2:22 rukt Johannes deze godloochenaars
het masker af: “Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist...”.
Wie dus iets dergelijks verkondigt spreekt namens de geest van de antichrist. Ook al leert men nog dat Jezus de Christus
is, dan nog heeft men door het loochenen van Zijn afkomst de identiteit van Jezus Christus compleet uitgehold. En waar
dat gebeurt is een gemeente geen gemeente meer maar een rovershol, een synagoge des satans.
Het geestelijke verval dat ik destijds in de eigen gemeente moest aanschouwen maakte mij al in een vroeg stadium
duidelijk dat het compleet doortrokken was met hoogmoed en grootheidswaanzin. Beweringen als: “Wij zijn al verder
dan Paulus”, “Wij zijn verder dan de bijbel” en meer van dergelijke uitspraken waren overigens niet
moeilijk te ontmaskeren: je kon er dwars doorheen kijken. De hoogmoed droop er bovendien van af. Het hing als het ware
al jaren tevoren in de lucht dat deze grootheidswaanzin totaal uit de hand zou gaan lopen. En inderdaad: de tijd heeft
het ondertussen allemaal bevestigd.
We moeten verder vaststellen dat ook in de rest van de wereld ditzelfde bederf al zijn (tien)duizenden heeft verslagen.
In Amerika is bijvoorbeeld als sinds de jaren 1940 een dergelijk bederf bekend onder de naam: Latter Rain
Movement en de daaruit voortgekomen Manifest Sons of God. Daarover lezend knetteren de meest
fantastische grote daden, wonderen, tekenen en beloften je tegemoet. Samengevat komen deze dwalingen er op neer dat er
onbijbelse fantasieën worden toegevoegd aan wat de bijbel ons vertelt. En wat torent boven dat alles uit?
Inderdaad: hoogmoed en grootheidswaanzin. Het is weer hetzelfde verhaal van het onkruid in de akker. Het is een zeer
trieste zaak dat deze misleiders een “evangelie” verspreiden dat net als de verkondigers ervan bedrieglijk
echt lijkt, waardoor er alleen maar verwarring wordt gezaaid.
Er is echter één kenmerk waaraan de echte discipelen van Jezus altijd herkend kunnen worden en dat is hun
nederigheid. Die nederigheid is des te eenvoudiger te herkennen wanneer men als maatstaf hanteert wat Jezus erover zei
in Johannes 7:18, waar Hij zegt: “Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar
wie de eer zoekt van zijn zender, die is waar en er is geen onrecht in hem”.
Het probleem van deze afvalligen is dat er een (kruisvormig) prijskaartje aan het evangelie van Jezus hangt en deze huurlingen willen de volle prijs daar niet voor betalen. Die onwil wordt aan het zicht onttrokken met de leuze dat het kruis een “gepasseerd station” is, wat een opvallend sluwe manier is om te maskeren dat men feitelijk voor de weg van de minste weerstand heeft gekozen! Als mensen willens en wetens deze leugens achterna lopen zijn ze de grote stad Babylon weer ingetrokken. En dit Babylon wordt in de bijbel de grote hoer genoemd. Deze hoer heeft vriendschap gesloten met de vijand van God (Openbaring 17:1-18). In deze eindtijd is het de geest van de antichrist die namens de overste van deze wereld zijn opgelegde taak uitvoert. Conclusie: de afvalligen die zijn voortgekomen uit het “volle evangelie” zijn gevallen voor de god van de “New age”, de geest van de antichrist, die in Openbaring 13 ook genoemd wordt: het beest uit de zee. Het is te hopen dat bij de oprechten in deze (volle evangelie) kringen de ogen nog open mogen gaan zodat ook zij aan Jezus' oproep gehoor zullen geven om uit het geestelijke Babylon weg te trekken, voordat de satan de kans krijgt om met al deze schijnheiligheid voorgoed af te rekenen.
