Geestelijke strijd. De bijbel staat er vol mee. Omdat de bijbel een boek is dat gaat over de geestelijke werkelijkheid.
Die werkelijkheid houdt onder meer in dat die geestelijke strijd zich naar deze wereld heeft verplaatst. In de eerste
hoofdstukken van Genesis staat dit al te lezen. De satan kreeg het daar voor elkaar om de mens mee te sleuren in zijn
ongehoorzaamheid tegenover de Schepper. We leven nu in een tijd dat het hem ook is gelukt om de grote meerderheid van
wat zichzelf christendom noemt niet te laten geloven in de absolute noodzaak om de geestelijke wapens op te nemen in
de geestelijke strijd tegen de horden boze geesten die deze wereld terroriseren.
Voorbeelden daarvan zie ik weer voorbij trekken als ik terugdenk aan de reacties in de voorbije jaren van “broeders
en zusters” die bij het horen over de realiteit van de geestelijke strijd woedend lieten blijken van een geestelijke
strijd niets te willen weten. Waarbij de opvallende tegenstrijdigheid was dat terwijl zij zich verzetten tegen het onvermijdelijke
van die geestelijke strijd, zij gelijktijdig zelf de strijd aangingen met hen die hen daar op wezen. Zoals dat zo vaak
gebeurt verraadden de boze geesten die door deze ongehoorzamen heen werkten hun aanwezigheid door hun strijdlust. Een
strijdlust die werd gevoed door de angst van deze demonen om ontmaskerd te worden en door de kracht en het gezag van
de Heilige Geest verdreven te worden van hun in bezit genomen terrein.
Ik ben destijds opgegroeid in een gemeente waar men zich ervan bewust was dat de boodschap van het evangelie ook inhoudt
dat wij met een grimmige vijand te maken hebben en dat daarom de strijd tegen die vijand onvermijdelijk is. Het
hele Nieuwe Testament staat vol met waarschuwingen, aanwijzingen en vermaningen die ons duidelijk maken dat wij tegenover
een demonisch leger staan dat voortdurend bezig is onze zwakke plekken op te zoeken en uit te buiten. Het overbekende
Efeze 6:12 is hierover duidelijk genoeg en omdat deze bijbeltekst steevast wordt aangehaald
wanneer het gaat over de geestelijke strijd kan ik natuurlijk niet achterblijven, dus hier komt ie dan: “Want
wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de machthebbers van
de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de lucht”.
Vreemd, het staat hier toch echt en toch.... is verreweg het grootste deel van wat zichzelf “christendom”
noemt niet van plan om de bijbel op dit punt serieus te nemen. Met een verstoktheid en een huichelachtigheid die mij
vele keren heeft verbijsterd leeft men voort alsof de duivel van plastic is of slechts een vage fantasie van bijbelschrijvers
die zich teveel lieten meeslepen door de mythen van de heidense religies. Het beeld dat mij voor ogen komt als ik terugdenk
aan de jaren waarin mijn eigen vader voorganger was, is de weerstand die hij meer dan eens ondervond als het onderwerp:
“geestelijke strijd” op tafel lag. Het schizofrene gedrag van hen die nijdig lieten blijken daar niets over
te willen horen kwam, zoals ik zojuist al even heb aangehaald, tot uiting in het feit dat juist op die momenten de geestelijke
oorlog losbarstte. Het geestelijke klimaat dat dergelijke uitbarstingen begeleidde vergeet je nooit weer. Juist dan
werd duidelijk dat de meeste “kinderen Gods” in hun afkeer van deze realiteit een zelfde gespleten gedrag
vertoonden als bijvoorbeeld anti abortus activisten die in hun “strijd voor het leven” abortusklinieken
in brand steken of zelfs aborteurs doden. Reken er maar op dat zij er vast van overtuigd zijn dat ze namens God handelen.
De keiharde realiteit is echter dat dit soort figuren en ook de “broeders en zusters” die zich verzetten
tegen het onvermijdelijke van een geestelijke strijd betoverd zijn. Precies zoals de apostel Paulus dit die hardleerse
Galaten verweet in Galaten 3:1: “O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd, om de waarheid
niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was?”
Het is daarom doodordinaire ongehoorzaamheid aan de waarheid van het evangelie. Het niet willen weten van een geestelijke
strijd is juist het bewijs dat deze ongehoorzamen die strijd al verloren hebben. En dat zal zo blijven zolang men niet
wil erkennen dat die strijd onvermijdelijk is. Onvermijdelijk omdat de boze geesten en met name de vrome
leergeesten die door de satan er op uit zijn gestuurd om te misleiden, om te verleiden tot zonde en om te misleiden,
onafgebroken zoeken naar gaten in onze verdediging.
Wie dus met de neus in de hoogte huichelachtig al de bijbelse waarschuwingen voor deze onafgebroken dreiging
weghoont is al (voor een deel) in de klauwen van de tegenstander teruggekeerd. Met als gevolg dat hij of zij
zich maar al te makkelijk door de woedende leugengeesten laat gebruiken zonder het zelf te beseffen. En vervolgens als
spreekbuis wordt gebruikt door diezelfde satan van wie men meent dat hij een “verslagen vijand” is. Dat
laatste is echter absoluut niet het geval. Kijk om je heen in deze wereld en zie wat de legers van de satan nog
steeds teweeg brengen aan ellende, wetteloosheid, zonden, ziekten, oorlogen, natuurrampen enz. enz. In tegenstelling
tot wat ik nogal eens heb horen beweren is de satan dan ook geen verslagen vijand!
Het is inderdaad waar dat Jezus de duivelse legioenen op Golgotha heeft weerstaan en gehoorzaam was tot de dood.
Daarover schreef de apostel Paulus in Col. 2:15: “Hij heeft de overheden en de machten
ontwapend, die in het openbaar tentoongesteld en daardoor over hen getriomfeerd”. Dat was een persoonlijke
overwinning van Jezus op de satan en dat gaf Jezus het recht om het Koninkrijk Gods opnieuw op deze aarde te vestigen.
Maar nu.... nu zijn wij aan de beurt. In de eerste plaats om het Koninkrijk Gods op deze aarde verder uit te
breiden zodat dit Koninkrijk uiteindelijk het rijk van de satan zal vernietigen. Precies zoals we dat in Dan. 2:44 zien staan: “Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk
oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal
overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in
eeuwigheid”. Dit is nu nog allemaal toekomstmuziek. Dus ook al was Jezus' overwinning op Golgotha over de satan
en zijn legers een keerpunt in de geschiedenis, de uiteindelijk en totale vernietiging van het rijk van de satan is nog
in volle gang. Pas als deze nietswaardige met al zijn onderdanen en met al de goddelozen in de poel van vuur en zwavel
zal zijn geworpen is hij een verslagen vijand en is er van zijn macht niets meer over. Een verslagen vijand is
namelijk, mocht je dit nog steeds niet doorhebben, een vijand die niets meer kan uitrichten.
Wij hoeven maar te letten op wat de apostel Petrus hierover schreef om te gaan beseffen dat alleen een dode leeuw een
verslagen leeuw is. Die leeuw is nu nog allesbehalve dood, zo blijkt uit Petrus' woorden in 1 Petrus
5:8: “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende
wie hij zal verslinden” (NBG 1951). De waarschuwing: “wordt nuchter en waakzaam” duidt eigenlijk al
aan dat deze waarschuwing nodig is omdat er kinderen Gods zijn die beslist niet waakzaam zijn. Zij hebben zich laten
wijsmaken dat zij van de satan (die “verslagen vijand”) vrijwel niets meer te vrezen hebben “omdat
Jezus hem heeft overwonnen”. Het eerste dat men doet als deze misleiding wordt geloofd, is de geestelijke
wapenrusting bij het grof vuil zetten. En dat is nu precies wat de satan maar al te graag ziet gebeuren.
Ik hoorde ooit een voorganger vertellen dat hem door geestelijk verblinde broeders en zusters eens spottend het verwijt
voor de voeten werd geworpen dat hij “overal duveltjes zag”. Waarop hij had gereageerd met de opmerking:
“Zie ik overal duveltjes?? Ik zie er nog veel te weinig!!” Deze rake uitspraak is me sindsdien bijgebleven
en meer dan eens bleek maar weer hoe waar dit was. Boze geesten zijn namelijk meesters in het zich verschuilen achter
de meest uiteenlopende en onverwachte misleidingen. Zij maken gebruik van omstandigheden en van mensen, ook van hen
van wie je het niet zou verwachten. De succesvolste manier voor de boze geesten om onopgemerkt te kunnen misleiden en
te infiltreren is gebruik te maken van de meest onwaarschijnlijke dekmantels. Kijken we rond in de wereld dan zien we
daar bijvoorbeeld heel wat “grote namen” rondlopen op het evangelische erf. Namen waarvan ik bij enkelen
(op andere pagina's van deze website) al eens het masker heb afgerukt. Een masker dat zo echt, zo oprecht en zo geloofwaardig
lijkt dat de grote bulk van de christenheid absoluut niet door heeft dat de satan overal zijn handlangers binnen heeft
laten dringen. Met als gevolg dat vele kansels, spreekstoelen en katheders geregeld worden gebruikt door deze spreekbuizen
van de hel.
Dit schrijvende komt mij het voorbeeld weer in gedachten van een vrouw die getrouwd was met een man die achteraf een
Roomse priester bleek te zijn. Geregeld was hij maandenlang van huis totdat ze er uiteindelijk achter kwam dat hij in
dienst van Rome stond. In een vlaag van arrogantie liet deze man zich eens ontvallen: “Wij (de RK kerk) leiden
en besturen alle kerken”. En met die kerken bedoelde hij ook alle Protestantse kerken, inclusief al het
andere dat zich binnen dat Protestantse christendom, in wat voor vorm dan ook, met religieuze zaken bezighoudt. Zelf
heb ik destijds ook onder het gehoor gezeten van dergelijke valse leraars. Omdat ik al van jongs af aan scherp lette
op eventuele signalen die door de personen in kwestie in de geestelijke wereld werden uitgezonden ben ik bewaard gebleven
voor het kritiekloos achternalopen van hun misleidingen. Van dergelijke wolven in schaapsvacht lopen er heel wat rond
maar voor hen die compromisloos de bijbel als maatstaf blijven gebruiken zijn ze vrij makkelijk te herkennen. Want voor
deze bijbelgetrouwen is het nog altijd waar dat ze wolven in een schaapsvacht altijd herkennen aan hun slecht zittende
vacht en aan hun afwijkende pas. Desondanks is hun vermomming zo doeltreffend dat de grote massa zich gewillig laat
misleiden door telkens weer nieuwe speeltjes uit de trukendoos van de satan. En of een dergelijk speeltje nu “een
doelgericht leven” wordt genoemd of een “secret”, voor wie de moeite niet wil nemen om gehoorzaam
het Woord van God te bestuderen zijn het stuk voor stuk gegarandeerd geestelijke struikelblokken: made in hell.
