Opmerking:
Omdat er door de schrijver geen antwoord werd verwacht heb ik op deze reactie destijds niet geantwoord. Ondertussen heb
ik als antwoord op meerdere reacties betreffende dit onderwerp op twee pagina's van deze site aandacht besteed aan dit
onderwerp. Die pagina's zijn: Het raadsel
van Jahweh en Het kruis
gepasseerd.
Mijn antwoord: De laatste tijd ben ik overspoeld met allerlei bezigheden die hun
tijd vroegen waardoor een antwoord van mijn kant even op zich heeft laten wachten. Het is fijn te mogen vernemen dat
je de inhoud van mijn website kunt waarderen. Om op je vraag over de sabbat te komen: je bent voor jezelf al tot de
conclusie gekomen dat de sabbat een eeuwigdurende instelling is. Dat is uiteraard ook wel te verwachten van een eeuwige
God. Ik heb met het oog op Gods eeuwige principes op de site een aantal keren de tekst uit Prediker
3:14 gebruikt waar staat: “Ik heb ingezien, dat al wat God doet, voor eeuwig is; daaraan kan men niet toedoen
en daarvan kan men niet afdoen; en God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze”. Maar omdat het Oude verbond
dat God met het Joodse volk sloot slechts een tijdelijk verbond was wat sinds Jezus' dood en opstanding is vervangen
door een nieuw en eeuwig verbond heeft ook de tijdelijk ingestelde sabbat, zoals de Joden die hielden, voor het eeuwige
Koninkrijk Gods geen enkele waarde meer. De sabbat van de Joden was daarentegen wel een beeld van de eeuwige sabbatsrust
die in het Koninkrijk Gods heerst. Alles wat in het Oude Testament gebeurde en door God werd ingesteld wees trouwens
vooruit naar de komst van de Messias en het Koninkrijk dat Hij op aarde zou vestigen, dus ook de sabbat van het volk
Israël wees vooruit naar de rust die eeuwig blijft. Het is daarom voor ons van geen belang om de tijdelijke sabbat
van het Oude verbond nog te handhaven omdat wie het Koninkrijk Gods is binnengegaan daarmee ook de eeuwige sabbatsrust
is binnengegaan. En die geldt voor iedere dag van de week.
Waarmee natuurlijk niet is gezegd dat een wekelijkse rustdag voor ons niet meer van belang is. Dat is nog steeds belangrijk,
al is het alleen maar om de samenkomsten te kunnen bezoeken. Maar op welke dag van de week dat zou moeten plaatsvinden,
daarover geeft de bijbel geen aanwijzingen.
Mocht je over bepaalde onderwerpen die al of nog niet op mijn site zijn te vinden dingen weten of opmerken die een zinvolle
aanvulling kunnen zijn op wat er al staat te lezen dan houd ik mij aanbevolen.
Mijn antwoord: Je had niet persé om een antwoord gevraagd maar ik wil je
desondanks toch even bedanken voor je reactie op de site. Als je alles uitgeprint hebt zul je voorlopig wel even bezig
zijn met het bestuderen van al die informatie. Binnenkort komen daar weer twee (web)pagina's bij die elk, in
uitgeprinte vorm, zo'n 26 pagina's A-4 groot zijn. Dat zijn er dus weer ruim 50 extra. Maar goed, het betreft deze keer
twee pagina's met een deel van de reacties van de lezers op mijn site. Met daarbij, voor zover van toepassing, mijn
antwoorden daarop. Ik kreeg destijds al eens het verzoek van iemand om ook de ontvangen reacties op de website te
plaatsen en omdat er toch wel onderwerpen bij zijn die ook voor de andere bezoekers van belang kunnen zijn heb ik de
meest geschikte daarvan over twee (web)pagina's verdeeld. Het zal allemaal waarschijnlijk aan het eind van deze week op
de website staan maar uit ervaring weet ik dat ik daar maar beter geen uiterste datum voor kan aanhouden want dan zul
je uitgerekend zien dat er ineens weer van alles tussen komt.
In ieder geval sterkte en de wijsheid van Gods Geest toegewenst bij het lezen van al die pagina's tekst en als er
vragen zijn dan verneem ik dat wel van je.
Mijn antwoord: Bedankt voor je openhartige verhaal. Als ik dat hele drama zo lees
komt er voornamelijk één woord bij me naar boven en dat is het woord: terreur. En onder dit soort van religieuze
terreur heb ik bijvoorbeeld ook mijn eigen grootouders zien zuchten. Wat me daarbij vooral is bijgebleven is de enorme
opluchting van mijn opa van moeder's kant die hij had gekregen toen hij ergens tijdens de laatste jaren van zijn leven
van zijn dochter (mijn moeder dus) een ansichtkaart kreeg toegestuurd met daarop de tekst uit Jesaja 43:1: “Maar nu, zo zegt de Here, uw Schepper, o Jacob, en uw Formeerder, o Israël: Vrees
niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn”.
Toen we in de jaren daarna zo nu en dan mijn grootouders bezochten hing daar altijd die ansichtkaart in de woonkamer,
op een goed zichtbare plaats. Deze tekst uit Jesaja had hem dus eindelijk die rust en zekerheid gebracht die zijn gereformeerde
geloof hem nooit had kunnen geven.