Als Jezus zelf het voorbeeld gaf en het lijden aanvaardde zal ieder kind van God dat Jezus op die weg wil volgen de smart en de vernedering moeten aanvaarden. Dat werd namelijk door Jezus aan Zijn discipelen duidelijk gemaakt in Joh. 15:20, waar Hij zei: “Gedenkt het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen....” Dat er inderdaad mensen zijn die dit kruis hebben aanvaard vinden we terug in Openbaring 14:4 waar van de zonen Gods wordt gezegd: “Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat”. Waar ging het Lam Gods naar toe? Was dat niet naar Gethsémane en Golgotha? Dus ook de zonen Gods zullen in hun leven een Gethsémane en een Golgotha kennen en dat is absoluut dodelijk. Voor hun oude mens. Want die oude mens, hun zondige natuur, zal plaats moeten maken voor de volmaakte mens waar God op wacht. In Openbaring 12:11 wordt van hen gezegd: “en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood”. Uiteraard zal daar die bereidheid moeten zijn om, als het zo mocht lopen, dit natuurlijke leven op te geven en te sterven voor de zaak van Christus. Veel pijnlijker en veel moeizamer is het echter om het oude leven en de oude mens te laten afsterven. Juist daarom vluchten veel kinderen Gods in wie weet hoeveel hoeken en gaten weg om daar maar aan te kunnen ontkomen. Omdat die prijs hen te hoog is. Na Zijn opstanding kreeg Jezus de macht om het verlossingsplan van Zijn Vader uit te werken. Hij wacht nu op die kinderen Gods die niet alleen genoegen nemen met het feit dat ze behouden zijn maar ook bereid zijn om dat kruis op zich te nemen, de schande niet achtende, en in de voetsporen van Jezus willen treden.
Het is waarlijk niet moeilijk te begrijpen waarom het de satan er alles aan gelegen is om het evangelie over de zonen Gods weg te stoppen, om er een mysterie van te maken. In deze eindtijd heeft hij er daarom allerlei misleidende verzinsels voor in de plaats laten komen zoals de “opname van de gemeente” waarbij de gelovigen van de aarde zouden worden weggenomen voordat de grote verdrukking begint. Er is in de bijbel inderdaad sprake van een opname. Paulus heeft het daarover in 1 Cor. 15:51. Daar wordt echter door Paulus geschreven over het moment waarop de zonen Gods hun onsterfelijke lichaam zullen ontvangen waarna de grote eindstrijd aanbreekt. Er is in de bijbel echter ook sprake van een nacht waarin niemand werken kan. Dat houdt in dat tijdens die nacht geen mens op deze wereld nog zal openstaan voor het evangelie. Jezus spreekt daarover in Joh. 9:4. Dat is de donkere periode waarin de wetteloosheid in deze wereld zijn maximum bereikt. Nergens in de bijbel wordt echter gemeld dat de zonen Gods gespaard zullen blijven voor verdrukking en vervolging. Ik moet, dit schrijvend, weer terugdenken aan die jaren waarin ik broeders en zusters meemaakte die (bij wijze van spreken) al met de staart tussen de poten wegvluchtten zodra het onderwerp geestelijke strijd aan de orde kwam. Dat in de kringen van deze lafhartigen de genoemde opnametheorie graag gehoord werd zat er dik in. De bijbel is er echter duidelijk over dat ons het lijden en de vervolgingen niet bespaard zullen blijven. Dus op welk moment de zonen Gods de aarde ook zullen mogen verlaten, het kruis van het lijden hebben zij sowieso in hun leven gekend. Er valt niet aan te ontkomen. Het hopen op een opname vóór een periode van veel vervolging komt voort uit het feit dat men diep in het hart de geestelijke strijd en de vervolging schuwt. De noodzaak daarvan is nou precies datgene waarvan Jezus Zijn discipelen wilde overtuigen. De hoop dat men desondanks voor de grote klap het strijdtoneel mag verlaten is opnieuw het zoeken naar de weg van de minste weerstand. En waar gebeurde dit al eens eerder? Was dat niet in de hof van Eden? Hebben wij daar tenslotte niet alle ellende op de wereld aan te danken?? Het is een illusie om te denken dat de satan uiteindelijk uit zichzelf zijn macht zal afstaan als overste van deze wereld. Integendeel, daar zal een felle strijd aan vooraf gaan. De opname van de gemeente komt overigens op een andere pagina van deze website uitgebreider aan de orde.