Conclusie: hoe meer “duveltjes” wij zien, des te minder deze demonen onopgemerkt en ongestraft hun strijd
kunnen voeren.
In Lucas 22:31-32 zegt Jezus tegen Zijn discipelen: “Simon, Simon, zie, de satan heeft
u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u
eens bekeerd bent, versterk dan uw broeders”. Toen Jezus dit tegen hen zei misten de discipelen nog het geestelijke
inzicht om het vernietigende werk van de boze geesten te kunnen onderscheiden en daarom nam Jezus het voor hen op en
bond voor hen de strijd aan tegen de leugengeesten van de satan. Na hun bekering en nadat zij de Heilige Geest hadden
ontvangen konden zij die strijd zelf voeren. Massa's kinderen Gods zijn daar nog steeds niet toe in staat met als gevolg
dat zij zich door hun onzichtbare vijanden hebben laten ziften als de tarwe. Het resultaat nu is een tot op de ruggengraat
verdeeld christendom waarbinnen een stortvloed aan denominaties al deze christenen tot een makkelijke prooi voor de
vrome leergeesten van de satan heeft gemaakt zodat
er telkens weer nieuwe afsplitsingen ontstaan binnen al bestaande denominaties. Het ziften is in volle gang waardoor
dit verdeelde christendom door de satan is ingelijfd bij het geestelijke Babylon, de valse kerk. Deze valse kerk is nu een vijand van de
hedendaagse discipelen van Jezus.
Samengevat: Hoewel veel kinderen Gods liever weglopen voor de geestelijke strijd leven wij in een wereld die
nu nog het domein is van boze geesten, in dienst van de satan, en deze geesten sparen ons beslist niet. Wie negeert
wat Gods Woord hierover zegt is een makkelijke prooi van deze demonen. Na Jezus' overwinning over de satan en zijn legers
zijn wij nu aan de beurt om het Koninkrijk Gods verder uit te breiden zodat uiteindelijk het rijk van de satan vernietigd
zal worden.
Bij het voeren van een oorlog zijn altijd minstens twee strijdende partijen betrokken. Ook in de geestelijke oorlog
staan er twee legers tegenover elkaar. Het ene is het leger van de satan, dat ondertussen al behoorlijk wat ervaring
heeft opgedaan sinds de eerste mens door de zonde werd onderworpen aan de macht van de satan, die zichzelf sindsdien
de overste van deze wereld mocht noemen. Het andere leger is nog “in aanbouw”, namelijk vanaf het moment
dat Jezus na Zijn overwinning op Golgotha het Koninkrijk Gods (opnieuw) op deze aarde vestigde. Zijn volgelingen kregen
vervolgens de opdracht om eerst te wachten op de komst van de Heilige Geest waarna er van hen en hun opvolgers wordt
verwacht het evangelie van het Koninkrijk Gods bekend te maken aan alle volken. Over dit leger in aanbouw later meer.
Dat de satan sindsdien met alle middelen die hem ter beschikking staan bezig is geweest de uitbreiding van Gods Koninkrijk
op deze aarde te verhinderen zal geen verbazing wekken. In 2 Cor. 11:23-27 somt de apostel
Paulus op wat hij allemaal had moeten doorstaan vanwege zijn vele inspanningen om het evangelie onder de heidenen bekend
te maken. Vanwege deze voortrekkersrol stond hij ergens vooraan aan de frontlijn. Voortdurend betrad hij vijandelijk
terrein en stichtte daar nieuwe gemeenten. Met als gevolg dat de legers van de satan hem onafgebroken schuwden maar
ook tegenwerkten. In Paulus' opsomming komen we o.a. tegen: gevangenschap, geseling, steniging, doodsgevaar, schipbreuk,
honger, dorst, koude, vele nachten zonder slaap en (let op!) gevaar door valse broeders.
Wat dat laatste betreft: het hiervoor in de grondtekst door Paulus gebruikte woord kan ook worden vertaald met leugenbroeders.
Dit maakt meteen duidelijk dat de satanische tegenwerking niet alleen maar verwacht kan worden van hen die zich duidelijk
zichtbaar als vijanden van het evangelie gedragen maar ook (en dit zijn de gevaarlijksten!) van hen die zich gedragen
als broeders, maar het niet (meer) zijn. Dit is het soort vijanden van Christus waar ik zelf het meest mee te maken
heb gehad. Het gaat hier om mensen die of ooit goed zijn begonnen maar afvallig zijn geworden of om mensen die een gemeente
zijn binnengedrongen met het doel de gemeente in kwestie van binnenuit te verwoesten. Dat ze voor dit doel eerst een
geschikt masker van de satan in ontvangst hebben genomen hoeft hier eigenlijk niet vermeld te worden maar voor de volledigheid
noem ik dit toch maar even. Te vaak heb ik al vast moeten stellen dat kinderen Gods dit niet willen weten en als het
gebeurt dat je van een dergelijke indringer bekend maakt dat het om een handlanger van de satan gaat dan is ongeloof
wel het minste waar je tegenop knalt. Omdat de leugenbroeder voor wie wordt gewaarschuwd ondertussen al een geestelijke
ravage heeft aangericht binnen zo'n gemeente. Of binnen meerdere gemeenten. Zo heb ik destijds van nabij mee moeten
maken dat ook in de eigen gemeente de bijbel steeds vaker aan de kant werd geveegd waarna men een anti evangelie ging
verkondigen. Arrogantie, gekrenkte trots, onbeschoft gedrag, kwaadsprekerij, het passeerde allemaal het strijdtoneel.
Als dit alles mij één ding heeft duidelijk gemaakt dan is het wel dit: zodra Gods Woord wordt genegeerd of
zodra de betrouwbaarheid ervan wordt weggehoond zijn de gevolgen voor het geestelijke leven rampzalig. Dit is een opvallend
doeltreffend wapen in de handen van de satan, met als gevolg:
Als er iets is dat massa's kinderen Gods krachteloos maakt en tot makkelijke speelballen in de handen van de satan
dan is dat een gebrek aan geestelijk inzicht. Het was te verwachten, al was het alleen maar vanwege de toenemende onverschilligheid
tegenover de noodzaak om Gods Woord te bestuderen om er achter te komen waar de ondermijnende activiteiten van de demonen
geestelijke schade veroorzaken. Het is zelfs zo dat waar de bijbel wordt afgedaan als een boek dat we niet zo serieus
meer zouden moeten nemen of dat een Oude Testament blijkt te hebben waaruit we 80 procent wel kunnen wegscheuren “omdat
wij nu meer weten dan de schrijvers van de bijbel”, de satan zijn grootste slag al heeft gewonnen. Want ook dit
is geestelijke strijd: doordat de boze geesten er in slagen het gezag van de bijbel te ondermijnen wordt het geestelijke
leven van een kind van God leeggezogen. Diverse broeders en zusters heb ik geestelijk de vernieling in zien gaan nadat
zij dergelijke ketterijen achterna gingen lopen. Zodat men zelfs ging beweren: “Wij zijn al verder dan de apostel
Paulus”. De arrogantie droop eraf.
Dé manier om kinderen Gods krachteloos te maken zodat zij vervolgens zijn overgeleverd aan de misleidende vrome
leergeesten is hen te isoleren van de waarheid. Wanneer leeuwen op jacht zijn en een kudde van hun prooidieren benaderen
is hun beste kans van slagen om één enkel exemplaar van de kudde te scheiden zodat dit gemakkelijk kan worden
overweldigd en gedood. Wat hier in de natuurlijke wereld gebeurt geeft precies weer hoe ook demonen te werk gaan. God
heeft Zichzelf geopenbaard in de bijbel, Zijn waarheid vinden wij in die bijbel en zolang wij daar niet van afwijken
staan de horden boze geesten machteloos. Maar zodra het hen lukt om kinderen Gods bij de waarheid van Gods Woord vandaan
te slepen vallen er slachtoffers. Waar de bijbel wordt behandeld als een scheurkalender of waar de bijbel ongebruikt
stof mag liggen happen hebben de misleidende boze geesten hun zin gekregen. Hun slachtoffers hebben zich bij de waarheid
van Gods Woord en daarmee van God zelf laten wegvoeren.
Met een vragenlijst heb ik maandenlang geprobeerd een beeld te krijgen van het bijbelleesgedrag van de bezoekers van
deze website. Rekening houdend met de mogelijkheid dat niet iedereen de vragen even eerlijk beantwoordt heb ik toch
de overtuiging dat het resultaat daarvan op zijn minst een reële indruk geeft van het leesgedrag van de bezoekers.
Dat resultaat is dat 20 procent van de lezers die zichzelf christen noemen weinig tot nooit in de bijbel blijkt te lezen.
Een groot deel van hen die wel regelmatig in de bijbel lezen zullen dat waarschijnlijk min of meer plichtmatig aan de
eettafel doen. Of ze zullen alleen die teksten lezen die toevallig die dag volgens een bijbelleesrooster aan
de beurt zijn. Van een dergelijk voorgeprogrammeerd leesgedrag is niet veel heil te verwachten. De bijbel is er duidelijk
genoeg over dat God de mens heeft geschapen om een zeer persoonlijke omgang met Hem te hebben, dus een levende
relatie, en dat die persoonlijke omgang afhankelijk is van de omgang met Gods Heilige Geest. Dat houdt in dat wij onafgebroken
open moeten staan voor de aanwijzingen en correcties van Gods Geest. Om ons te kunnen waarschuwen, te vermanen, te bemoedigen
of om ons midden in een bepaalde situatie iets duidelijk te kunnen maken maakt Hij meer dan eens gebruik van Zijn Woord.