Dat zette mij uiteraard aan het denken en dat bracht mij destijds definitief tot de conclusie dat al die “traditionele”
kerken een aanfluiting zijn voor de wereld. En dat daarmee het Koninkrijk Gods alleen maar is tegengewerkt. En dat grote
“Babylon” heeft heel wat straten, of het nu een gereformeerde straat is, een hervormde of een Rooms katholieke,
ze behoren allemaal tot dezelfde doolhof. En daarin hebben heel wat mensen rondgedoold zonder ooit de uitgang te hebben
gevonden. Dat is een zeer kwalijke zaak in Gods ogen. Dat allemaal heeft mij ertoe gebracht dat ik onder andere van
de nalatenschap van ene Johannes Calvijn geen scherf heel wens te laten. De geestelijke terreur die het Calvinisme heeft
veroorzaakt heb ik dus van nabij gadegeslagen in de eigen familiekring.
En dat gebeurt dan allemaal terwijl de bijbel toch een heel andere God laat zien. En daarover heb ik op mijn website
dus geschreven. Waarbij ik niet de verbeelding heb dat ik alles al weet maar met datgene wat ik al wel weet mag ik in
ieder geval anderen verder helpen. En dat geeft toch een stuk voldoening.
Mijn antwoord: In het verhaal over je ouders herken ik wel een paar overeenkomsten
met ons eigen verleden, zoals het onbegrip van de Gereformeerde familie over de keuze destijds van mijn ouders om over
te gaan naar een “ander geloof”. In ons geval was dat het Volle Evangelie. In dat Volle evangelie hebben
we jarenlang ons thuis gevonden totdat ook daar scheuringen tot gevolg hadden dat we ons heil elders moesten zoeken.
Alhoewel nogal wat mensen in die kringen nou niet bepaald echt overtuigend overkwamen (wat een nette omschrijving is
van hun huichelachtigheid) heeft de boodschap die er aanvankelijk werd gebracht mij persoonlijk wel altijd geraakt.
Veel, maar lang niet alles, van wat ik op mijn website heb geschreven heeft dan ook zijn oorsprong in de boodschap die
we daar jarenlang hebben gehoord.
Door de genoemde scheuring(en) zijn we destijds ook min of meer in een “solitaire” positie beland. Het heeft
mij geleerd dat dit op zichzelf beslist geen ideale situatie is maar dat het toch altijd beter is dan verder te moeten
leven met mensen in je kerk of gemeente die er een eigen evangelie op na houden waarvoor de bijbel geen grond geeft.
De voortdurende conflictsituaties die daaruit voortkomen werken alleen maar een hoop spanningen en strijd in de hand.
Het gaat in ons leven uiteindelijk toch in de eerste plaats om onze omgang met God. Alles wat daar verstorend op inwerkt
zullen we uit ons leven moeten verwijderen en dat kan in een extreem geval betekenen dat we de kerk of gemeente moeten
verlaten waarin we ons “thuis” voelden. Ik weet dus uit ervaring dat dit absoluut geen ideale situatie is
maar ik weet ook dat de omgang met Gods Geest nog veel belangrijker is dan de omgang met broeders en zusters. Het is
de relatie met Hem die bepalend is en die relatie kan ons leven ook sturen als daar geen gelijkgestemden om ons heen
zijn om ons te steunen. En dan denk ik bijvoorbeeld aan die broeders en zusters in andere delen van de wereld die soms
vele jaren in de gevangenis doorbrengen. Dan blijkt dat ze zelfs na jaren van lijden hun geloof in en hun liefde voor
God niet hebben verloochend, ondanks het gemis van een gemeente of kerk in hun leven.
Het is in de eerste plaats onze persoonlijke omgang met God die bepalend is voor ons geestelijk welzijn. En dan wil
ik besluiten met de woorden van Paulus in Colossenzen 3:2-3 waar hij schrijft: “Bedenkt
de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus
in God”.
Mijn antwoord: Omdat het geloof een zeer persoonlijke zaak is waarbij onze omgang
met God de eerste plaats inneemt is het voor mij niet eenvoudig om de overtuiging die ik zelf heb op een ander over
te brengen. Natuurlijk is het zo dat je een hele hoop bijbelteksten kunt aandragen maar het is de mens zelf die voor
zichzelf een keuze zal moeten maken. Om een ander te kunnen overtuigen van de waarheid van het evangelie van Jezus kunnen
wij niet zonder de hulp en de wijsheid van de Heilige Geest. Uit ervaring weet ik dat de Heilige Geest ons kan overtuigen
van bepaalde dingen waar een mens dit absoluut niet voor elkaar zou krijgen. De omgang met de Heilige Geest, dat is
Gods Geest, is daarom onmisbaar. Daarover zei Jezus zelf in Johannes 16:7-14: “Doch Ik
zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen,
maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid
en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij
niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt
het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid;
want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.
Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”.