Het evangelie veroorzaakt een schifting onder de kinderen Gods. De lafaards worden van de helden gescheiden. Zoals
koning David zijn helden had, heeft ook de Zoon van David Zijn helden en die worden uitsluitend in de strijd
geboren. Dat weet ook de satan maar al te goed en daarom is hij er vooral op uit om het de zonen Gods in wording zo
moeilijk mogelijk te maken en om de kennis over dit onderwerp te vervangen door uiterst geraffineerde misleidingen.
Zo is bijvoorbeeld de Maranathaleer met zijn verwachting dat Jezus iedere dag terug kan komen een gevaarlijke, demonische
afleidingstactiek die kinderen Gods in de wachtkamer zet terwijl die dokter maar niet wil komen. Jezus zal pas terug
komen als de zonen Gods hun plaats hebben ingenomen en de eindstrijd kan beginnen. En o ja, daar hebben we ook nog die
veelgeprezen Toronto “blessing”: dat was ook al zo'n opvallend succesvolle misleiding van
de satan waar complete volksstammen in hun geestelijke verblindheid massaal voor vielen.... Ik heb de videobeelden gezien
van de over de grond dweilende mensenmassa's die met al hun stuiptrekkingen en andere bijverschijnselen toch echt eerder
de indruk wekten dat ze door de vloek getroffen waren. Daar gaat echt geen zegen van uit. De zogenaamde “mannen
Gods” die deze mensonterende taferelen veroorzaakten drijven feitelijk de spot met Gods heiligheid en spelen in
op de sensatiezucht van veel mensen. Men zoekt de kick van het ogenblik. Als in zo'n bijeenkomst de aandacht grotendeels
uitgaat naar al deze mensonterende toeters en bellen en niet op Jezus Christus, bevindt men zich op glad ijs. Het is
daarom geen wonder dat men massaal onderuit gaat....
Ook de alverzoeningsleer is zo'n doodlopende weg. Want ook dat is een spitsvondig uitgedokterd spinnenweb waar je zonder
de hulp van de Heilige Geest niet uit los komt. Het verwijzen naar de grondtekst van de bijbel zoals dat door de aanhangers
van deze leer wordt toegepast is nog geen garantie dat daarmee de waarheid wordt gediend. Ook aan de grondtekst van
de bijbel kunnen misleidende theorieën worden opgehangen. Dit gebeurt door mensen die de noodzaak van bekering
en heiliging bestrijden en de heiligheid van God aantasten door Hem af te schilderen als een god die bewust de zonde
in de wereld liet komen. Meer over deze alverzoening kun je trouwens vinden in: Alverzoening, genade of misleiding?
Er zijn “predikers” die durven te verkondigen dat God de grootste verliezer zou zijn sinds de val van de satan. Ze staan er kennelijk niet bij stil dat de grootste verliezer nog altijd diegene is die het laatst verliest. En.... wie zou dát zijn? Als deze predikers dit soort onzin durven te verkondigen, wat voor een evangelie brengen zij dan eigenlijk? Is dat überhaupt de moeite van het aanhoren wel waard of is het niets anders dan wat de bijbel voorspelt over de spotters? In 2 Petrus 3:3 lezen we namelijk: “Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen...”. Talloze malen hebben mensen God de schuld gegeven van alles wat er mis gaat terwijl feitelijk God zelf vanaf de zondeval het verraad en de ontrouw van de mens heeft moeten verdragen. En nu zijn er ook nog eens mensen die beweren dat Jezus niet de, van Gods troon gezonden, Zoon van God is (zoals hierboven al is aangehaald onder de kop: “Het holle evangelie”). Ook dit is weer een vorm van verraad. In dit verband is het de moeite waard om Hebreeën 6:4-6 hierover te raadplegen waar wordt gezegd en geschreven: “Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben, en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken”. Zoals koning David in zijn leven meermalen werd verraden, ook door zijn eigen zonen, zo werd en wordt ook de Zoon van David, Jezus Christus, keer op keer verraden door deze en vele andere afvalligen.