Zodat het voor kan komen dat Hij ons opdraagt om een bepaald hoofdstuk of een bepaalde tekst nauwkeurig te lezen.
Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat ik met name in moeilijke omstandigheden werd herinnerd aan bijbelteksten waarvan
ik zelfs niet meer wist dat ik ze ooit had gelezen. Dus als ik ze nooit zou hebben gelezen dan had Hij mij er ook niet
op kunnen wijzen. Dit bleek telkens weer een bevestiging te zijn van Jezus' belofte in Joh. 14:25-26:
“Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden
zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb”. Wat Jezus heeft
gezegd is het evangelie dat Hij van de Vader had ontvangen: Gods woorden en die woorden vinden wij terug in Gods Woord,
de bijbel. Het is verbazingwekkend hoe bijbelgedeelten kunnen gaan leven als God zelf ons onderwijst en ons dat geestelijke
inzicht geeft dat voor de geestelijke strijd onmisbaar is. Omdat Gods Geest zo intensief gebruik maakt van Zijn eigen
Woord is dat Woord onvoorstelbaar belangrijk voor het toenemen van het inzicht en de wijsheid waarmee wij die geestelijke
strijd kunnen winnen. Wanneer dat Woord wordt verwaarloosd gebeurt precies dat waar we in Hosea 4:6
op worden gewezen: “Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis”. Dit gebrek aan kennis is
er de oorzaak van dat het inzicht in de geestelijke wereld ver onder de maat is en blijft waardoor diezelfde “duveltjes”
waarover men zo spottend spreekt het geestelijke leven van deze spotters systematisch kunnen verwoesten. Onthoud daarom
goed: waar het Woord van God in de verdrukking is geraakt heeft de satan al minstens een halve oorlog gewonnen.
Ik ontving eens een antwoordbrief van een professor die ik had geschreven over de realiteit van de geestelijke wereld
en over de noodzaak van bekering. Aangezien deze professor in de loop der jaren al diverse boeken had geschreven waarin
“de wetenschap” afrekende met het bestaan van de allerhoogste God achtte ik de kans niet echt groot dat
hij, na al die jaren als godloochenaar geleefd te hebben, nog voor enige rede vatbaar zou zijn. En inderdaad: hoewel
hij zijn reactie begon met de mededeling dat mijn brief hem al enige weken onrustig had gemaakt (lees: zijn geweten
liet hem niet met rust) werden vervolgens zijn gebruikelijke bezwaren weer in de strijd geworpen. Zijn uitvluchten deden
me denken aan het vervolg van Hosea 4:6 waar we lezen: “Omdat gij de kennis verworpen
hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal
ook Ik uw zonen vergeten”. Hoewel dit verwijt was gericht aan hen die in de dienst van God stonden is de boodschap
erin een geestelijke wet die opgaat voor ieder mens die de kennis van God heeft verworpen. Zoals voor de genoemde professor,
die tussen neus en lippen door nog even aan me kwijt wilde dat volgens zijn oordeel de bijbel het mooiste mythenboek
is dat hij kende. Jazeker! Wij boffen toch maar met zo'n bijbel! De boodschap achter dit “compliment”
was echter domweg: “Ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd”. Ook in de gelijkenis die Jezus sprak (in
Lucas 14:16 en verder) had men telkens weer een uitvlucht klaarliggen om maar niet in te hoeven
gaan op de uitnodiging die zij ontvingen. Want: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie
kan het kennen?” (Jeremia 17:9).
Naar de mens gesproken was deze professor een hopeloos geval. Hoopgevend was aanvankelijk nog dat hij zijn eigen wetenschap
een paar maal tegensprak. Dus heb ik daar in enkele vervolgbrieven mijn pijlen op gericht. Want als al het andere geen
indruk meer kan maken, zijn wetenschappers toch nog altijd gevoelig voor tegenstrijdige beweringen, en al helemaal als
die uit hun eigen mond komen. Omdat zij heel goed weten dat wetenschap die zichzelf tegenspreekt geen wetenschap is
maar een ongeloofwaardig leuterverhaal. Echter, ook met mijn vervolgbrieven heb ik niet kunnen bereiken wat we lezen
in Judas vers 23: “Red anderen echter met vrees, door ze uit het vuur te rukken” want deze professor is ondertussen in zijn onverschilligheid tegenover
de Schepper gestorven. Het vuur van Gods toorn is nu zijn deel. Want.... wie zijn Schepper verlaat speelt met vuur,
totdat het vuur met hem gaat spelen.
Het zal de lezer waarschijnlijk niet zijn opgevallen want bijna onopgemerkt is zojuist nog een andere vorm van geestelijke
strijd onder de aandacht gebracht. Een vorm die ooit als eerste door de satan werd gebruikt om de mens in zijn val mee
te slepen en een vorm van geestelijke strijd die verreweg de meest gebruikte is. Het gaat hier namelijk om verleiden
en misleiden. Lees het verslag van de zondeval in Genesis 3 en het zal duidelijk worden
dat dit de eerste vorm van geestelijke oorlog is die door de satan werd toegepast. De genoemde professor heeft ondanks
al zijn knappe-kopperigheid nooit beseft dat hij zich in zijn arrogantie heeft laten misleiden door de leugengeesten
uit het rijk van de satan. Het probleem met dit soort mensen is dat zij zich door hun kennis verheven voelen boven de
grote massa. De realiteit is daarentegen dat zowel deze “slimme jongens” als het “gewone” volk
absoluut niet weten dat de overste van deze wereld vele malen intelligenter is dan zij. En vele malen sluwer én
leugenachtiger. Door een leugen die als waarheid werd voorgeschoteld kreeg de satan het in Genesis
3 voor elkaar dat de mens in zijn val trapte en dat de mens aan zijn macht werd onderworpen. Daar kwam geen
zwaard, geen geweld en dus ook geen overweldiging aan te pas. Het was de mens zelf die zich liet misleiden
en verleiden tot ongehoorzaamheid aan God. De eerste zonde werd het prototype van de grootste succesformule die de satan
vanaf toen tot zijn beschikking had. Door die ervaring zullen de boze geesten dan ook altijd eerst proberen om de mens
te laten zondigen door een beroep te doen op de ik-gerichtheid van de mens. Deze ik-gerichtheid, dit egoïsme,
van de mens staat lijnrecht tegenover de liefde van God, waarvan we in 1 Cor. 13:5 lezen dat
zij zichzelf niet zoekt. Door liefdeloosheid kan de mens geen weerstand bieden aan de verleidingen tot het bij
elkaar schrapen van nog meer rijkdom, nog meer eer en aanzien en al het andere dat het eigen ik vereert. Ook massa's
kinderen Gods (die beter zouden moeten weten) maken zich aan deze zonden schuldig. Daar komt nog bij dat zij zich daarmee
laten misleiden tot het negeren van Gods Woord, wat in het voorgaande al onder de aandacht is gebracht. De gevolgen
daarvan kunnen in het uiterste geval zelfs uitlopen op dat waarover de Hebreeënschrijver het heeft in:
Hebr. 6:4-6: “Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse
gave geproefd hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en
de krachten van de komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat
zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken”.
De verleidingen kunnen in talloze vormen op de mens afgevuurd worden. Het lag voor de hand dat de hedendaagse techniek
door het rijk van de satan gebruikt zou worden om de gedachten van mensen te beïnvloeden. Dat TV en film ergens
bovenaan deze lijst prijken is voor ieder weldenkend mens geen verrassing. Wat weer wel een valkuil is gebleken is de
overtuiging die mensen wordt opgedrongen dat bepaalde TV programma's en films “christelijke” normen en waarden
zouden dienen en bevorderen. Of dat ze voor de evangelieverkondiging van waarde zouden zijn. Zo heeft de hype die de
film: “The passion of the Christ” destijds deed losbarsten vele christenen laten geloven
dat het ging om een waardevol middel voor de evangelieverkondiging. Terwijl die complete film stijf stond van de Roomse
Mariaverering. Subtiel gebracht, door massa's christenen niet opgemerkt of genegeerd, maar de paus was er blij mee.
Dat alleen al was het ultieme bewijs dat de satan zich had laten bedienen door filmmakers die wisten hoe ze hun publiek
konden misleiden. Weliswaar met de hulp van hun geestelijke opdrachtgevers.
Ook de gedrukte media zijn massaal ingezet door de misleidende geesten uit het rijk van de satan om de nog resterende kennis van God en van Zijn Woord te vernietigen in het hart van al diegenen die door hun (totale) gebrek aan geestelijk inzicht een makkelijke prooi zijn. Zo kreeg ik van iemand een setje kaarten in de handen gestopt die door de kinderen van die persoon waren verzameld. De begeleidende vraag was of ik er misschien ook aandacht aan zou kunnen schenken op deze website. Het betrof hier overigens de zogenaamde “Neopets”. Ik kan me de tijd nog herinneren uit mijn eigen jeugd dat onderwerpen als toverij lacherig werden afgedaan als verzinsels en dat de TV programma's waarin toverij voorkwam allemaal nogal speels overkwamen. Veel heb ik daar zelf gelukkig niet van gezien maar genoeg om er een beeld aan over te houden. Vergelijk ik dat beeld met de hedendaagse opvallend agressieve manieren waarop toverij en allerhande occulte zaken aan met name de jeugd worden opgedrongen dan is het verschil schrikbarend. Op de bewuste kaarten las ik teksten zoals:
In het geval dat je nu nog niet hebt begrepen waar dit allemaal over gaat: ik kan je verzekeren dat dit zwaar vergif is voor een kinderziel. Bij het lezen van dergelijk vergif moet ik telkens weer denken aan wat de apostel Johannes moest opschrijven over de verwoestingen in de eindtijd. In Openb. 8:7 zien we o.a. staan: “....en al het groene gras verbrandde”. Dit groene gras, de jeugd, is vrijwel weerloos tegenover de vele verleidingen die de wereld overstromen. Het beeld van het groene gras dat verbrandt is gebruikt om aan te duiden dat het geestelijke leven van de jeugd door de leugengeesten wordt vernietigd. Anders gezegd: zij komen door de occulte besmettingen in de greep van deze geesten. Het gevolg van het toegeven aan deze verleidingen is namelijk dat de jeugd zichzelf onderwerpt aan de satan. Dit wordt bevestigd in 2 Petrus 2:19: “....want door wie iemand overwonnen is, van hem is hij ook een slaaf geworden”. Dit heeft tot gevolg dat ze meer en meer worden onderworpen aan de macht van boze geesten en dus gebonden raken. Deze gebondenheid houdt in dat de boze geesten macht krijgen over een (deel van) de menselijke geest zodat die mens gedwongen wordt de wil van deze boze geesten te gehoorzamen. Dit leger van gebonden mensen, dat de satan voor zichzelf en voor zijn doel aan het vormen is, groeit dagelijks.