Het is zo, en dan schrijf ik uit ervaring, dat er door het willen luisteren naar Gods Geest een andere wereld open gaat
die voor de ongelovigen gesloten blijft. Mijn eigen ervaring is dat je als het ware steeds meer de dagelijkse zaken
in het leven en alle andere bezigheden van de mensen om ons heen van boven begint te bekijken waardoor je meer en meer
de zinloosheid van al dat tijdelijke gekruimel in gaat zien. Dat je daardoor gaat beseffen dat alles wat voorbij gaat
in dit leven uiteindelijk tot niets leidt. Omdat de mens niet is gemaakt en bedoeld om na een korte tijd weer in het
niets te verdwijnen maar om eeuwig te leven. Alles wat onze aandacht daarvan afhoudt en ons vooral bezig laat zijn met
de dingen van dit korte leven staat onze omgang met God in de weg. Het is dus niet zo dat we alleen maar met ons hoofd
in de wolken moeten blijven lopen want we staan tenslotte ook midden in dit leven maar in ons doen en laten zal wel
voor anderen zichtbaar moeten worden dat we mensen van het eeuwige leven zijn met een persoonlijke relatie met God.
Bewijzen geven voor de waarheid van de bijbelse boodschap kan dus eigenlijk alleen als de gelovige de andersdenkenden
kan overtuigen om zelf een direct verzoek aan God te richten om een antwoord te mogen vinden op de aanwezige vragen.
Want het gaat in de eerste plaats om een persoonlijke relatie met God en daar hoort ook bij: het contact met God zoeken.
Alleen als de mens oprecht wil nadenken over datgene wat de bijbel leert en zich daarvan wil laten overtuigen zullen
er heel wat vragen beantwoord worden.
Wat het ontstaan van de aarde betreft: in de evolutietheorie wordt ons, voor zover ik dat heb kunnen beoordelen, vrijwel
uitsluitend wijs gemaakt hoe de materie is ontstaan waaruit deze wereld bestaat. Terwijl al die ingewikkelde processen
die het universum draaiende houden en die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de materie waaruit alles
bestaat alleen kunnen bestaan doordat er natuurwetten zijn die alles “regelen”. Waarom is bijvoorbeeld een
cirkel altijd rond? Waarom is de kortste afstand tussen twee punten altijd een rechte lijn? Waarom smelt de ene stof
bij een hogere temperatuur dan de andere stof? Dat zijn van die dingen waar wij allang niet meer bij stil staan maar
het zijn wel natuurwetten die de natuur in stand houden. En dit soort ingewikkelde wetten zijn zo ingewikkeld dat ze
alleen kunnen ontstaan als daar intelligentie in gestopt is, dus als daar over na is gedacht. Alle natuurwetten bij
elkaar vormen zo'n onwaarschijnlijk ingewikkelde kluwen dat het wel erg simpel overkomt als “intelligente”
mensen ons willen wijsmaken dat het allemaal uit zichzelf heeft kunnen ontstaan. De “big bang” bijvoorbeeld
schijnt volgens de evolutionisten een gigantische explosie te zijn geweest maar ze hebben mij nooit kunnen vertellen
waar die enorme energie vandaan kwam die daarvoor verantwoordelijk was. Explosies veroorzaken alleen maar chaos, die
natuurwet zien we nog steeds regelmatig gedemonstreerd, dus is het erg stom om er vanuit te gaan dat een explosie tot
zoveel ingewikkelde processen heeft kunnen leiden.
Dan is er nog de natuurwet die maakt dat alles wat aan zichzelf wordt overgelaten vervalt en vergaat tot wanorde, de
zogenaamde toenemende “entropie”.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Wie dit alles met zijn nuchtere verstand beoordeelt moet wel tot de conclusie komen
dat er veel intelligentie nodig is om het allemaal te laten ontstaan en te laten functioneren. Kortom, er moet wel een
schepper zijn. Het is echter zo dat de evolutietheorie niet is bedacht omdat er geen schepper te vinden is maar omdat
die schepper niet gevonden mag worden. Daarom is de evolutietheorie bedacht.
(Meer over de evolutie vind je hier)
Mijn antwoord: Over de tongentaal heb ik al het een en ander geschreven. Als je
dat nog niet hebt gelezen dan kun je het alsnog vinden op de pagina's: “Jezus weende” en “...maar
ik had de liefde niet...”.
Bij het bestuderen van de “instelling” van het avondmaal zijn mij een paar dingen opgevallen. Allereerst
lees ik in het evangelie van Matthéüs en Marcus dat Jezus alleen zegt van het brood: “Neemt, eet, dit
is mijn lichaam” en van de wijn: “Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt”.
Er wordt dus verder niet aan toegevoegd: “Doet dit tot Mijn gedachtenis”. Dat lees ik weer wel in het evangelie
van Lucas en vervolgens wordt er in het evangelie van Johannes, waar uitgerekend het meest uitgebreid wordt geschreven
over de gesprekken tijdens die laatste maaltijd, helemaal niets over het breken van het brood en het drinken van de
wijn meegedeeld.
Dan kom ik bij Paulus terecht die schrijft in 1 Corinthe 11:23-25: “Want zelf heb ik
bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin
Hij werd overgeleverd, een brood nam, de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit
tot mijn gedachtenis. Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond
in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis”. Zowel Lucas als Paulus hebben hun
kennis hierover bij overlevering ontvangen. En beiden laten ons weten dat de ceremonie van het breken van het brood
en het drinken van de wijn telkens weer herhaald behoort te worden. Vreemd genoeg is daarvan bij de ooggetuigen
Matthéüs en Johannes niets terug te vinden.