Als klap op de vuurpijl is de grote verleider nu bezig om de mensheid een redder aan te smeren, een wereldleraar,
die aan alle ellende in de wereld een einde zou moeten gaan maken. In Openbaring 13:11-18 wordt
hij al aangekondigd als het beest uit de aarde, dit is de beruchte antichrist: een mens, die door de overste van deze
wereld is aangesteld als tegenhanger van de enige echte Christus. Ook alle verwoede pogingen en inspanningen om de landen
van Europa om te vormen tot een verenigd Europa met een eigen grondwet zijn niets anders dan een voorbereiding op de
komende wereldregering. Met deze antichrist aan het hoofd. Het besef dat hij in alles de tegenpool is van Jezus Christus
geeft al een idee van de wreedheid en de meedogenloosheid die deze rat zullen kenmerken. Ook al zal hij zich aanvankelijk
poeslief gedragen, hij is en blijft het evenbeeld van de satan, en die laatste heeft nogal wat maskers aan zijn kapstok
hangen. En deze worden behalve dat de satan ze zelf geregeld opzet ook meer dan eens uitgeleend!
Één van deze uitgeleende maskers werd bijvoorbeeld nogal eens opgezet door de man die als paus Johannes Paulus
II door het leven ging. Aldus vermomd sprak deze misleider tijdens het leiden van een mis
in de Sint Pieter in Rome in zijn nieuwjaarsrede op 1 januari 2004 over een “nieuwe internationale orde”
die deze wereld nodig zou hebben “om conflicten op te lossen en vrede te bereiken”. Dit zou volgens hem
een orde moeten zijn die steunt op de ervaring en de resultaten van de Verenigde Naties en zou daarnaast gebaseerd moeten
zijn op de gelijkheid van mensen, op de solidariteit tussen rijk en arm en op het delen van wetenschappelijke en technologische
kennis. Aangezien Jezus Christus in dit hele verhaal kennelijk helemaal niet mee mag doen ligt het er dik bovenop dat
deze misleiding slechts tot doel heeft door middel van deze (s)lijmpoging een bolwerk van geconcentreerde
macht in het zadel te sjorren die aan de beloofde “vrede” helemaal geen boodschap zal blijken te hebben
maar slechts voor het antichristelijke wereldrijk orde(!) op zaken moet stellen.
Om de mensheid voor te bereiden op de komst van deze nepheiland neemt men zijn toevlucht tot allerlei zoetsappig gezwijmel
om de mensheid te laten geloven dat de mens zelf een god is, dat hij/zij de god in zichzelf moet gaan zoeken, dat de
mens van nature goed is en geen bekering nodig heeft. Hoewel er ook mensen zijn die op velerlei manieren de barmhartigheid
aan anderen bewezen hebben die God graag ziet en wat door God beloond zal worden hoeven we maar om ons heen te kijken
in deze verziekte, door oorlogen verscheurde wereld en we komen al snel tot de conclusie dat we van die goedheid van
de mens in zijn algemeenheid geen goeds te verwachten hebben.
“New Age” is de verzamelnaam van al dit gezwijmel. Het is tenslotte niet veel anders dan een herhaling van
het drama met die verboden vrucht in de hof van Eden. Dat is dan ook precies wat er werkelijk wordt uitgedeeld: verboden
vruchten en verboden vruchten zijn gestolen vruchten. Uiteindelijk blijft een mens zonder Jezus Christus heel gewoon
een ordinaire zondaar, al het vage geleuter over een “universele waarheid”, en meer van dergelijke
schemerige begrippen, ten spijt.
In Openbaring 19:19 wordt beschreven hoe het met deze “wereldleraar” afloopt.