En waar loopt dit allemaal op uit? Daarover schreef de apostel Paulus in 2 Thess. 2:3 waar
hij het heeft over de mens der wetteloosheid. We lezen daar: “Laat niemand u op enigerlei manier misleiden. Want
die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard
is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als god in de
tempel van God gaat zitten en zichzelf als god voordoet”. De uitleggingen over deze tekst lopen ver uiteen. Ik
kwam zelfs de uitleg tegen van een “bijbelleraar” die meende dat er eerst een derde tempel op de tempelberg
in Jeruzalem gebouwd moet worden zodat de antichrist zich daar zal kunnen vestigen. Dit zijn van die beweringen waar
je oren van gaan klapperen. Los van de vraag of men het ooit voor elkaar zal krijgen om daarvoor eerst de daar aanwezige
Al-Aqsa-moskee en de Rotskoepel te slopen zonder de demon van de Islam te tergen kan uit Paulus' woorden ook worden
opgemaakt dat die mens der wetteloosheid niet slechts één mens is maar velen. Ik zie namelijk dagelijks vele
mensen der wetteloosheid rondlopen. De geest van de New Age die ik jaren geleden ook binnen de eigen gemeente zag opkomen
heeft ondertussen de mens doen geloven dat hij zelf een god is en dat hij daarom die god in zichzelf moet zoeken. De
bijbel spreekt er duidelijk over dat de mens de tempel van God is waarin Hij wil wonen. In plaats van zijn Schepper
in die tempel binnen te laten zien we gebeuren dat de mens, na talloze afgoden te hebben aanbeden, nu zichzelf als
een god gaat vereren en zelf plaats neemt op de troon van zijn hart. Dat is een recht dat alleen de Schepper
toekomt. Over de gevolgen van deze zelfverheerlijking schreef Paulus in 2 Tim. 3:1-5: “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen
zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig,
liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen,
met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben;
houd ook dezen op een afstand” (NBG 1951). Over dit soort mensen lezen wij vervolgens in 1 Joh.
2:18: “Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn
er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is” (NBG 1951).
Vele antichristen = de mens der wetteloosheid.
Wat al de Israël-fanatici, die zich door de leugengeesten van de satan op een dwaalspoor hebben laten zetten, niet
willen beseffen is waar Jezus op doelde in Joh. 4:21-24 toen Hij zei tegen de Samaritaanse
vrouw: “Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden.
Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten, want het heil is uit de Joden; maar de ure komt en is
nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in Geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke
aanbidders; God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in Geest en in waarheid” (NBG 1951). De tempeldienst
met al zijn offers is sinds Jezus' offer op Golgotha voorgoed verleden tijd. Anders gezegd: wat voor stenen gebouw daar
op de tempelberg in Jeruzalem eventueel zal mogen verrijzen, het zal beslist geen tempel van God zijn die door
een dienaar van de satan wordt ingepikt. Wat het dan wel is? Slechts een gebouw van steen dat is gebouwd door
mensen met een hart van steen: goddelozen en vijanden van het evangelie, die de spot drijven met Jezus' offer
op Golgotha.
Het resultaat van hun overleggingen, die door de god dezer eeuw met blindheid zijn geslagen, is daarom slechts een bovengrondse
grafkelder en geen heiligdom waar God behagen in zou hebben. Omdat Hij zelf door het in tweeën scheuren van het
voorhangsel in de tempel op het moment van Jezus' sterven aan ons heeft laten weten dat Hij met de Oudtestamentische
offerdienst voorgoed heeft afgerekend.
De mens der wetteloosheid is het eindstadium van het geestelijke verval en de realiteit daarvan begint bij velen
al zichtbaar te worden. Als gebonden mensen namelijk niet van hun overheersers worden bevrijd zal het van kwaad tot
erger gaan en zou deze gebondenheid kunnen overgaan in de meest extreme vorm daarvan. Een vorm die Jezus meer dan eens
tegenkwam als Hij bezeten mensen ontmoette, bij wie Hij vervolgens de boze geesten bestrafte en ze er uitgooide. Een
sprekend voorbeeld hiervan is dat van de bezeten man in Lucas 8:27-31. We lezen daar:
“Toen Hij aan land gegaan was, kwam Hem een man uit de stad tegemoet, die door boze geesten bezeten was, en
sinds lang had hij geen mantel meer aan en woonde niet in een huis, maar in de graven. Toen hij nu Jezus zag, stiet
hij een kreet uit en hij viel aan zijn voeten en sprak met luider stem: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon
van de allerhoogste God? Ik smeek U, dat Gij mij niet pijnigt. Want Hij gaf de onreine geest bevel van de man uit
te varen. Want menigmaal had de geest hem met geweld medegesleurd, en om hem te bewaken werd hij met ketenen en voetboeien
geboeid, maar hij brak de boeien stuk en werd door de geest naar eenzame streken gedreven. En Jezus vroeg hem: Wat is
uw naam? Hij zeide: Legioen; want vele geesten waren in hem gevaren. En zij smeekten Hem, dat Hij hun niet gelasten
zou in de afgrond te varen” (NBG 1951).
Deze extreme vorm van “geleefd” te worden door meerdere (of zelfs een legioen) boze geesten is niet aan
een leeftijd gebonden, noch aan een bepaalde achtergrond, intelligentie, kennisniveau of leeftijd. Als het er op aankomt
de geest van een mens in bezit te kunnen nemen zijn de handlangers van de satan niet kieskeurig. Dit dreigende gevaar
is dan ook van toepassing op ieder mens die zich niet heeft willen laten bevrijden van deze meedogenloze geesten maar
zich wel door hun verleidingen heeft laten inpalmen. Voor deze dreiging is iedere onbekeerde en iedere godloochenaar
verblind. Precies zoals de apostel Paulus dit onder woorden bracht in 2 Cor. 4:3-4: “Indien
dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god
dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid
van Christus, die het beeld Gods is” (NBG 1951). Wie blind is voor het evangelie is daardoor ook blind voor het
gevaar van de overheersing door boze geesten. Hier houdt dit drama echter niet op want ook vele kinderen Gods zijn compleet
met blindheid geslagen voor de realiteit van de geestenwereld. Wat overigens in het voorgaande al werd benadrukt en
wel aan de hand van Hosea 4:6 waar wij lazen: “Mijn volk gaat te gronde door het
gebrek aan kennis”.
Deze onwetendheid wordt keer op keer bevestigd wanneer ik vaststel dat de zoveelste dwaze ouders (die het veel te
druk hebben met hun carrière en met het afbetalen van het eigen huis) de kinderen zonder enige controle uren naar
de TV laten kijken. En mocht kindlief daar de buik vol van hebben dan wordt het wel beziggehouden met de tegenwoordig
al niet meer weg te denken computer“spelletjes”. Als ik zo nu en dan weer een paar inkopen moet doen om
de eigen computer of de printer draaiende te houden sta ik steevast een paar ogenblikken met verbijstering te kijken
naar de uitgestalde computergames die in de betreffende winkel voor computertoebehoren staan uitgestald. De meest grimmige
smoelwerken van alweer nieuwe “wereldveroveraars” staren mij dan weer nijdig aan vanaf de uitgestalde DVD's
en/of Cd-rom's. En telkens sta ik me weer af te vragen of al die dwaze ouders nu werkelijk niet door zouden hebben dat
zij hun eigen kinderen door al dit demonische vergif aan de satan overleveren. En ook is telkens weer mijn conclusie
dat ze daar werkelijk geen weet van hebben. Ze zijn met blindheid geslagen door de god dezer eeuw, zoals dit door Paulus
in 2 Cor. 4:3-4 zo treffend onder woorden werd gebracht.
Dit is allemaal niet zomaar een toevallige ontwikkeling maar het is precies wat de boze geesten hadden gepland.
Met als gevolg dat de kinderen, die zelf geen grenzen kunnen bepalen, dag in dag uit worden betoverd en occult besmet
raken door de vele “kinderprogramma's” en computergames die bol staan van occultisme, toverij, geweld en
oorlog. De schade die dit tot gevolg heeft drukt ondertussen meer en meer zijn stempel op het dagelijks leven. Noemen
we bijvoorbeeld alleen al de toenemende vernielzucht, de groeiende agressie tegenover gezagsdragers of de grove brutaliteit
waarmee het onderwijspersoneel te maken krijgt. Ik sprak hierover eens met een leraar die aan den lijve had ondervonden
hoe onhandelbaar en ongezeglijk de hedendaagse jeugd is geworden. Hij was er nog ontdaan van.
Echter.... vertel hun dwaze ouders niet dat zij zelf deze (boze) geest uit de fles hebben losgelaten door hun gruwelijke
onverschilligheid, hun hebzucht, hun jacht naar een hoger inkomen, een (nog) groter eigen huis of een nog duurdere auto,
terwijl de kinderen voor de TV of de computer worden neergepoot om maar van ze af te zijn. Vertel het ze niet want je
zult worden weggehoond en je goede bedoelingen blijken slechts parels voor de zwijnen te zijn.... Dat is verbijsterend
maar niet verbazingwekkend want in 1 Cor. 2:14 worden we daar al op gewezen: “Doch een
ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan,
omdat het slechts geestelijk te beoordelen is” (NBG 1951).
En gegarandeerd staan de handlangers van de satan telkens weer handenwrijvend toe te kijken wanneer ze vaststellen dat
deze betoverde ouders ook hun eigen kinderen aan de occulte, misleidende geesten overleveren door ze te laten hersenspoelen
met behulp van al deze, in opdracht van de boze geesten gemaakte, “kinderprogramma's” en computergames.