Ik kan hier niet echt uit opmaken dat het Jezus' bedoeling was dat het “avondmaal” ook werkelijk een door
Jezus ingestelde nieuwe traditie is. Of dat het wellicht verkeerd begrepen zou zijn als zou het een nieuwe vorm van
Paschaviering zijn. Een feit is in ieder geval dat de discipelen in dat stadium nog zoveel dingen absoluut niet begrepen
zodat Jezus nogal eens weer moest gaan uitleggen wat er die nacht zou gaan gebeuren en waarom dit nodig was. In Joh.
16:12-14 zei Jezus hen zelfs: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer
Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken,
maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal
het uit het mijne nemen en het u verkondigen”. Opmerkelijk is dat Hij hun dit vertelde tijdens de gesprekken
bij de maaltijd. Veel van wat Jezus hun zei ging toen nog langs hen heen. Dat in die situatie de “instelling”
van het avondmaal verkeerd begrepen kan zijn kan ik daarom niet uitsluiten maar of dit werkelijk verkeerd is overgekomen
kan ik niet met zekerheid zeggen.
Hiermee wil ik niet gaan beweren dat de instelling van het avondmaal nu op losse schroeven is gezet maar een echt
overduidelijke opdracht tot het regelmatig vieren van het avondmaal kan ik er niet uit halen. Het is echter wel degelijk
een feit dat de eerste christenen de viering van het avondmaal kenden als een regelmatig terugkerende gebeurtenis. En
wie ben ik om deze viering van het avondmaal daarom zonder overtuigend bewijs aan de kant te schuiven als een overbodige
traditie? Ik ga er daarom maar vanuit dat de viering van het avondmaal bijbels is, ook al heeft mijn zoektocht wel enige
vraagtekens opgeleverd. Omdat het bovenstaande mij vrijwel direct opviel toen ik me in het avondmaal ging verdiepen
heb ik het toch maar aan mijn antwoord toegevoegd.
Het is daarnaast ook van belang om stil te staan bij het gegeven dat sinds de komst van het Koninkrijk Gods, dankzij
Jezus' dood en opstanding, de tijd van de schaduwen en beelden voorbij is. Dat heeft Paulus onder woorden gebracht in
Colossenzen 2:16 en 17: “Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of
op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl
de werkelijkheid van Christus is”. Het evangelie van Jezus houdt zich daarom niet bezig met allerlei sacramenten,
tradities, rituelen, liturgieën, gelijkenissen en kerkorden. Dat het “heilig avondmaal” ook tot die
kerkelijke “sacramenten” is gaan behoren maakt dat het sowieso tot een krachteloze vertoning is geworden.
Jezus vierde het avondmaal namelijk met Zijn discipelen en echte discipelen van Jezus behoren tot een heel ander
niveau dan de modale kerkganger die tijdens de preek moeite moet doen om de ogen open te houden. Het “christendom”
is daarom niet veel meer dan een aanfluiting vergeleken met wat Jezus voor ogen stond toen Hij Zijn discipelen onderricht
gaf in de dingen die boven zijn. Over die discipelen zei Jezus in Johannes 17:6: “Ik heb Uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt.
Zij behoorden U toe en Gij hebt hen Mij gegeven en zij hebben Uw woord bewaard”. En met die discipelen
vierde Jezus dus het avondmaal. We mogen er daarom vanuit gaan dat ook voor de hedendaagse discipelen van Jezus een
viering van het avondmaal meer betekenis heeft dan voor de gemiddelde kerkbezoeker voor wie het kerkbezoek tot de religieuze
plicht is gaan behoren.
In het geestelijke Babylon heeft de viering van het avondmaal, zoals te verwachten was, diverse uitwassen gekregen.
Waaronder de Roomse leer van de “transsubstantiatie” die inhoudt dat het brood en de wijn veranderen in
het lichaam en het bloed van Jezus Christus. Het evangelie legt daarentegen altijd de nadruk op de persoonlijke omgang
met God, op ons geestelijke contact met God en vanuit dat geestelijke contact ontvangen wij ook genezing. Die geestelijke
verdieping was dan ook Jezus' bedoeling toen Hij het avondmaal met Zijn discipelen vierde. Door echter het brood en
de wijn een soort van bovennatuurlijke kracht toe te kennen heeft de Roomse leer er veel meer een occulte kracht aan
toegekend dan een genezende kracht. Aangezien er in het Rooms Katholicisme vele occulte bindingen zijn met zo'n beetje
alles wat maar los of vast zit, naast al hun “heiligen” die ook nog eens de aandacht bij Jezus vandaan halen,
is het niet zo vreemd dat ook het “avondmaal” in dat occulte instituut is vervallen tot een ritueel dat
feitelijk de nadruk op ons geestelijke contact met God vervangt door een mysterieuze verandering van de materie.
Het avondmaal heeft dus wel degelijk een symbolische waarde die, zoals Jezus dat zelf aan Zijn discipelen uitlegde,
tot doel heeft de aandacht op Jezus te richten én op Zijn offer. Dat besef kan onze omgang met Hem verdiepen en
dat laatste is nu precies waar alles in het evangelie op is gericht. Het gaat dus niet om dat beetje voedsel dat de
maag vult maar om de liefde voor Jezus die het hart omhult.
