“Alleen zij herkennen de waarheid, die de waarheid willen erkennen”. Deze spreuk kwam me eens in gedachten
nadat ik al enige jaren ervaring had opgedaan met deze website. De vele reacties die ik ondertussen had ontvangen hadden
me in ieder geval wel geleerd dat de mens die oprecht de waarheid zoekt ook bereid is om zich, waar nodig, te laten
corrigeren. En voor die mensen heb ik veel tijd en energie gestopt in het maken en onderhouden van deze site.
Om het bezit van deze wereld is een strijd gaande is tussen waarheid en leugen. Tussen het Koninkrijk van het Licht
en het koninkrijk van de duisternis. Met de afbeelding hiernaast heb ik een poging gedaan dit enigszins weer te geven.
Het is een strijd die nog voor veel christenen een mysterie is. En ondanks dat men ergens wel beseft dat er een duivel
bestaat blijven veel christenen hierover toch in het duister tasten. Dit was te verwachten omdat het begrip waarheid
voor veel “christenen” in deze postmoderne tijd een eigen invulling heeft gekregen. Waardoor velen van mening
zijn dat absolute waarheden niet (meer) bestaan. Daar zijn ze absoluut zeker van..... Wat er vervolgens nog aan “waarheden”
is overgebleven moet aan ieders eigen smaak aangepast kunnen worden. Maar al te vaak blijkt dit voor velen de meest
comfortabele waarheid te zijn die dan ook het beste overeenkomt met de eigen overtuiging. Met als gevolg dat die eigen
overtuiging steeds verder op drift raakt en afdwaalt van de boodschap die we in de bijbel vinden. Het resultaat van
al dit stuurloze gezwabber is dat binnen de verdeelde christenheid velen hun eigen evangelie in elkaar hebben gespijkerd.
En als men zelf niets heeft kunnen bedenken hebben de hedendaagse religieuze supermarkten wel vele soorten en smaken
op de planken liggen. Voor ieder wat wils. Zodat vervolgens het evangelie van Jezus Christus als een “hopeloos
ouderwets” verhaaltje bij het grof vuil wordt gezet. Jezus voorspelde dit geestelijk verval in Matth.
24:12: “En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen”. Met
deze wetsverachting bedoelde Jezus te zeggen dat Gods maatstaven door steeds meer “christenen” aan de kant
worden geveegd en dat de oppervlakkige religie die er overblijft slechts een kille schijnvertoning is.
Kort voor Jezus' kruisdood kwam Hij tegenover een Romein te staan die zich, onder druk gezet door een ziedende menigte,
wanhopig afvroeg wat dan toch wel die waarheid mocht zijn waar Jezus over sprak. In Johannes 18:38
vinden we deze gebeurtenis:
“Pilatus zei tot Hem: 'Wat is waarheid?' En na dit gezegd te hebben, kwam hij weer naar buiten tot de Joden en
zei tot hen: 'Ik vind geen schuld in Hem'”.
De vraag naar de waarheid die Pontius Pilatus hier aan Jezus stelde was niet slechts een vraag die door een in het
nauw gedreven Romein werd gesteld, maar een vraag die door alle eeuwen heen heeft geklonken. Zijn vraag was een reactie
op de uitspraak van Jezus in Joh. 18:37: “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in
de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder die uit de waarheid is, hoort naar Mijn stem”.
Dit is één van die dingen waarop Jezus tijdens Zijn rondwandeling op deze aarde het felst werd aangevallen.
De waarheid die Jezus verkondigde was het evangelie van het Koninkrijk Gods en dit vatte Hij samen in Matth. 18:11: “Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te behouden”.
