Er zijn van die dingen in het leven die indruk blijven maken, hoe vaak je er ook naar kijkt. Als ik bijvoorbeeld
zo nu en dan 's nachts mijn blik weer naar boven richt en in verwondering die donkere peilloze diepte inkijk die wij
“het heelal” plegen te noemen blijft het me verbazen dat, ondanks de vele lichtbronnen die zich in het,
ons bekende, heelal bevinden die peilloze diepte grotendeels een inktzwart niets is. Wat we wel zien zijn de vele lichtbronnen
die licht uitstralen en de hemellichamen die dat licht reflecteren. Daartussen bevindt zich slechts duisternis. Deze
zelfde natuurwet kunnen we ook in werking zien wanneer we een film bekijken die door een projector op een scherm wordt
geprojecteerd. Het licht dat de projectorlamp uitstraalt zien we alleen in de projectorlamp achter ons en op het scherm
voor ons. Wat daartussen soms wel te zien is, is het stof dat in de lucht zweeft en daardoor het projectorlicht weerkaatst.
In dit geval wordt het licht onbedoeld gereflecteerd door het stof. Zou de projectieruimte echter volkomen stofvrij
(of luchtledig) zijn dan is de lichtstraal tussen projectorlamp en scherm slechts duisternis en vindt er in de ruimte
tussen lamp en scherm geen terugkaatsing plaats. Het uitgestraalde licht is dan tussen de lichtbron en het lichtontvangende
voorwerp niet zichtbaar, ook al is het er wel degelijk.
Licht heeft als eigenschap dat het zich in het luchtledige rechtlijnig voortbeweegt en nooit uit zichzelf van richting
zal veranderen. En dus ook nooit terug zal keren naar de lichtbron. Alleen wanneer het uitgestraalde licht een voorwerp
(bijv. een hemellichaam) op zijn weg vindt zal het licht worden gereflecteerd. Zolang het licht niets op zijn weg vindt
en er dus ook niets wordt verlicht én er als gevolg daarvan geen reflectie plaatsvindt is het resultaat slechts
duisternis.
Deze natuurwet overpeinzende zag ik opeens de overeenkomst met de geestelijke werkelijkheid. In de geestelijke wereld
is er slechts één lichtbron en dat is God en daarmee doel ik op zowel de Vader als op de Zoon die de Vader
vertegenwoordigt. Jezus liet ons over Zichzelf namelijk weten in Joh. 8:12: “Ik ben het
licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben”.
De apostel Johannes schreef over Jezus in Joh. 1:9: “Het waarachtige licht, dat ieder
mens verlicht, was komende in de wereld”, terwijl ver daarvoor de profeet Jesaja al over de komst van de Messias
profeteerde: “Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land
van diepe duisternis, straalt een licht” (Jesaja 9:2).
Wie niet meer in de geestelijke duisternis wandelt wordt verlicht door het Licht der wereld. Het licht dat van God uitgaat
is Zijn liefde en die liefde bestraalt ons. De overeenkomst met het natuurlijke licht is nu dat Gods licht, Zijn liefde,
nooit naar Hem terugkeert. In 1 Cor. 13:5 schreef Paulus over de liefde namelijk: “....zij
zoekt zichzelf niet.....” Gods liefde (die zichzelf niet zoekt) is altijd op de ander gericht. Zij gaat van God
uit en keert nooit terug. Tenzij.... Zijn liefde een mens op zijn weg vindt en vervolgens wordt teruggekaatst naar de
hemelse Lichtbron: God zelf. Liefde die niet terugkeert omdat ze niet wordt teruggekaatst is verspilde liefde die voorgoed
in het eindeloze niets verdwijnt. Omdat dit beslist niet is wat God wil zien gebeuren schiep Hij ons. Johannes schreef
hier al over met de woorden: “het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht”. Wat God van de mens
verwacht is (samengevat) dan ook niets anders dan dat de mens Zijn liefde reflecteert en dus terugkaatst naar de Schepper.