Mijn antwoord: De brenger van het evangelie van God was Jezus Christus. Als het
evangelie van het (toen nog) komende Koninkrijk Gods in het Oude Testament werd aangekondigd werd daar in de eerste
plaats de brenger van dat evangelie mee bedoeld. En dat is dus Jeshua (de Hebreeuwse naam van Jezus.) Ik heb een
website gevonden van een Messiasbelijdende Jood die daar het een en ander over heeft geschreven. Het is echter wel in
het engels, hopelijk is dat geen probleem. De link is: http://www.menorah.org/yeshname.html.
Zijn ontdekking is dat de naam Jeshua zo'n 100 keer in het Oude Testament voor komt. Bijvoorbeeld in Jesaja 62:11: “Want de Here doet het horen tot het einde der aarde: Zegt tot de dochter Sions: zie,
uw Jeshua komt; zie, Zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit”. Die site is dus de moeite
van het lezen wel waard en waarschijnlijk zal ik aan dit onderwerp op mijn eigen website te zijner tijd ook nog
aandacht gaan besteden. Ik hoop dat je aan deze informatie meer houvast zult mogen vinden.
Mijn antwoord: Na een klein oponthoud hier even een reactie van mijn kant op je
beide e-mails. De eerste site die je noemde kende ik al. Ik werd er al eens op gewezen door iemand uit het Volle evangelie.
Ik begrijp dat je daar ook toe behoort. Zelf ben ik ook opgegroeid in het Volle evangelie en de meeste namen die ik
op die site tegenkom zijn mij goed bekend. Vooral van broeder van den Brink heb ik nogal wat boeken gelezen. Het volle
evangelie heeft in de achterliggende jaren heel wat stormen doorgemaakt wat als oorzaak heeft gehad dat er diverse dwalingen
hebben huisgehouden. Mocht je het nog niet gelezen hebben: ik heb op de pagina's Het raadsel van Jahweh en Het kruis gepasseerd mijn bevindingen onder woorden gebracht.
Ondertussen maak ik zelf al jaren geen deel meer uit van een Volle evangelie gemeente. Dat is dus momenteel voor mij
allemaal passé. Als je de genoemde pagina's hebt gelezen zul je wellicht wel begrijpen waarom dat zo is.
Wat het boek “Een cursus in wonderen” betreft, ik heb er eens even in rondgesnuffeld maar het ademt allemaal
erg opvallend een New Age sfeer uit. Het is dus brandhout. Dat steeds meer voorgangers het toch gebruiken duidt wel
aan dat hun geestelijke inzichten ver beneden peil zijn. Broeder van den Brink heeft over dergelijke bekrompen inzichten
ook het één en ander geschreven, zo weet ik uit zijn boeken. Zolang het mij mogelijk wordt gemaakt hoop ik
zelf met dat schrijven ook min of meer in zijn voetsporen te mogen treden door middel van de website.
Dus bedankt voor je reacties en bestudeer de beide hierboven genoemde pagina's maar eens.
Mijn antwoord: Als antwoord op je eerste vraag: “wie is Jezus werkelijk?”
zou ik je willen adviseren om Het raadsel van Jahweh eens te lezen. Jezus heeft het schrijven van het Nieuwe Testament
aan Zijn discipelen overgelaten omdat zij van Hem de opdracht hadden gekregen om Zijn getuigen te zijn. Dat getuigen
deden ze door middel van het gesproken woord maar ook door het opschrijven van hun kennis en hun ervaringen met Jezus.
In Hand. 1:7-8 zegt Jezus bijvoorbeeld tegen Zijn discipelen: “Het is niet uw zaak de
tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, maar gij zult kracht ontvangen,
wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot
het uiterste der aarde”.
De kennis over het Koninkrijk Gods die de discipelen van Jezus hadden ontvangen werd hun na Jezus' hemelvaart door de
Heilige Geest weer in herinnering gebracht, zoals Jezus hen dit ook had beloofd in Joh. 16:12-14:
“Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid,
zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij
spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het
u verkondigen”. Het is dus de taak van de Heilige Geest om aan de discipelen en ook aan ons het evangelie uit
te leggen voor zover dat nog niet duidelijk was. Dankzij die onderwijzing konden de discipelen het Nieuwe Testament
schrijven.
Het Vaticaan heeft helemaal niets met het evangelie van Jezus te maken. De hele Roomse leer is eigenlijk een heidense
religie die een “christelijk” kleurtje heeft gekregen. Het Vaticaan is een duidelijk voorbeeld van de afvallige
kerk die is ontstaan nadat de apostelen waren overleden. Deze afvallige kerk is afgeweken van wat Jezus aan Zijn discipelen
leerde. De apostelen hebben daarom niets te maken met de opkomst van de Roomse dwaalleer en Jezus heeft dus beslist
niet gewild dat het Vaticaan met zijn duivelse leugenleer er zou komen. Er is dan ook vrijwel niets zuiver aan het Vaticaan.
De verhoudingen tussen Petrus, Paulus en Jezus zijn dat Petrus en Paulus getuigen mochten zijn van Jezus Christus en
in die hoedanigheid (een deel van) het Nieuwe Testament hebben geschreven (dus in opdracht van Jezus).