Niet alleen toen maar ook tot op de huidige dag heeft de tegenstander het voor elkaar gekregen dat men de waarheid van
Jezus' evangelie heeft vervangen door vele leugens. Met als gevolg dat we alleen al in het kleine Nederlandje verdrinken
in de vele van elkaar verschillende kerken, kringen, groepen, sekten, gemeenten, vergaderingen en wat er verder nog
te koop is op deze religieuze rommelmarkt. Zodat we bijna 2000 jaar na de vraag van Pontius Pilatus moeten vaststellen
dat het ene gezicht dat ooit de waarheid sprak is vervangen door vele maskers, waarachter de leugen zich schuilhoudt.
Waardoor veel buitenstaanders al dat “christelijke” gedoe argwanend gadeslaan en zich afvragen waar dan
toch die echte waarheid te vinden mocht zijn. Daar komt ook nog bij dat in bepaalde “evangelische” kringen
wordt geloochend dat Jezus als Gods Zoon naar deze aarde afdaalde voor onze redding, met als gevolg dat Jezus Christus
van Zijn identiteit wordt beroofd, want ook deze bewering is niets anders dan een masker waarachter de satan zich verbergt.
Wel, aan deze afvalligen heb ik alvast het volgende te melden: Jezus was niet alleen God en mens, Hij is zelfs onze
Schepper, zoals de bijbel ons dit duidelijk laat weten.
Er woedt dus een oorlog om het bezit van deze wereld waarin licht en duisternis, waarheid en leugen tegenover elkaar
staan. Het is een oorlog waar de mens door de zondeval bij betrokken raakte maar die uiteindelijk de overste van deze
wereld de kop zal kosten, zoals hem dit in de hof van Eden al werd aangezegd. Het is echter wel een geestelijke oorlog.
Maar omdat de duivel, de grote leugenaar, zich achter vele maskers schuilhoudt is dit voor veel christenen een verborgenheid
gebleven en eigenlijk wil men dan ook niet beseffen dat de strijd nog lang niet is gestreden.
De apostel Paulus schrijft in Efeziërs 5:11: “En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen wat heimelijk door hen wordt verricht”. Met de artikelen op deze site wil ik, met de bijbel als basis, duidelijk maken dat de overste van deze wereld zich sinds het drama in de hof van Eden achter vele maskers heeft verscholen om zo lang mogelijk onontdekt zijn ondermijnende werk te kunnen doen. De vele leringen en dogma's die de christenheid nu in zoveel kerken en groepen verdelen zijn daarom niets anders dan maskers waarachter zich een monster schuilhoudt. Een monster dat sinds Golgotha van de satan de opdracht heeft gekregen om de christenheid op een dwaalspoor te brengen. Het is de op één na machtigste demon die alleen de satan zelf nog boven zich moet dulden. In 1 Joh. 4:3 wordt dit monster bij naam en toenaam genoemd: de geest van de antichrist. Johannes voegt er dan nog aan toe: “....en hij is nu reeds in de wereld”. We moeten vaststellen dat twintig eeuwen kerkgeschiedenis dit alleen maar hebben bevestigd. In Openbaring 13:1 wordt ditzelfde monster door Johannes beschreven als een beest dat uit de zee te voorschijn komt. Met die zee wordt hier de (geestelijke) religieuze wereld aangeduid, inclusief vrijwel alles dat zichzelf christelijk noemt. Elders in Openbaring wordt deze religieuze wereld overigens ook het grote Babylon genoemd, de grote hoer. Dit beest verschuilt zich nu nog onder het oppervlak van deze religieuze zee of anders gezegd: hij heeft zich tot op heden kunnen schuilhouden achter alles dat als religie wordt aangeprezen, waarbij hij gebruik maakt van een stortvloed aan dwaalleringen. We leven nu in een tijd dat vooral het New Age masker zich in allerlei vormen en varianten doet gelden maar ook achter dit masker houdt het beest uit de zee zich dus schuil. In Openbaring 13:1 ziet Johannes dit beest echter uit de zee tevoorschijn komen en daarmee wordt het moment beschreven waarop hij zijn (New Age) maskers afgooit, waarna zijn ware aard zichtbaar zal worden.