Er zijn veel mensen die dat zeer bewust niet doen. Die mensen blijven daarom onzichtbaar voor God want waar Zijn
liefde niet teruggekaatst wordt ziet Hij slechts een (geestelijke) inktzwarte duisternis. Een zelfde inktzwarte duisternis
zoals we die in het eindeloze heelal op die plaatsen aantreffen waar al het aanwezige licht voorgoed in de eindeloze
verte verdwijnt en nooit terugkeert. Natuurlijk zijn het bestaan en de daden van deze in duisternis levende mensen niet
voor God verborgen want Hij is als hemelse Rechter van alles op de hoogte. Toch zijn ze voor God “onzichtbaar”
omdat Hij niets van Zichzelf in hen terugvindt.
Onder deze in de duisternis levende mensen zijn er zelfs die als verdediging voor hun goddeloosheid menen te kunnen
aanvoeren wat Jezus verwoordde in Matth. 7:22-23: “Velen(!!) zullen te dien dage
tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw
naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers
der wetteloosheid”. Jezus antwoordt hen hier zelfs dat Hij hen nooit heeft gekend. Waarom? Omdat ze onzichtbaar
voor Hem zijn gebleven doordat Zijn liefde (die ieder mens verlicht) nooit door hen teruggekaatst werd. Anders gezegd:
Zijn liefde werd door deze huichelaars nooit beantwoord.
Binnen het christendom bevinden zich nogal wat van dergelijke toneelspelers, die in de ogen van veel mensen doorgaan
voor “mannen Gods”. Hun zorgvuldig opgebouwde reputatie kunnen ze overeind houden omdat massa's (met geestelijke
blindheid geslagen) kinderen Gods domweg niet in staat zijn om hun huichelachtigheid vanuit de bijbel aan te tonen.
De realiteit is echter dat voor deze, aan het evangelie ongehoorzame, schijnapostelen geldt wat Jezus over hen zei in
Joh. 3:19: “Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de
duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos”. Konden deze dienaren van de
duisternis tijdens hun leven nog hun schijnheiligheid overeind houden, zodra ze tegenover de hemelse Rechter komen te
staan wordt dat een compleet ander verhaal. Dat lazen we al in Matth. 7:22-23.
Deze wolven in schapenvacht hebben dan ook absoluut niet in Jezus' Naam gehandeld maar in naam van hun opdrachtgever:
de satan. Het resultaat van hun vergeefse uitvluchten bracht Jezus onder woorden in Matth. 8:11-12:
“Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaäk en Jacob in
het Koninkrijk der hemelen; maar de kinderen van het Koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis;
daar zal het geween zijn en het tandengeknars”. Vanuit de duisternis waar ze (door hun ongehoorzaamheid aan het
evangelie) al in leefden zullen ze in de buitenste duisternis terechtkomen en dat zal hun eeuwige bestemming zijn. Een
bestemming van waaruit geen terugkeer mogelijk is. Want wie het licht van God, Zijn liefde, niet laat terugkeren naar
de Schepper en dus Zijn liefde niet beantwoordt zal uiteindelijk zelf nooit meer terugkeren uit de duisternis
die hij/zij heeft liefgehad, met alle ellendige gevolgen van dien.
Ook voor de vele kinderen Gods die door hun schrikbarend matige bijbelkennis niet in staat zijn om onderscheid te
maken tussen de echte discipelen van Jezus en de bedriegers dreigt groot onheil. Ik las in een berichtje dat uit
onderzoek was gebleken dat in de VS slechts 12% van de christenen minstens een keer per week in de bijbel leest. De
cijfers voor West Europa en andere delen van de wereld getuigden van een vergelijkbaar ontstellend belabberde
bijbelkennis. Dat is nu precies waar de satan deze christenen wil hebben. Want als kinderen Gods er geen ernst mee
maken om trouw en regelmatig de bijbel te lezen zijn ze compleet weerloos en dus overgeleverd aan de misleidingen
vanuit de hel. Het vernietigende werk van lieden die, eenmaal voor de hemelse Rechter staande, ter verdediging zullen
aanvoeren: “hebben wij niet in uw naam geprofeteerd.....?” heeft o.a. tot gevolg gehad dat de bijbel als
Woord van God door massa's kinderen Gods als onbetrouwbaar wordt afgedaan. En vervolgens ergens in een vergeten hoekje
stof mag liggen happen.