Wat je bedoelt te zeggen met het getuigenis van Thomas is me niet helemaal duidelijk maar ik vermoed dat je het evangelie
van Thomas bedoelt dat in de vorige eeuw is teruggevonden. Op je vraag hierover kan ik geen zinnig antwoord geven maar
door wat ik er zelf van heb gelezen is mijn eigen mening dat dit evangelie niet veel opmerkelijks heeft toe te voegen
aan wat de andere vier evangeliën ons leren.
In het boek Openbaring wordt trouwens de opkomst en de ondergang van de valse kerk (Babylon) beschreven en voorspeld.
Deze openbaring heeft de apostel Johannes van Jezus zelf ontvangen (Openb. 1:1-20). Je zou
dus kunnen zeggen dat het boek Openbaring door Jezus zelf is gedicteerd en gecontroleerd.
Als er sprake is van een politiek spel dan is dit politieke spel slechts één van de werkwijzen van de afvallige
kerk. Alle tradities en mythen die het Christendom tot een slappe vertoning maken zijn daarom voortgekomen uit de leer
van dit Babylon. De tradities uit het Oude Testament zijn voor ons niet meer van belang omdat sinds Jezus' komst het
evangelie van het Koninkrijk Gods bekend is geworden en daarmee zijn de tradities en wetten van het Oude Testament verouderd
en verjaard. Lees maar in Hebreeën 8:13: “Als Hij spreekt van een nieuw [verbond],
heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning”.
Ik heb niet de overtuiging dat er veel aan de bijbel ontbreekt aan geschriften. Er staat genoeg in en als de christenen
zich eerst maar eens zouden willen houden aan wat er wel in het Nieuwe Testament staat zou er heel wat minder onenigheid
zijn.
Tot zover de antwoorden op je vragen. Ik ben me ervan bewust dat er nog heel wat aan toegevoegd zou kunnen worden maar
ik heb over het één en ander op mijn website ook al geschreven dus misschien vind je daar nog meer antwoorden
op je vragen.
Mijn antwoord: Het leek mij wel zinvol om een deel van de reacties op mijn teksten
(zonder de namen van de afzenders uiteraard) ook op de website te plaatsen. Als reactie daarop heb ik ondertussen ook
weer reacties gekregen, zoals die van jou. Het is inderdaad zo dat ik momenteel andere boeken over geestelijke zaken
negeer. Maar dat betekent hoofdzakelijk dat ik me niet laat beïnvloeden door het geschrevene als ik er in de bijbel
geen grond voor kan vinden. Dat is wat ik er eigenlijk mee bedoelde te zeggen. Daarnaast is het vanzelfsprekend zo dat
ik ook van andere informatiebronnen afhankelijk ben zoals die betreffende de ontwikkelingen op de “geestelijke
markt” dus ben ik voortdurend bezig om, vooral via Internet, de gang van zaken en de telkens weer nieuwe “inzichten”
die geregeld opduiken te analyseren. Ik loop dus bepaald niet met oogkleppen op en van een tunnelvisie lijkt me geen
sprake te zijn. In het verleden heb ik trouwens heel veel boeken met bijbelbesprekingen gelezen en dat is mede een reden
geweest dat ik me nu, wat betreft de juiste inzichten, heb beperkt tot de bijbel zelf.
Door je toelichting heb ik vastgesteld dat je inderdaad een meer gerijpte indruk maakt en ik ben dan ook absoluut niet
van plan om je mening en houding weer af te doen als die van een verrekt eigenwijs domineeszoontje. Dat soort uitdrukkingen
gebruik ik eerlijk gezegd ook liever niet maar vanwege één van je, nogal rebels overkomende, vorige reacties
was dat de benaming die mijn indruk het best omschreef. Maar, zoals ik dus heb vastgesteld maak je nu inderdaad een
meer volwassen indruk. Ga zo door.
Of ik deze reactie ook op de site zal plaatsen kan ik nog niet beoordelen. Waarschijnlijk zal dat wel gebeuren maar
dan zal er omwille van nog meer te plaatsen reacties weer een nieuwe pagina voor gebruikt moeten worden om te voorkomen
dat de grootte van de twee al aanwezige pagina's met reacties uit de hand gaat lopen. Het zal in ieder geval nog even
op zich moeten laten wachten, en dat ook omdat ik momenteel bezig ben een nieuw onderwerp te schrijven voor de site.
Pas als dat is afgerond kom ik weer toe aan andere uitbreidingen voor de site.
Tot slot hoop en verwacht ik dat je mijn antwoord volwassen genoeg vindt.
Mijn antwoord: Een beetje verbaasd was ik wel door uw reactie. Ik begrijp dat u
ondanks uw Roomse achtergrond de inhoud van mijn website kunt waarderen. En dat terwijl ik de Roomse leer nou niet echt
kan waarderen, dat laat ik hier en daar dan ook blijken op mijn website. Ik bedoel daarmee te zeggen dat ik wel de Roomse
leer afwijs maar desondanks absoluut niets heb tegen Rooms Katholieke mensen. Het is dus wel degelijk zo dat de Roomse
leer, zo heb ik vastgesteld, een leer is die velen van hen min of meer gevangen houdt. Gevangen in dogma's en leringen
die in het evangelie van Jezus Christus niet zijn te vinden. Omdat dat evangelie mijn maatstaf is en blijft ontkom ik
er niet aan om datgene wat daarvan afwijkt aan de kaak te stellen.