Er staat dat dit beest en de koningen der aarde en hun legerscharen oorlog voeren tegen Hem, die op het paard zit, en
tegen Zijn leger. Dit zijn Jezus met de zonen Gods. Als na deze eindstrijd in het geestelijke Armageddon tegen
deze occulte antichrist en zijn occulte volgelingen de overwinning is behaald zullen de zonen Gods samen met Jezus Christus
in hun onvergankelijke opstandingslichaam als koningen heersen in het duizendjarige vrederijk. (Openb. 20:4). In Daniël 12:3 worden dezen genoemd als de verstandigen die
zullen stralen als de glans van het uitspansel voor eeuwig en altoos. Tijdens het duizendjarige vrederijk zullen zij
bezig zijn om de vernielde en zwaar beschadigde schepping weer te herstellen totdat de (ver)nieuw(d)e aarde een feit
zal zijn. Vandaar dat Paulus in Rom. 8:19 verzuchtte: “Want met reikhalzend verlangen
wacht de schepping op het openbaar worden van de zonen Gods”. En in Rom. 8:22: “Want
wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is”. Het is dus zo dat deze
schepping voor de verlossing uit de overheersing van de overste van deze wereld, afhankelijk is van deze zonen Gods.
Anders gezegd: zonder hen wil God aan de heerschappij van satan geen einde maken. Zij, die aan Jezus gelijkvormig zijn
geworden, die de vernederingen en het lijden hebben aanvaard als een goed soldaat (2 Tim. 2:3)
en daaruit de nederigheid hebben geleerd om daarna door God verhoogd te worden. Of zoals Paulus het beschrijft in 1
Cor. 1:27-30: “en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat (voor de wereld) sterk is te
beschamen”. In Jac. 1:18 worden zij de eerstelingen (“eerstelingsvrucht”
volgens de grondtekst) onder Gods schepselen genoemd. Zij die in deze wereld geen aanzien hebben zullen na de eindstrijd
met Jezus als koningen heersen in het duizendjarige vrederijk en tot in eeuwigheid. Jezus zei van Zichzelf dat Hij niet
was gekomen om Zich te laten dienen maar om te dienen. Dat is de gezindheid van God en Hij wil dat dit aan de mensheid
bekend zal worden. Hij wil graag gekend worden als de God die Hij in werkelijkheid is. De God die sinds de val van de
mens de smaad heeft moeten verdragen die een verleugende mensheid Hem aandeed, die heeft moeten toezien hoe de engel
van het licht, die in Zijn nabijheid verbleef, Hem verraadde en de macht die hij van God had gekregen misbruikte om
van deze wereld een rovershol te maken. Als dienende geest had satan het recht om zich tot deze wereld toegang te verschaffen.
Omdat God Zichzelf niet kan verloochenen en daarom op Zijn genomen besluiten en principes nooit terug komt, wat de satan
heel goed wist, moest Jahweh er getuige van zijn dat de satan het eerste mensenpaar tot zonde verleidde en hen daardoor
van hun Schepper vervreemde. De satan wist in zijn sluwheid precies tot hoever hij kon gaan en was daardoor in staat
om de mens te benaderen. Met de ondertussen overbekende gevolgen: opnieuw verraad. We kunnen rustig stellen dat sindsdien
de satan en zijn complete demonentroep om die reden triomfantelijk de spot hebben gedreven met de Schepper in de waan
dat ze Hem te slim af waren. Dit hele drama van verraad herhaalde zich toen de Zoon van God door Zijn eigen discipel
Judas werd verraden. Alleen luidde dat verraad de definitieve ondergang van satans rijk in. Jezus kwam naar deze wereld
om de mens van de satan terug te kopen. Daarin slaagde Hij, wat de satan niet had verwacht (1 Cor.
2:8) en hij werd zo zelf te schande gemaakt (Colossenzen 2:15).
Voor wie zich nu nog afvraagt wat de bijbel ons leert over de zonen Gods heb ik een aantal van de betreffende bijbelteksten op een rij gezet. Dus voor wie nog meent zijn toevlucht te kunnen nemen tot de dogma's en valse leringen van het geestelijke Babylon om zodoende te kunnen ontwijken wat de bijbel ons hierover te vertellen heeft is het raadzaam de nu volgende opsomming eens onder ogen te zien. Ik heb er telkens tussen haakjes commentaar aan toegevoegd.
Het is bijzonder aan te bevelen dat de lezer eerst eens bij zichzelf te rade gaat in plaats van met een gebalde vuist
naar die personen te staan wijzen die man en paard durven te noemen. Als zelfs Jezus Zijn vijanden terecht uitmaakte
voor huichelaars en adderengebroed zoals Hij dat deed in Matth. 23:1-39, ontkomen wij er ook
niet aan om, uit bewogenheid voor deze zuchtende schepping, duidelijke taal te spreken of te schrijven. Daarvan is ook
deze pagina het resultaat.