“Wel, wel”, zul je nu waarschijnlijk bij jezelf denken: “Overdrijf je nu niet een beetje, meneer de
webmaster?” Nee, helaas niet! De realiteit is zelfs nog veel gruwelijker dan ik hier in een paar zinnen kan beschrijven.
In Openb. 8:7 zagen wij namelijk staan: “....en al het groene gras verbrandde”.
Er staat niet dat het een beetje verdroogde, of dat het iets te weinig zonlicht kreeg of iets dergelijks maar er staat
dat het verbrandde. Er blijft dus niets van over. Want uiteindelijk zal ook de jeugd wereldwijd zo in de greep
van de boze geesten terechtkomen dat al hun eigen geestelijke leven zal verdrongen worden door de wrede willekeur en
overheersingsdrang van demonen die zo meedogenloos en nietsontziend tekeer zullen gaan dat ieder mens die tegen die
tijd zijn leven niet volledig aan Jezus Christus heeft toegewijd en die zich niet door de Heilige Geest laat leiden
en onderwijzen een prooi voor deze geestelijke vlammenzee zal worden. De eerste zonde (waarbij de satan dankzij het
succes van de verleiding helemaal geen geweld hoefde te gebruiken) wordt talloze malen herhaald. Omdat al die ongehoorzamen
zich in hun liefde voor zichzelf, hun hebzucht, hun eigenbelang en hun ongezeglijkheid laten verleiden en misleiden
en niet willen luisteren naar hen die het evangelie bekendmaken.
Tot nu toe heeft de nadruk gelegen op verleiding en misleiding door boze geesten waarbij ze driftig gebruik maken van de vele hulpmiddelen die door de menselijke handlangers van de satan in elkaar worden geknutseld. Behalve de slechte films, de “kinderprogramma's” op TV, de al net zo schadelijke computergames en niet te vergeten het vergif van de popmuziek zijn er vele, vele andere natuurlijke hulpmiddelen die door de hel worden ingezet om zoveel mogelijk slachtoffers te kunnen maken. Maar ook zonder die natuurlijke middelen zijn de boze geesten heel wat mans. Het eerste wapen dat de boze geesten uit de handen van kinderen Gods proberen te slaan is Gods Woord. Daar is in het voorgaande al aandacht aan besteed. De onmisbaarheid van Gods Woord wordt in o.a. de volgende twee tekstgedeelten benadrukt:
In beide teksten wordt Gods Woord, de bijbel, voorgesteld als een zwaard en een zwaard is in de eerste plaats een aanvalswapen. Dat zwaard kunnen wij echter niet gebruiken als wij niet weten wat er in Gods Woord staat. De gevaarlijkste misleiding die een kind van God stapsgewijs weerloos maakt tegenover de leugens van de boze geesten is dan ook de misleiding dat de waarde van de bijbel voor ons geestelijk leven “veel te veel wordt overschat”. In allerlei varianten wordt deze leugen gebracht. De waarheid zit anders in elkaar. Het overkwam mij eens dat ik door de Heilige Geest sterk werd bepaald bij Spr. 2:1-15 waar ik de volgende raad las. Het geeft in enkele regels weer wat de absolute voorwaarde is om staande te kunnen blijven onder de leugens en listen die de handlangers van de satan op ons afvuren.
Om Gods wijsheid te kunnen ontvangen zullen we ons moeten verdiepen in Gods Woord, maar dat alleen is niet voldoende.
Er zijn namelijk talloze theologen die zich ook verdiepen in Gods Woord en toch geestelijk dood zijn doordat ze geen
levende relatie hebben met Jezus Christus en daarom niet (willen) begrijpen waar het evangelie over gaat. Het komt erop
neer dat de kennis van Gods Woord alleen niet voldoende is. Waar het op aankomt is dat een kind van God gehoorzaam
is en blijft aan Gods woorden. Wanneer kinderen Gods zich daarentegen laten verleiden tot het verwaarlozen van Gods
Woord (en er dus ongehoorzaam aan zijn geworden) is de smalle weg al verlaten. Hoe smal die weg is liet Jezus
ons weten in Matth. 7:13-15: “Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en
breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en
de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden”. Deze weg is zo smal dat maar weinigen
hem vinden. Anders gezegd: er zijn maar weinigen die hem (willen) vinden maar ook weinigen die het volhouden om deze
smalle weg te blijven volgen. Is de weg naar het eeuwige leven dan zo onbegaanbaar? Nee, want voor wie zijn leven
aan Jezus heeft overgegeven gaat op wat Jezus zei in Matth. 11:28-30: “Kom naar Mij toe,
allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat ik zachtmoedig ben
en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht”.
Koning David had ook voortdurend te maken met vijanden die hem belaagden. Dit bracht hij o.a. in Psalm 56:5-6 onder woorden: “De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen
mij ten kwade. Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven”.
Het ging niet alleen bij David om een onafgebroken dreiging maar ook bij ons is dat gevaar continu aanwezig. De keiharde
realiteit is dat wie verslapt en afwijkt van Gods woorden onmiddellijk door de spiedende boze geesten wordt aangepakt.
Daar kan aanvankelijk nog maar weinig van te merken zijn maar de eerste stap naast de smalle weg is dan al gezet. In
Spreuken 2:12 lazen we over “de man die verkeerde dingen spreekt”. In plaats daarvan
kunnen we ook lezen: “de macht die verkeerde dingen spreekt”. Deze macht (een boze geest) zal altijd
proberen om het kind van God te verleiden om een stap naast de smalle weg te zetten. Wat de weg naar het eeuwige leven
zo smal maakt zijn dus de voortdurende pogingen van de boze geesten om een kind van God weer van die weg af te laten
stappen.
Er is maar één waarheid, de waarheid van het evangelie. Één stap naar rechts of naar links en men
is al van de waarheid afgeweken en wanneer dat is gebeurd is de smalle weg verlaten. Aan de waarheid van het evangelie
vasthouden is daarom de absolute voorwaarde om onaantastbaar te blijven voor de listen en leugens die door de boze geesten
op ons afgevuurd worden. Tegenover de waarheid van het evangelie staat een stortvloed aan misleidingen. Wie zich daardoor
toch laat verleiden om een “evangelie” te aanvaarden dat aanvankelijk nog griezelig veel lijkt op het evangelie
van het Koninkrijk Gods is al begonnen met af te wijken van de waarheid en zal daarom steeds makkelijker te misleiden
zijn door de handlangers van de satan.
Wie zich nog op de smalle weg bevindt zal alleen met kleine afwijkingen van de waarheid te misleiden zijn. Omdat het
verschil tussen de waarheid en de leugen in dat stadium nog zo klein en onopvallend is. Zodra echter de eerste misstap
is gezet en het kind van God ongehoorzaam is geworden aan Gods woorden zal de volgende afwijking van de waarheid groter
zijn dan de eerste. Het verraderlijke hierbij is dat ook iedere leugen die dicht bij de waarheid ligt al een volledige
leugen is terwijl dit niet wordt opgemerkt door het kind van God dat zich heeft laten misleiden. In Spreuken
2:10-13 is het Gods wijsheid die in ons hart komt en ons redt van de boze weg en van al het andere dat rechtstreeks
uit de hel komt. Wanneer de misleidende boze geesten het daarentegen voor elkaar krijgen om het kind van God van de
smalle weg af te laten wijken zal die wijsheid hoe langer hoe meer verdrongen worden door het vergif van één
van de vele pseudo-evangeliën die de handlangers van de satan op de plank hebben liggen.
Naast het verleiden en misleiden van kinderen Gods maken de boze geesten ook gebruik van gewelddadige aanvallen.
Dat zijn aanvallen waarbij de geest van het kind van God wordt belaagd met leugens, angst, of met een zeer zware geestelijke
druk. Een druk waarmee wordt geprobeerd het geloof te verpletteren. Ik weet uit ervaring dat het door die geestelijke
druk zelfs moeilijk kan zijn om adem te halen. Dit kan worden ervaren alsof er een blok beton van 1000 kilo op de borstkas
drukt. Het lichaam reageert er in dat geval dan ook merkbaar op. Deze vorm van aanvallen is meestal een langdurige.
Veel kortere maar ook veel fellere aanvallen zijn de angstaanvallen. Angst is het sterkste aanvalswapen dat de satan
tot zijn beschikking heeft en behalve dat is angst ook hét overheersende klimaat in de hel. Angst werkt ook verlammend.
De worsteling van Jezus in de hof van Gethsémane vlak voor zijn gevangenneming is er een sprekend voorbeeld van
hoe fel en pijnlijk de strijd tegen de angst kan zijn.
De methode van het aanvallen van iemands geest heeft voor de boze geesten als groot nadeel dat het nooit onopgemerkt
kan gebeuren. Want zodra wij ondervinden dat de hel weer eens de aanval heeft ingezet gaan we tot God in gebed voor
hulp en gaan we, waar nodig, in de tegenaanval. Uit jarenlange ervaring weet ik dat perioden van heftige strijd en aanvallen
ontstellend zware tijden kunnen zijn maar juist daardoor worden we herinnerd aan bijvoorbeeld Psalm 50:15: “roep Mij aan ten dage der benauwdheid, ik zal u redden en gij zult Mij eren”.
De rechtvaardigen in de periode van het Oude Testament kenden lijden en verdrukking. Ook de discipelen van Jezus kennen
lijden en verdrukking maar toch bestaat er een groot verschil. Voordat Jezus het Koninkrijk Gods weer op aarde vestigde
bestond er namelijk nog geen lijden om Christus' wil. Wie nu lijdt onder de aanvallen van de boze geesten wordt aangevallen
omdat hij/zij een volgeling van Jezus is die meehelpt aan de uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Daar was in de tijd
van bijvoorbeeld koning David nog geen sprake van. Die uitbreiding gaat ten koste van het rijk van de satan en dat is
een belangrijke reden waarom de aanvallen die de discipelen van Jezus nu krijgen te verduren zoveel feller, zwaarder,
meedogenlozer en massaler zijn dan in de tijd voor Jezus' overwinning op Golgotha. Het kan er zelfs zo heftig aan toe
gaan dat de apostel Petrus zelfs schreef over een vuurgloed in 1 Petrus 4:12-13: “Geliefden,
laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt
u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring
zijner heerlijkheid” (NBG 1951).