Ik besef dat er vele oprechte kinderen Gods zijn in de Rooms Katholieke kerk, die echter door het van kindsbeen af onderwezen
te zijn in de leer van Rome een vertekend beeld hebben gekregen van Gods bedoelingen met de mens. Dat is iets wat nog
wel eens zwaar op mijn gemoed kan drukken omdat ik weet dat daardoor velen hun hele leven met onzekerheden hebben geworsteld.
Ook in de Protestantse kerken komt dit voor. Dat heb ik destijds ook bij mijn eigen grootouders gezien, die vanwege
hun Calvinistische erfenis geen echte zekerheid hadden over hun behoud. En dat beschouw ik als een misdadige zaak want
zowel door de Protestantse als door de Roomse dogma's en dwalingen zijn er zo vele levens verwoest.
Uit uw woorden maak ik op dat u het priester-zijn niet beschouwt als een garantie voor een zuivere omgang met God. Dat
lijkt me inderdaad een nogal afwijkende mening die niet past in het Roomse denken. Maar u hebt met uw overtuiging wel
gelijk want het discipelschap waartoe Jezus ons opriep is niet gebonden aan of verbonden met een bepaalde (hoge) functie
in een kerk. Er bestaan voor God dan ook geen leken want door een persoonlijke, oprechte omgang met Jahweh = Jezus Christus
is ieder kind van God bevoegd om de satan onder zijn voeten te vertreden (Lucas 10:19). Daar
is geen speciale functie of positie binnen een kerk voor nodig. Feitelijk is iedere functie die een kind van God binnen
een kerk heeft een dienende functie. Dat liet Jezus daarom ook duidelijk aan Zijn discipelen blijken in Matth.
20:25-28: “Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over
hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal
uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om
Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen”. Als ik deze uitspraak
van Jezus vergelijk met de ontstane (machts)structuur binnen de Protestantse en de Roomse kerk waardoor er een situatie
bestaat van “wij zijn de deskundigen en jullie zijn de leken” is mijn conclusie dat de (dienende) gelijkwaardigheid
onder Jezus' discipelen is vervangen door een rangorde binnen de heersende kerkelijke elite. En dat is een machtsstructuur
die voor de grote massa eerder de weg naar God heeft geblokkeerd dan geopend. Wat dat betreft is het pausdom van de
Roomse kerk daar een ultiem voorbeeld van. En dan te bedenken dat God ooit de mens schiep om met een ieder van ons een
persoonlijke relatie te hebben die niet wordt verstoord of gehinderd door allerlei hoogwaardigheidsbekleders die menen
tussen God en de mens in te moeten staan.
Deze en dergelijke misstanden aan de kaak te stellen, zoals ik dat op mijn website doe, stuit nogal eens op verzet en
dan niet in de laatste plaats van de kant van hen die vinden dat hun positie door mij wordt aangevallen. Maar zodra
mensen hun functie of positie gaan verdedigen laten ze zien dat zij van Jezus' uitspraak uit Matth.
20:25-28 niets hebben geleerd.
Het is nog een heel verhaal geworden maar ik dacht er toch goed aan te doen om mijn motivatie met het bovenstaande samen
te vatten. Tot slot: bedankt voor uw reactie.
Mijn antwoord: Juist omdat er in de bijbel weinig over de rol van Maria is geschreven
is dat voor mij en vele anderen een aanwijzing dat de rol van Maria in het evangelie van Jezus Christus geen speciale
plaats heeft. Ten eerste is het zo dat Jezus Zich twaalf discipelen verzamelde om hen in te wijden in de geheimen van
het Koninkrijk Gods. In Lucas 8:10 zegt Jezus namelijk tegen Zijn discipelen: “U is het
gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan de anderen worden zij gepredikt in gelijkenissen,
opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen”. Maria hoorde duidelijk niet bij deze kleine kring van discipelen.
In Johannes 2:4 zegt Jezus zelfs tegen Zijn moeder: “Vrouw, wat heb Ik met u van node?
Mijn ure is nog niet gekomen”. En in Matth. 12:47-50 lezen we: “En iemand zeide
tot Hem: Zie, uw moeder en uw broeders staan buiten en trachten U te spreken te krijgen. Maar Hij antwoordde de boodschapper
en zeide: Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders? En Hij strekte zijn hand uit over zijn discipelen en zeide:
Ziedaar mijn moeder en mijn broeders. Want al wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is, die is mijn broeder
en zuster en moeder”.