Deze geest van de antichrist, het beest uit de zee, werkt niet alleen. Hij wordt op deze wereld vertegenwoordigd
door nog een ander beest en dat beest komt in Openbaring 13:11 het wereldtoneel opdraven: “En
ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de draak”.
Dit beest komt uit de aarde, een beeld van de natuurlijke wereld, in tegenstelling tot het beest uit de geestelijke/religieuze
zee. Dit beest uit de aarde is dan ook een mens: de veelbesproken antichrist, die via occultisme en tovenarij rechtstreeks
contact heeft met het beest uit de zee: de geest van de antichrist. Die twee zullen samen met al hun occulte
volgelingen gaan afrekenen met de valse religie van het grote Babylon, de grote hoer. Wee hen die zich rond die tijd
nog in de kringen van de huichelaars, de “religieus actieve” mensen, de meelopers en alle andere afvalligen
bevinden want bij al deze mensen zullen ook de laatste resten van geestelijk leven en geloof door de vloedgolf van legioenen
demonen vernietigd worden. Het gaat hier dus om een geestelijke invasiemacht die door de antichrist en zijn occultisten
zal worden losgelaten uit de kerkers van het dodenrijk.
Vandaar dan ook de oproep in Openbaring 18:4 aan de oprechten van hart om deze valse wereldkerk
(die uiteindelijk een mengsel zal zijn van het “christendom” en vele andere heidense religies) ijlings te
verlaten zolang dat nog mogelijk is: “Gaat uit van haar Mijn volk opdat gij geen deel hebt aan haar zonden en
niet ontvangt van haar plagen”. Het verschil tussen de oprechten die hieraan wel gehoor geven en de afvalligen
die aan deze oproep geen boodschap hebben, en zich in die wereldkerk wel thuis voelen, zal in de eindtijd steeds groter
worden. Met andere woorden: het verschil tussen waarheid en leugen wordt steeds meer zichtbaar. In Openbaring
22:11 wordt deze groeiende tegenstelling samengevat: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil
is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; en wie heilig is, hij worde
nog meer geheiligd”.
De bedoeling van deze site is onder andere een bescheiden aanzet te geven tot het ontmaskeren van de demonische bedoelingen die achter diverse dogma's, leringen en andere “heilige huisjes” schuilgaan en die maar al te vaak zo dicht bij de waarheid zitten dat men slechts met moeite is te overtuigen van de harde realiteit. Die realiteit is, zoals ik hierboven al onder woorden heb gebracht, dat de ware aard van veel religieus getoeter slechts leugenachtig is. In Matthéüs 24:11 deed Jezus een uitspraak die oprechte kinderen Gods zouden moeten inlijsten om deze op een goed zichtbare plaats op te kunnen hangen, zodat ze er dagelijks van doordrongen raken dat het “christendom” tot in alle hoeken en gaten is geïnfiltreerd door dienaren van de satan. Jezus zei daar namelijk:
Jezus' waarschuwing doet me denken aan het verhaal van een vrouw die getrouwd was met een man die achteraf een Roomse
priester bleek te zijn. Geregeld was hij maandenlang van huis totdat ze er uiteindelijk achter kwam dat hij in dienst
van Rome stond. In een vlaag van arrogantie liet de man zich eens ontvallen: “Wij (de RK kerk) leiden en besturen
alle kerken”. En met die kerken bedoelde hij ook alle Protestantse kerken, inclusief al het andere dat
zich binnen dat Protestantse christendom, in wat voor vorm dan ook, met religieuze zaken bezighoudt. De harde realiteit
is daarom dat bijvoorbeeld de “Protestantse theologie” door toedoen van de handlangers van Rome in
de loop van vele tientallen jaren systematisch is aangepast met het doel, zoals Jezus al voorspelde, velen te verleiden
tot een religie waarin het evangelie van Jezus is uitgehold.