Ik hoorde ooit eens een voorganger vertellen over een vrouw in zijn gemeente die hem in paniek opbelde. Ze had kort
daarvoor een medisch boek gekocht waarin de meest verschrikkelijke ziekten werden beschreven met de toegevoegde
“adviezen” over de beste manier waarop de lezer de eventuele symptomen (ziekteverschijnselen) van deze
ziekten bij zichzelf zou kunnen herkennen. “Broeder”, zei ze angstig, “Ik heb bij mezelf gezocht naar
die symptomen en nu ben ik zo bang dat ik ook zo'n ziekte heb”. Het antwoord van de voorganger was heel simpel:
“Weet u wat uw probleem is zuster? U bent het verkeerde boek aan het lezen!” Welk boek hij in plaats
daarvan aan deze in paniek geraakte vrouw adviseerde zal nu wel duidelijk zijn. Zo zijn er massa's kinderen Gods die
het verschrikkelijk druk hebben met veel zaken die het koninkrijk Gods niet dienen terwijl ze aan de bijbel niet of
nauwelijks toekomen. En dat is nu precies wat de satan wilde bereiken. Er zullen namelijk zwaardere tijden aanbreken
waarin de geestelijke duisternis zo sterk aanwezig zal zijn dat ieder kind van God dat, in zijn ongehoorzaamheid aan
het evangelie, Gods Woord verwaarloost een makkelijke prooi zal zijn voor de wetteloze (leugen)geesten die de wereld
zullen overspoelen. Dat komt opvallend overeen met de waarschuwing in Hosea 4:6: “Mijn
volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen
priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten”.
Dat gebrek aan kennis is te verhelpen door de bijbel serieus te nemen, want..... in die bijbel lezen we o.a.:
Dit zijn zomaar enkele aanwijzingen die ieder kind van God ter harte zou moeten nemen. Wie de bijbel serieus neemt
en Gods woorden regelmatig tot zich laat spreken zal daardoor Gods licht op zijn levenspad ontvangen en zal daardoor
niet temidden van de geestelijke duisternis struikelen over telkens weer nieuwe struikelblokken die de bovengenoemde
handlangers van de satan rondstrooien. Als kinderen Gods daarentegen naar eigen smaak en voorkeur een doe-het-zelf religie
in elkaar knutselen en zich door iedere wind van (dwaal)leer laten meevoeren zal in de komende geestelijke duisternis
hun afschuwelijke lot zijn wat we in Hosea 4:14 lezen: “.....Zo komt het volk dat
geen inzicht heeft, ten val”. Jezus noemt dit drama in Matth. 24:10 waar Hij zegt:
“En dan zullen velen ten val komen en zij zullen elkander overleveren en elkander haten”. Zo kan
het dus gebeuren dat veel kinderen Gods die ooit nog wel Gods liefde in mindere of meerdere mate beantwoordden uiteindelijk
door het minachten van Gods Woord en door het onontkoombare gebrek aan kennis dat daarvan het gevolg is een gruwelijk
einde zullen kennen. Een einde dat leidt naar de buitenste duisternis. En vanuit die buitenste duisternis zal nooit
ook maar een enkele lichtstraal terugkeren naar God.
Wie voor dat gruwelijke lot gespaard wil blijven en niet in die buitenste duisternis wil eindigen doet er dus goed aan
Gods Woord te bestuderen, want: “Het openen van uw woorden verspreidt licht”. En omdat het licht
dat door Gods Woord wordt verspreid feitelijk Gods liefde is moge het duidelijk zijn dat wanneer wij Gods liefde willen
leren kennen de bijbel daarvoor absoluut onmisbaar is. Daar is geen vervanging voor in de vorm van “nieuwe openbaringen”
die door bepaalde dienaren van de duisternis met veel vroom gepraat worden aangekondigd als vervanging voor de “verouderde” bijbel.
“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” zegt Hebreeën
13:8, dus als Jezus niet verandert, verandert (of veroudert) ook Zijn evangelie niet!!