De talloze getuigenverhalen die ik ondertussen al heb gelezen over de vervolgingen die veel kinderen Gods overkomen
in met name Islamitische en communistische landen maken keer op keer weer duidelijk dat waar de vervolging toeneemt,
ook het aantal bekeringen toeneemt, de gemeenten sneller groeien en er meer gemeenten gesticht worden. Het uiteindelijke
resultaat van de pogingen van goddeloze regeringen en vijandige, heidense religies om “voorgoed met die christenen
af te rekenen” is dus telkens het tegenovergestelde van wat men wil bereiken. De satan snijdt zichzelf als het
ware in zijn eigen vingers. Deze vormen van vervolging en verdrukking mogen dan in de landen van West Europa niet zo
algemeen voorkomen als zojuist beschreven is, de realiteit is dat de satan vele wapens achter de hand heeft en veel
handlangers heeft rondlopen binnen wat men zo fraai aanduidt als de “westerse beschaving”. Wat ook in Nederland
nog aan beschaving is overgebleven wordt echter in hoog tempo gesloopt. Dat gebeurt weliswaar niet door een fanatieke
vervolging van andersdenkenden maar wel degelijk door gebruikmaking van de in het voorgaande al beschreven (min of meer
subtiele) middelen. Beschaving of (bijna) geen beschaving: ook hier lopen beslist massa's mensen rond die door de satan
gebruikt kunnen worden om de uitbreiding van het Koninkrijk Gods tegen te werken. Ik schrijf uit ervaring. Die ervaring
is overigens dat verreweg het meeste van dat lijden mij overkwam door toedoen van “broeders en zusters”
die zich vrijwillig lieten gebruiken door de vrome leergeesten. Precies zoals Jezus al voorspelde in Joh. 16:2-3:
“Men zal u uit de synagoge bannen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst
te bewijzen. En dit zullen zij doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen” (NBG 1951).
Terugkomend op de vervolging en de tijden van verdrukking die dagelijks kinderen Gods in veel landen op deze wereld
treffen: tijdens de Tweede Wereldoorlog, die mijn beide ouders heel bewust hebben meegemaakt, zaten de kerken vol en
werden er massa's gebeden opgezonden voor de bevrijding van de Duitse overheersing. Toen na de oorlog de welvaart begon
te groeien en de gemakken van de welvaart het leven aangenamer begonnen te maken nam het kerkbezoek in een steeds hoger
tempo af. Nu is de situatie dat veel kerken leegstaan en het geregelde onderhoud ervan plaats heeft moeten maken voor
de vraag of de slopershamer zich erover mag ontfermen of dat de meestbiedende projectontwikkelaar zijn fantasie er op
mag loslaten.
Het is en blijft tenslotte ook zo'n beklagenswaardig menselijk trekje: in tijden van nood en verdrukking weet men precies
tot welke God de klaagzangen opgezonden moeten worden en van Wie de verlossing moet worden afgesmeekt maar zodra het
leven weer leefbaar is geworden wordt diezelfde God voor slechtere tijden achter de hand gehouden. En als de welvaart
lang genoeg duurt mag diezelfde God alleen nog voorkomen in sprookjesboeken.
Een zelfde huichelachtigheid is ook veel kinderen Gods niet vreemd. En ook al zal men God niet de rug toekeren, men
heeft de satan wel de ruimte gegeven om het christendom te versplinteren in ontstellend veel denominaties. Opvallend
genoeg heeft dit hoofdzakelijk kunnen gebeuren in tijden van voorspoed en van materiële welvaart. Als daardoor
de waakzaamheid verslapt en de aandacht wordt afgeleid door een stortvloed aan zaken die met het Koninkrijk Gods niets
hebben te maken, kan het gebeuren dat de boze geesten met opzet nog enige tijd wachten met het inzetten van een nieuwe
aanval op het geloof van Gods kinderen. De als gevolg daarvan toenemende lauwheid maakt het hen namelijk alleen maar
makkelijker om hun doel te bereiken. Het kan ook voorkomen dat er niet afgewacht wordt maar dat er meteen gebruik wordt
gemaakt van de kansen die ze krijgen door met verleidingen of een vals evangelie de (door hun welvaart in beslag genomen)
kinderen Gods te misleiden, voor zover dat tenminste nog niet al gebeurd was.
Het meeste succes hebben boze geesten dan ook door gebruikmaking van verleiden en misleiden. Desondanks komt
het in het leven van een kind van God geregeld voor dat er grof geweld wordt gebruikt. Uit ervaring weet ik dat dit
het meest voorkomt nadat we onze tijd en energie hebben ingezet om het Koninkrijk Gods, in wat voor vorm dan ook, te
dienen. Preken, een getuigenis geven, evangelisatiemateriaal verspreiden, een website zoals deze maken en uitbreiden,
het wekt stuk voor stuk de woede op van de boze geesten. Veel aanvallen die op het kind van God worden ingezet hebben
daarom te maken met wraakzucht vanwege één of meer van deze voorbeelden. Maar ook vanwege verloren
terrein of omdat hun kwade bedoelingen (tijdig) zijn ontmaskerd. Deze wraakzucht kan ook weer aangewakkerd zijn doordat
een menselijke handlanger die jaren als een infiltrant voor hen heeft gewerkt door een kind van God met werkelijk
geestelijk inzicht is ontmaskerd en de gemeente uitgegooid is (dit gebeurt overigens nog veel te weinig!).
En ga zo nog maar even door.
De verzamelplaats voor al deze woede, wraakzucht, meedogenloosheid én de plaats van waaruit de geestelijke oorlog
tegen het zich op deze wereld uitbreidende Koninkrijk Gods wordt geleid bevindt zich onder onze voeten. In de bijbel
wordt deze plaats o.a. aangeduid als:
Er bestaat in de hel (= het dodenrijk) geen genade. Door gekrenkte trots, haat, wraakzucht en gezichtsverlies vinden
bij boze geesten explosies van woede plaats die voor een redelijk denkend mens niet zijn te bevatten. Ook strafmaatregelen
(opgelegd door boze geesten met meer macht) vanwege mislukte opdrachten komen voor.
De
angst voor dergelijke strafmaatregelen maakt dat boze geesten die voor een bepaalde taak naar het aardoppervlak zijn
gestuurd alles op alles zetten om hun opdracht te vervullen. Ik heb mij lange tijd nooit echt verdiept in de vraag waar
de hel zich zou kunnen bevinden. Omdat dit dodenrijk zich in de geestelijke, en dus bovennatuurlijke, wereld bevindt
kon ik me er ook geen voorstelling van maken. Totdat het me duidelijk werd dat ook op die vraag het antwoord in de bijbel
is te vinden. Daar had ik meer dan eens overheen gelezen in de veronderstelling dat het moest worden gelezen als een
poëtische omschrijving, zoals in de Psalmen. In Psalm 55:15 zien we bijvoorbeeld staan:
“De dood overvalle hen, laten zij levend in het dodenrijk neerdalen; want boosheid is in hun woning, in
hun binnenste”.
Dit komt opvallend overeen met het verslag in Numeri 16:28-33 over Korach, Datan en Abiram
die tegen Mozes in opstand waren gekomen: “Daarop zeide Mozes: Hieraan zult gij weten, dat de Here mij gezonden
heeft om al deze daden te doen, en dat het niet mijn bedenksel is: indien dezen zullen sterven, zoals ieder mens sterft,
en over hen bezoeking zal worden gedaan, zoals ieder mens bezocht wordt, dan heeft de Here mij niet gezonden. Maar,
indien de Here iets nieuws zal scheppen, zodat de grond zijn mond zal opensperren en hen verzwelgen met alles wat hun
toebehoort, zodat zij levend in het dodenrijk zullen dalen, dan zult gij weten, dat deze mannen de Here gesmaad
hebben. Nauwelijks had hij al deze woorden uitgesproken, of de grond spleet onder hen, en de aarde opende haar mond
en verzwolg hen met hun huisgezinnen en met alle mensen die bij Korach behoorden en met alle have. Zo daalden zij, met
al de hunnen, levend in het dodenrijk; en de aarde overdekte hen, zodat zij uit het midden der gemeente omkwamen”
(zie de afbeelding links). Het dodenrijk blijkt zich te bevinden in het centrum van deze aarde. Het lot van Korach,
Datan en Abiram die levend door de aarde werden verzwolgen maakt duidelijk dat zij levend aan de reis daarnaar toe begonnen.
Omdat het dodenrijk zich echter in de geestelijke wereld bevindt moeten zij onderweg zijn gedood door de zich weer sluitende
aarde waardoor hun lichamen ergens onderweg achterbleven en hun geest verder afdaalde tot in het dodenrijk.
Wat mij keer op keer verbijstert is de onverschilligheid bij massa's mensen die alleen maar spottend reageren
zodra zij worden gewezen op de realiteit van dit dodenrijk. Het lot dat hen staat te wachten is dat zij door de boze
geesten zullen worden meegesleurd naar het dodenrijk in het geval zij zich voor hun dood niet hebben bekeerd van hun
onverschilligheid en hun ongeloof.
Samengevat: De allereerste voorwaarde waaraan de discipel van Jezus moet voldoen om bestand te kunnen zijn tegen de misleidingen en de gewelddadige aanvallen van de boze geesten is gehoorzaamheid aan het evangelie en om het evangelie te (leren) kennen zal hij of zij het tot een gewoonte moeten maken om regelmatig het Woord van God te bestuderen. Het gevaarlijkste wapen dat door de boze geesten wordt ingezet om kinderen Gods te kunnen onderwerpen aan leringen van boze geesten is namelijk: hen bij het Woord van God vandaan slepen. Om de mens te verleiden tot zonde en wetteloos gedrag maken de boze geesten vaak gebruik van natuurlijke hulpmiddelen zoals TV programma's, computergames, popmuziek of kaart“spelletjes”. Ook zonder natuurlijke hulpmiddelen kunnen de boze geesten de gedachten van de mensen beïnvloeden en hen verleiden tot wetteloos gedrag. Behalve onopgemerkt verleiden en misleiden kunnen de boze geesten ook tot de directe aanval overgaan. De aanvallen die op een discipel van Jezus worden ingezet zijn maar al te vaak het gevolg van wraakacties van de boze geesten.