Dan heb ik het nu nog niet eens over o.a. die schreeuwerige boekjes van ene Harry Kuitert, waarin zijn vijandigheid
tegenover de Schepper je om de oren knalt. Nee, nee, ik heb het nu over de achterbakse praktijken van “respectabele
theologen” die met veel vroom geleuter niet het evangelie maar wel de valse leer van het geestelijke Babylon verspreiden. Zoals
de “hofpredikant”, ene meneer Carel ter Linden, die de inwoners van dat Babylon voorleest uit een sprookjesboek.
Een sprookjesboek dat op het kaft nog wel het woord Bijbel heeft staan maar waarvan de inhoud door deze spreekbuis
van de satan van alle geloofwaardigheid is ontdaan. Zo zijn er veel van dit soort sluwe wolven onopgemerkt binnengedrongen.
Toen de uit de Babylonische ballingschap teruggekeerde Joden onder leiding van Nehemia de muur van Jeruzalem herbouwden
overlegden hun tegenstanders in Nehemia 4:11: “Zij zullen niets merken noch gewaarworden,
totdat wij in hun midden komen, hen doden en het werk stopzetten”. De plannen van deze tegenstanders werden daarentegen
verijdeld en de muur werd voltooid. Echter, amper nadat Nehemia zijn hielen had gelicht lukte het een van hen om via
een andere weg binnen de muren van Jeruzalem te geraken. Daarover lees ik in Nehemia 13:6-9:
“Doch ik was gedurende dit alles niet te Jeruzalem, want in het tweeëndertigste jaar van Arthahsasta, koning
van Babel, was ik naar de koning gegaan. Maar na verloop van tijd vroeg ik de koning om verlof; en toen ik te Jeruzalem
kwam, bemerkte ik het kwaad dat Eljasib begaan had, door voor Tobia een kamer in te richten in de voorhoven van
het huis Gods. Ik was er zeer over ontstemd en wierp al het huisraad van Tobia het vertrek uit. Op mijn bevel
reinigde men de vertrekken, en ik bracht het gerei van het huis Gods, het spijsoffer en de wierook daarin terug”.
Uitgerekend een priester (Eljasib) presteerde het om deze vijand zelfs binnen de voorhoven van de tempel te herbergen.
De opmerkelijke overeenkomst met de situatie in onze dagen is dat vele vijanden van het evangelie eveneens de
gelederen zijn binnengedrongen terwijl massa's kinderen Gods er niets van hebben gemerkt.
Er zijn voorbeelden te over van de geraffineerde en ondergrondse methoden waarmee de vele binnengedrongen valse profeten
kinderen Gods verleiden tot afvalligheid tegenover de waarheid van het evangelie. Met dat als resultaat waarmee Jezus
Zijn waarschuwing vervolgde in Matthéüs 24:12 en wat ik in het voorgaande al heb
aangehaald maar... ik herhaal het nog maar even: “En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de
meesten verkillen”.
Om de oprechten onder Gods kinderen van de ernst van deze situatie te kunnen overtuigen zullen bij deze valse profeten
de maskers afgerukt moeten worden. En zullen de binnengedrongen Tobia's radicaal verwijderd moeten worden. Dit is geen
gemakkelijke opgave, juist omdat het lang niet altijd op begrip kan rekenen, en zeker niet vanuit het in geestelijk
verval geraakte evangelische wereldje in Nederland. In het bijzonder wanneer er religieuze kopstukken en dus “bekende
namen” van hun voetstuk rollen blijkt er nogal eens veel meer tegen de vlakte te gaan.
Er is mij dan ook meer dan eens met een vermanend
vingertje verweten dat ik door het noemen van namen bezig ben om te schelden op deze evangelische/religieuze kopstukken.