De bijbel laat ons dus zien dat de discipelen bij Jezus voorrang hadden en niet Zijn natuurlijke familie, ook niet Zijn
eigen moeder. Jezus was niet naar deze wereld gekomen om Zich druk te lopen maken om dit soort tijdelijke (familie)banden
omdat Hij een eeuwig Koninkrijk diende. Dat was het enige dat voor Hem echt belangrijk was. Dat Jezus door Zijn afkomst
in Zijn denken niet beperkt was tot de vergankelijke zaken van deze voorbijgaande wereld blijkt ook uit wat Johannes
de Doper van Hem getuigde in Johannes 1:30: “Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt
een man, die voor mij geweest is, want Hij was eer dan ik”. Als Jahweh was Jezus dus eerder dan Maria en Johannes
de Doper en deze God die door Zijn menswording het evangelie van het eeuwige Koninkrijk Gods aan Zijn (speciaal uitgekozen)
discipelen bekend maakte had, zo blijkt, belangrijker dingen aan Zijn hoofd dan datgene waar de sterfelijke, zondige
mens zijn tijd mee vult. Als die eeuwige God in mensengedaante laat merken dat er in het Koninkrijk Gods andere maatstaven
gelden dan op deze vergankelijke wereld is het, in ieder geval voor mij, een uitgemaakte zaak dat natuurlijke familiebanden
voor Jezus' taak en bediening op aarde van nul en geen waarde waren.
Kijk ik met die kennis naar al die opgeklopte aandacht voor en verering van een vrouw die met betrekking tot Jezus'
uiteindelijke bediening op aarde “slechts” tot taak had om Jezus ter wereld te brengen en Hem te verzorgen,
zoals de bijbel ons laat zien, dan is het volkomen uit de lucht gegrepen als een instituut zoals de Roomse kerk van
deze vrouw een voorwerp van verering heeft gemaakt. Terwijl Petrus daarentegen zelfs getuigde in Handelingen 4:12: “En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere
naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden”. En die naam is de naam van Jezus Christus, niet
die van Maria.
Helemaal uit de lucht gegrepen is deze verering van Maria echter ook weer niet en daarover heb ik al het nodige geschreven
in “De drie-eenheid, wat is er mis mee?” betreffende de tovenares Semiramis. Een feit is dat het verschijnsel
“Madonna met kind” al werd vereerd in diverse mysteriegodsdiensten, ver voordat Maria door de Roomse leer
werd gepromoveerd tot een voorwerp van verering. Zodat Roomse missionarissen bij aankomst tot hun stomme verbazing ontdekten
dat ook de Chinezen destijds al hun Madonna met kind vereerden. Wat mij persoonlijk de overtuiging heeft gegeven dat
satan sinds de aankondiging van zijn ondergang in de hof van Eden (Genesis 3) heeft geweten
langs welke weg de Messias tot ons zou komen. Het lag er dik bovenop dat satan als overste van deze wereld daarom in
grote grimmigheid zijn voorbereidingen heeft getroffen om de komst van deze “indringer” in zijn domein ongeloofwaardig
te maken. Vandaar het nogal eens gehoorde verwijt dat het Christendom slechts een imitatie is van de (satanische) mysteriegodsdiensten
van voor Jezus' komst.
Wat al die verschijningen van “Maria” betreft: ik heb enige maanden geleden een boek gekocht met daarin
een beschrijving van vele bedevaartsoorden in Europa. En daaruit bleek dat er diverse van deze bedevaartsoorden zijn
gebouwd als reactie op een “verschijning” van Maria. Los van het gegeven dat dergelijke claims van mensen
die zeggen een verschijning te hebben gezien überhaupt erg oncontroleerbaar zijn is het ook zo dat de geschiedenis
wel degelijk talrijke verschijningen heeft gekend. Zeer veel van deze verschijningen kunnen echter absoluut toegeschreven
worden aan demonische machten. Want ook satan en zijn handlangers kunnen zichzelf in een gedaante zichtbaar maken aan
mensen. Ook in de gedaante van een aantrekkelijke vrouw. Ik moet hierbij denken aan de woorden van Jezus in Matth.
24:23-25: “Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. Want er
zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het
mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegd”. Onder grote tekenen en wonderen
kunnen ook demonische verschijningen gerekend worden. Merk op dat Jezus hier als voorbeeld de bewering aanhaalt: “Zie,
hier is de Christus”. In plaats daarvan zou men ook kunnen zeggen: “Zie, hier is Maria”. En ook daarop
kan Jezus' antwoord zijn: Gelooft het niet!
U schrijft dat het Maria is die de boodschap van haar Zoon Jezus Christus ten volle belicht. Uit mijn hierboven
staande uitleg zult u waarschijnlijk wel opgemaakt hebben dat ik voor die bewering in de bijbel geen grond heb kunnen
vinden. Het zijn daarentegen de discipelen van Jezus geweest die werden onderwezen in de dingen die boven zijn
en zij waren het die door Jezus de wereld in werden gestuurd met de boodschap van het eeuwige Koninkrijk Gods.
Het is een behoorlijk lange uitleg geworden maar ik hoop dat u hierdoor mijn geloof en overtuiging iets beter kunt volgen,
ook al is die afwijkend van wat de Roomse leer brengt.
Mijn antwoord: Bedankt voor je positieve reactie. Ik ben zeker niet van plan om je woorden als een verheerlijking te beschouwen. Dat heeft in de eerste plaats als oorzaak dat ik sowieso al nooit zo'n hoge dunk van mezelf en mijn eigen prestaties heb gehad en dat wil ik ook zo houden. In de tweede plaats hebben de jaren mij geleerd dat een mens zonder God niets voorstelt. Ik blijf dus te allen tijde van Hem afhankelijk. Het een en ander heb ik samengevat op twee (kleine) pagina's op de site. Wellicht heb je die al gevonden maar zoniet dan vind je ze onder de links: “Wie ben ik?” en “Mijn belijdenis”.