“De mens der wetteloosheid is het eindstadium van het geestelijke verval” schreef ik in het voorgaande
al. Om dit einddoel te bereiken worden door de boze geesten alle mogelijke middelen ingezet. Wetteloosheid houdt in dat
er geen regels en grenzen meer zijn waaraan de wetteloze zich nog wenst te houden. De verleiding tot zonde waarmee de
satan de eerste mens een door God gestelde grens liet overschrijden zal uiteindelijk zijn climax vinden in al de
wettelozen die iedere wet en regel welke hen niet bevallen gewetenloos zullen overtreden. Ongeveer vanaf de jaren
zestig van de vorige eeuw hebben massa's Nederlanders zich vol zelfbehagen overgegeven aan de met veel geschreeuw en
andere herrie gebrachte misleiding dat zij moesten gaan vechten voor meer welvaart, voor hogere lonen en voor hun
“vrijheden”, waaronder de keuzevrijheid in het wel of niet in leven laten van de ongeborenen en de ouden
van dagen. Al net zo gretig werd massaal het advies opgevolgd om de allerhoogste God tot een ongewenst persoon te
verklaren.
De lijst van “vrijheden” die deze door boze geesten bestuurde wettelozen sindsdien bij elkaar hebben
gevochten, gestaakt, gelogen en gedreigd is uiteraard nog veel en veel langer. Het resultaat van al deze bij elkaar
gevochten “vrijheden” is echter, zoals te verwachten was, niets anders dan dat het overgrote deel van de
Nederlandse bevolking gedemoniseerd is geraakt, voor zover dat tenminste nog niet het geval was. En waar de
handlangers van de satan al een stevige greep hadden op de handel en wandel van deze goddelozen is die greep alleen
maar verstevigd. Want wanneer de mens zich door de satan laat verleiden om wetten en regels overboord te gooien om zo
de beloofde “vrijheid” te kunnen grijpen geeft hij toe aan de misleidingen van boze geesten en die zien op
hun beurt daardoor hun macht over de mens alleen maar toenemen. Dus: geen vrijheid maar gebondenheid! Dit is nu
precies waar de apostel Petrus op doelde in 2 Petrus 2:19 waar hij schreef over de demonische
praktijken van goddelozen die zo veel mogelijk anderen in hun ondergang proberen mee te slepen: “Zij beloven hun
vrijheid, terwijl zij zelf slaven van de verdorvenheid zijn; want door wie iemand overwonnen is, van hem is hij
ook een slaaf geworden”. Wat voor Nederland opgaat is vanzelfsprekend ook van toepassing op wat er in veel andere
landen gaande is. Onder andere in de Verenigde Staten woekert dit geestelijke verval in hoog tempo voort. Wat overigens
een Amerikaanse prediker eens deed uitroepen dat het Amerikaanse christendom bijna totaal verrot is. Hoe
dramatisch de situatie daar is bleek ook uit een onderzoek dat gedaan was onder studenten van een behoorlijk aantal
theologische opleidingen in de V.S. De uitkomst was dat van de ondervraagden:
Let wel: het gaat hier over studenten theologie! Weten we tenminste meteen weer waar theologie eigenlijk over gaat. Men blijkt namelijk theologie te kunnen studeren zonder in het evangelie te hoeven geloven. Waaruit blijkt dat theologie enerzijds en het evangelie anderzijds twee totaal verschillende werelden zijn. Nog een aanvulling: bij één van de grootste denominaties in de V.S. bleek 95% van de predikanten en de leden niet te geloven in de betrouwbaarheid van de bijbel. En vanuit dit geestelijke klimaat van afvalligheid zijn al diverse rages naar ons land overgewaaid waarvan, op het moment van schrijven, de doelgerichte misleiding van ene Rick Warren al een paar jaar lang ook hier een spoor van vernieling heeft achtergelaten. Ik kan me daarom helemaal vinden in een voltreffer van de bekende evangelist David Wilkerson die eens zei: “De grootste exportproducten van de Verenigde Staten zijn Coca Cola en valse doctrines”. Wat hij hier aanduidde als valse doctrines noemde de apostel Paulus in een van zijn brieven: leringen van boze geesten. Het geestelijke verval in Nederland heeft er aan bijgedragen dat deze vanuit Amerika “geëxporteerde” leringen van boze geesten hier zo massaal gehoor konden vinden. Als vervolg op het zojuist geschilderde drama (we zijn nu toch bezig) nog wat kille cijfers over het geestelijke leven van onze Oosterburen. Of van wat daarvan is overgebleven. Daar gaan we weer:
Nu zou je over dat laatste nog de wenkbrauwen kunnen optrekken omdat “Jezus als een belangrijk voorbeeld beschouwen”
ook in een aantal heidense religies onderdeel van de leer is. Samen met de andere cijfers over het Duitse geestelijke
verval geeft het echter wel een schokkend beeld van het sloopwerk dat ook daar door de boze geesten is verricht. Uiteraard
komt ook Nederland niet ongeschonden uit deze sloopactie tevoorschijn. 16% van de Nederlandse dominees/theologen/predikanten
weet namelijk niet of er wel een God bestaat of gelooft zelfs niet eens dat God bestaat. Nu we de smaak toch te pakken
hebben nog een kleine toegift: van de Schotse geestelijken gelooft 66% niet in het bestaan van de hel. Schrikbarend
allemaal. En deze lieden staan dus geregeld preken af te steken of beïnvloeden langs andere wegen het geestelijke
leven binnen het “christendom”. Aan de gevolgen van het dramatische geestelijke verval zoals dat ook door
Nederland raast worden wij herinnerd als we bijvoorbeeld weer eens vernemen dat (plaatselijke) overheden, wetgevers,
handhavers van de wet en allerlei belangengroepen over elkaar heen rollen om de door de bijbel overduidelijk veroordeelde
zonde van de homofilie als een normale levensstijl geaccepteerd te krijgen. Op een andere pagina van deze website schreef
ik daarover:
Citaat:
Een zelfde hardnekkig verzet tegen Gods wil en waarheid heeft ondertussen ook in het huidige christendom een rottingslucht
tot gevolg gehad én een klimaat waarin de zonde geen zonde meer genoemd mag worden. Zo las ik ergens dat
er een “christelijke” werkgroep met de naam “ContrariO” bestaat die met hand en tand een zonde
verdedigt waarover het Woord van God ons ook een duidelijke boodschap heeft nagelaten. Die boodschap is zelfs zo duidelijk
dat bepaalde theologen zich, in paniek om zoveel duidelijkheid, in de vreemdste bochten wrongen om ons leken er toch
maar vooral van te kunnen overtuigen dat de theologische wetenschap ondertussen al zover is gevorderd dat men er nu
achter is dat wat bijvoorbeeld Paulus erover schreef toch echt anders door hem bedoeld werd dan wij erin lezen. Waarmee
de heren godgeleerden feitelijk bedoelden te zeggen (maar dat mogen wij natuurlijk niet weten): “die Paulus had
daar gewoon zijn kop over moeten houden want nu moeten wij, knappe koppen die we zijn, weer recht gaan breien waar die
Paulus ooit een paar gigantische steken liet vallen”. Die Paulus liet echter beslist geen steken vallen. Hij had
de waarheid van het evangelie lief en was bereid daar ook voor te lijden en daarmee toonde hij een gezindheid die kenmerkend
is voor een echte discipel van Jezus maar die bij het merendeel van de hedendaagse “christenen” totaal onvindbaar
is.
Einde citaat.
Bij hen die na het lezen van dit citaat nu witheet zitten te zijn wil ik nog wel graag wat extra zout in de wond
strooien: het gaat hier om een duidelijk aanwijsbare zonde. Dat verzon de apostel Paulus niet ter plaatse maar
dat wist hij bijvoorbeeld door wat Jahweh zelf daarover zei in Leviticus 18:22: “En gij
zult geen gemeenschap hebben met een, die van het mannelijk geslacht is, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw:
een gruwel is het”. Wie toch nog glashard durft te beweren dat Jahweh (= Jezus Christus) “daar nu
niet zo moeilijk meer over doet” negeert daarmee wat wij in Hebr. 13:8 over Jezus kunnen
lezen: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid”. Hij is dus niet veranderd
en ook Zijn oordeel over deze zonde is beslist ongewijzigd gebleven! Wie zich desondanks niet wenst te bekeren van deze
door God veroordeelde levensstijl zal na de laatste hartslag door de boze geesten meegesleurd worden naar het
dodenrijk onder onze voeten. Ik heb ondertussen begrepen dat in het dodenrijk een speciale afdeling is waar homo's op
een bijzonder pijnlijke manier worden herinnerd aan de kansen die zij ooit hadden om zich van hun zonde te bekeren maar
waar zij nooit op wensten in te gaan. Het zit er dik in dat ook figuren zoals ene Robert Long en ene Jos Brink zich
daar nu bevinden. De eerste was openlijk vijandig tegenover het evangelie van verlossing en de tweede bracht een evangelie
dat niet in de bijbel is terug te vinden. Geen van beiden waren ze van plan om hun homofiele levensstijl op te geven
en als zij niet op hun sterfbed alsnog tot inkeer zijn gekomen moeten wij het ergste voor ze vrezen. Ook al werd er
na het overlijden van Jos Brink door de een of andere verblinde zondaar nog beweerd dat het “in de hemel weer
een stukje vrolijker was geworden”, de bijbel leert ons over het lot van deze vrienden van de wereld toch
echt iets totaal anders. Dat lezen wij namelijk in Jac. 4:4: “Overspelige mannen en vrouwen,
weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld
wil zijn, maakt zich tot een vijand van God”. En over deze vijanden van God zei Jezus in Joh.
3:36: “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven
niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (NBG 1951).