Of dat ik “een beetje aan het schoppen ben”. Ik weet echter dat ordinaire scheldpartijen het Koninkrijk Gods niet dienen. Toch is het bij het
behandelen van de diverse onderwerpen niet te voorkomen dat bepaalde mensen zich storen aan bepaalde uitspraken. Ook
Jezus zelf ontkwam er niet aan om, waar nodig, harde taal te gebruiken, zoals blijkt uit Matthéüs 23 waar Hij geen spaan heel laat van de leer van de schriftgeleerden en Farizeeën.
De ernst van een aantal onderwerpen brengt dus met zich mee dat ik hier en daar duidelijk laat merken wat mijn conclusies
zijn betreffende bepaalde leringen. Dat brengt overigens ook bijna onvermijdelijk met zich mee dat deze website door
sommigen als een “kritische site” of als een “controversiële site” wordt bestempeld. Dit
was te verwachten. Zolang er nog mensen zijn die teren op de producten uit de hedendaagse religieuze supermarkten zullen
er verwijten blijven klinken richting die discipelen van Jezus die de waarheid van het evangelie durven te verkondigen.
Wat ook meespeelt is dat massa's verwende oortjes niet meer willen horen dat ze zondaren zijn. Ook schrijven of spreken
over “christenen” die zich in hun zonden wentelen en niet gecorrigeerd willen worden wekt onvermijdelijk
de woede op van deze geestelijk dode mensen. Merk op dat we het nu niet hebben over ongelovigen maar over afgedwaalde
christenen. Tegen hen zei Jezus daarom in Openb. 3:1: “Ik weet uw werken, dat gij de
naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood”. Wat men wel graag wil horen zijn de “positieve boodschappen”
van de valse profeten die ik in het voorgaande al even bij de kop heb gepakt. Met name vanuit de Verenigde Staten is
dit binnengedrongen humanisme onze kant opgewaaid.
Dit voorspelbare gedrag werd door de apostel Paulus in 2 Tim. 4:3-4 al ontmaskerd als afvalligheid:
“Want er komt een tijd, dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend
is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren
en zich naar de verdichtsels keren”. Om de weinige oprechten die nog te corrigeren zijn verder te mogen
helpen is het mijn streven, zoals dat ook Paulus' streven was, het Woord Gods te laten spreken. Daarover schrijft hij
in 2 Tim. 3:16-17: “Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering,
tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; Opdat de mens Gods volmaakt zij,
tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust” (Statenvertaling). Een discipel van Jezus die, aan dat evangelie gehoorzaam,
de bijbel serieus neemt hoeft niet voortdurend gewaarschuwd te worden voor de wolven in schaapsvacht omdat hij/zij deze
dienaren van de satan zelf tijdig ziet aankomen en ze hun masker afrukt.
Ik voel mij niet geroepen om de lezer aan te wijzen waar hij de “ware kerk” kan vinden. Alleen als ik net
zoveel zou weten als God zelf zou ik dat precies kunnen vertellen. Deze site is dus niet bedoeld als een “Michelingids”
voor het vinden van de beste kerk of gemeente. Mocht de lezer toch op zoek zijn naar de “ware kerk”
dan is het belangrijkste wat ik hierover wel kan vertellen: de ware kerk begint in het hart van de mens die aan het
evangelie gehoorzaam is en de woorden van Jezus vasthoudt. Wie zo bezig is mag al biddend verwachten dat de Heilige
Geest hem of haar de weg zal wijzen naar de juiste kerk of gemeente.
Ik wil deze uiteenzetting afsluiten met de hoop dat mijn schrijfwerk ertoe mag bijdragen dat bij de oprechten nog de
ogen mogen opengaan en dat bij hen daardoor het besef zal groeien dat niet de leringen van al die “christelijke”
stromingen onze maatstaven moeten zijn maar uitsluitend dat wat de bijbel zelf ons heeft te zeggen. En in die
bijbel lezen we dat de persoonlijke relatie met Jezus Christus voor iedere dag van ons leven allesbepalend is.