Als kinderen Gods tegen het eind van ieder jaar weer plichtsgetrouw staan te zingen over “vrede op aarde”
maar diep in hun hart het evangelie van Jezus, over de noodzaak van het opgroeien tot zonen Gods, bij het grof vuil
hebben gezet zal die vrede op aarde een bedrieglijke droom blijven en geldt voor hen de waarschuwing: “Wat noemt
gij mij Here, Here en doet niet wat ik zeg?” Van mensen die een religie aanhangen zal deze wereld niet
beter worden, wel van hen die een levende relatie met Jezus Christus hebben. Juist omdat het daar bij massa's kinderen
Gods aan ontbreekt zijn er in ons arrogante Nederlandje zo gigantisch veel denominaties. Men meent het keer op keer
beter te weten dan God zelf. Ik hoorde ooit eens iemand zichzelf afvragen: “Als zij dan allemaal dezelfde bijbel
hebben, waarom zijn er dan zoveel verschillende kerken en samenkomsten?” Een schot in de roos, én een vraag
die christelijk Nederland zichzelf geregeld zou moeten stellen.
Men moet zich ook realiseren dat een evangelie dat niet overeenkomt met wat Jezus aan Zijn discipelen leerde geen
evangelie is maar een slap afgietsel. Een slap verhaal waar Jezus geen boodschap aan heeft. Daarvoor kwam Hij niet naar
deze wereld. Als een mens mag weten dat hij/zij het eeuwige leven heeft ontvangen is dat mooi en goed maar niet goed
genoeg voor God. Jezus kwam naar deze wereld om door Zijn lijden de eerste te worden onder vele broeders (m/v) en
dat zijn geen zondaren maar mensen die aan Hem gelijkvormig zijn geworden (Rom. 8:29). De profeet
Ezechiël zag dit in een visioen waarin hij de hopeloze toestand van het geestelijke Israël zag (Ez.
37:1-14). Het wordt hoog tijd dat al die dorre doodsbeenderen tot leven komen en tot zonen Gods zullen worden.
Tot slot: in Jes. 43:13 kunnen we lezen dat Jahweh zegt: “Ik werk, en wie zal het keren?”
Dit betekent dat het mysterie van de zonen Gods toch zal uitlopen op de openbaring van de zonen Gods en uiteindelijk
de antichrist en zijn aanhangers uitgeroeid zullen worden en de overste van deze wereld zijn plaats zal moeten afstaan
aan Jezus Christus zodat Hij samen met de zonen Gods kan beginnen met het herstel van de schepping. Dan zal de Zon
der gerechtigheid na een hele lange nacht weer opgaan over deze wereld.
De uitroeiing van het kwaad en de wetteloosheid wordt treffend beschreven in Maleachi 4:1-3:
“Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven,
zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in brand steken (zegt de Here der heerscharen) welke hun wortel noch
tak zal overlaten. Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing
zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. Gij zult de goddelozen vertreden,
want tot stof zullen zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal, zegt de Here der heerscharen”.
Als afsluiting nog even iets anders: de afbeelding van de wereldbol die je hierboven ziet heb ik in het jaar 2000 gemaakt. Mijn computerkennis was destijds nog zeer beperkt, maar het resultaat viel me desondanks niet tegen. Ik probeerde er mee uit te beelden hoe ik de situatie zie van deze, in geestelijke duisternis gehulde, wereld. Een situatie die door de overheersing van de satan een uitzichtloze situatie is van veel ellende en lijden. Maar waarin door Jezus' komst en menswording verandering is gekomen, vandaar de lichtbron. Deze lichtbron beeldt uit wat in Jesaja 9:2 staat te lezen: “Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht”. Nadat deze afbeelding af was vatte ik al kijkend naar het uiteindelijke resultaat het idee op om met een eigen website te beginnen. En daar is het dus allemaal mee begonnen. Misschien leuk om te weten.?