Dit is een fabelachtig duidelijke en niet mis te verstane waarschuwing. Met deze waarschuwing in gedachten keren we
nu weer even terug naar het door wetteloosheid overspoelde Amerika en naar het zich daar afspelende drama. Want ook
daar zijn de boze geesten hard bezig om door middel van in de zonde van homofilie verstrikte zondaren een steeds sterkere
wurggreep te krijgen op het slinkende aantal Amerikanen dat trouw wil blijven aan Gods Woord. In februari 2008 las ik
een bericht over een Amerikaans echtpaar dat een aanvraag had ingediend om als pleegouders een aantal kinderen te mogen
verzorgen. Er werd hun daarbij meegedeeld dat de wetgeving ondertussen was aangepast en dat het hun daarom zelfs niet
was toegestaan om kinderen onder de tien jaar te leren dat homofilie een zonde is. Het echtpaar liet echter weten niet
van plan te zijn om hun geloof in God te verloochenen door zich te neer te leggen bij deze goddeloze eis en om die reden
trokken zij hun aanvraag weer in. Dit is een zoveelste voorbeeld én een bewijs van de realiteit dat de terreur
van deze walgelijke zonde alles heeft te maken met de opkomst van de mens der wetteloosheid. Vanuit de geestelijke
wereld wordt het openen van deze beerput vol smerigheid onafgebroken geleid en begeleid door de demonen die van de satan
de opdracht hebben gekregen zich hier mee bezig te houden.
Wat wij beslist niet uit het oog mogen verliezen is het keiharde feit dat de satan onafgebroken zal blijven proberen
om kinderen Gods weer in zijn klauwen terug te krijgen. Wie zich laat verleiden om de aangename dingen van dit tijdelijke
leven (op bepaalde momenten) voorrang te geven boven de dingen van het Koninkrijk Gods of om een compromis te sluiten
met de wereld, is al in een val getrapt die werd opgezet door de boze geesten. Dat kunnen dan ogenschijnlijk nog slechts
kleine, onopvallende afwijkingen zijn van de smalle weg maar ook die kunnen het begin zijn van de totale afval. Want
wat in de vorige alinea's is geschreven over het geestelijke verval gaat ook op voor ieder kind van God dat ongehoorzaam
wordt aan het evangelie van Christus. Voor wie voortdurend beseft dat hij/zij steeds weer met alle struikelingen bij
Jezus mag komen en met berouw in het hart aan Hem vergeving vraagt voor de begane fouten zal dat geen gevolgen
hebben. Voor alle anderen had Jezus in Matth. 24:12 een andere boodschap: “En doordat
de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkoelen”. De wetteloosheid grijpt nu zienderogen om zich
heen en kinderen Gods zullen dus onafgebroken waakzaam moeten blijven om niet van de smalle weg af te wijken. De bijbel
is er echter ook duidelijk over dat er kinderen Gods zijn die wel degelijk weer afvallen. Zij hebben zich laten verleiden
door de boze geesten en betreffende hun lot haalde ik in het voorgaande al deze woorden aan.
Men zou na de hierboven opgesomde bezigheden van de boze geesten bijna gaan denken dat ze altijd en overal vrij spel
hebben. Wat wij in de praktijk nogal eens blijken te vergeten is dat Jezus bij Zijn afscheid van de discipelen terecht
van Zichzelf kon zeggen: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde” (Matth. 28:18). Van die macht mag de discipel van Jezus gebruikmaken. En dat niet alleen: het was zelfs
Jezus' opdracht aan al Zijn discipelen om in Zijn Naam op te treden tegen wat Paulus opsomde in Efeze
6:12 als “de overheden, de machten, de machthebbers van de wereld van de duisternis van dit tijdperk en
de geestelijke boosheden in de lucht”. Die opdracht vinden wij in Marcus 16:16-18: “Wie
gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze
dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken,
slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen
zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”.
Ik las eens over de belevenissen van een Nederlands echtpaar dat door de Gereformeerde Zendingsbond was uitgezonden
naar Kenia. Vanwege de golf van moord en geweld die door Kenia raasde waren zij daar (tijdelijk) weggevlucht. Uit hun
verslag bleek dat zij (naar eigen zeggen vanwege hun “westerse manier van denken”) geen echte verklaring
konden vinden voor het moorddadige gedrag van al deze goddelozen. Zoiets pleegt men namelijk een “cultuurverschil”
te noemen. Hun echte probleem is echter dat zij met hun Gereformeerde religie totaal geen inzicht hebben in de
geestelijke wereld en in de geestelijke oorlog die zich daar afspeelt. Dat het legioenen demonen zijn die het door tovenarij
en occultisme vergiftigde Kenia overheersen is voor deze Gereformeerden een verborgenheid. Deze golf van wetteloosheid
in Kenia komt opvallend overeen met die in Rwanda destijds, waar overigens ook die zogenaamde “christenen”
net zo fanatiek meededen aan al dergelijke gruwelen.
Er zijn daarentegen voorbeelden genoeg van zendelingen die in een vergelijkbare, levensbedreigende situatie wisten dat
ze een geestelijke strijd te voeren hadden. En daarom bestraften zij in de Naam van Jezus de demonen die de plaatselijke
bevolking ophitsten tegen de zendelingen die hun het evangelie brachten. Met als resultaat dat het tuig uit de hel moest
wegvluchten voor de macht van Jezus Christus en er vervolgens een openheid ontstond bij de heidenen die kort daarvoor
nog door haat en vijandigheid gedreven werden. Zo kan het dus ook en zo zal het beslist moeten gaan want dát is
de opdracht van Jezus aan Zijn discipelen.
Wie meent dat hij zonder een kind van God te zijn, zonder een discipel van Jezus te zijn en zonder gedoopt te zijn met
de Heilige geest deze geestelijke oorlog wel even kan voeren en de Naam van Jezus kan misbruiken komt echter bedrogen
uit. Daarvan lezen we een sprekend voorbeeld in Hand. 19:13-16: “En ook enige van de
rondreizende Joodse geestenbezweerders waagden het over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Here Jezus
te noemen met de woorden: Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt. Het waren nu zeven zonen van een zekere Skevas,
een Joodse overpriester, die dit deden. Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: Jezus ken ik en van Paulus
weet ik maar wie zijt gij? En de mens, in wie de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek
zoveel sterker dan zij, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten” (NBG 1951).
Kijk eens aan: zeven tegen één en zij hadden geen schijn van kans! Wie dus aan (een deel van) het evangelie
om wat voor reden dan ook (bijvoorbeeld omdat de Gereformeerde theologie het beter denkt te weten dan God zelf) geen
boodschap heeft is ongewapend en voor de boze geesten geen partij. De boze geest die deze geestenbezweerders onder handen
nam wist zelfs wie Paulus was. Wie in gehoorzaamheid aan Jezus' gebod de geestelijke oorlog voert blijkt bij de demonen
bekend te zijn, omdat die discipel van Jezus een tegenstander is waar zij rekening mee moeten houden. En waarom? Omdat
Jezus niet voor niets zei in Lucas 10:19: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen
en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (NBG 1951).
Dat deze, onder de zondelast zuchtende, wereld onafgebroken te lijden heeft onder het vernietigende, moordende en
haatzaaiende werk van de boze geesten is voor iedere levende ziel die zijn verstand even de vrije ruimte geeft en vervolgens
om zich heen kijkt wel duidelijk. Dat van veel “natuurrampen”, oorlogen, ziekten, epidemieën en een
stortvloed aan andere ellende de oorzaak zich in de geestelijke wereld bevindt heb ik hierboven al benadrukt.
Wij worden dagelijks zelfs zo vaak geconfronteerd met gebeurtenissen waarachter zich demonen schuilhouden dat menig
kind van God dat van huis uit slechts is grootgebracht met zijn gereformeerde, hervormde of vergelijkbare religie
zich wild zou schrikken wanneer deze demonen ook maar een paar tellen net zo goed zichtbaar zouden zijn als de bliksemflitsen tijdens een onweersbui. Binnen
de traditionele kerken, die zich met hun “leer der vaderen” binnen het geestelijke Babylon bevinden, is
men met blindheid geslagen voor de griezelige realiteit dat demonen hen geregeld omringen en observeren en iedere gelegenheid
zullen aangrijpen om geestelijke schade aan te richten.
Er is dus over het werk, de werkwijzen, de plannen en de ongekende sluwheid van boze geesten zoveel te vertellen dat
daarover alleen al een heel dik boek geschreven zou kunnen worden. Omdat dat voor een webpagina een veel te uitgebreide
uiteenzetting zou worden beperk ik mij tot de hoofdlijnen.
De manieren waarop boze geesten in de aanval kunnen gaan of waarachter zij zich verschuilen zijn o.a.:
Toelichting 1. Als het er op
aankomt een kind van God te verzwakken is de methode van verleiden en misleiden voor demonen de meest succesvolle. De
keerzijde is dat deze manier van verzwakken weliswaar de langzaamste is maar juist daarom is het zo'n formidabel wapen
dat tegen de discipel van Jezus wordt ingezet, omdat de mens van nature geneigd is om bij afwezigheid van problemen,
tegenwerking en felle aanvallen te verslappen. En dat is precies waar de boze geesten op uit zijn wanneer zij met opzet
een tijdlang niet in de aanval gaan en hun kans afwachten. Dezelfde tactiek komen we in de dierenwereld ook tegen als
bijvoorbeeld leeuwen zich bij het besluipen van hun prooi schuilhouden totdat een van hun prooidieren onvoorzichtig
wordt en daardoor een makkelijk doelwit is voor zijn belagers. Veel van wat wij in de natuurlijke wereld zien gebeuren
is trouwens een kopie van wat zich in de geestelijke wereld afspeelt omdat de zichtbare schepping een kopie is van de
onzichtbare, geestelijke wereld. Wij kunnen dus tot op zekere hoogte met onze natuurlijke ogen waarnemen hoe het er
in de geestelijke wereld aan toegaat.
In Gen. 4:6-7 werd Kaïn door God gewaarschuwd voor het dreigende gevaar van verslappen:
“En de Here zeide tot Kaïn: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken? Moogt gij het niet
opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur,
wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen”. Kaïn liet zich niet gezeggen en het resultaat
daarvan is bekend. Het is een geestelijke wet dat wanneer wij niet meer waakzaam zijn en onze aandacht wordt opgeëist
door de dingen van deze wereld de boze geesten vanuit een hinderlaag zullen toeslaan. De Heilige Geest zal altijd een
waarschuwing geven als de discipel van Jezus zich laat afleiden door bepaalde dingen van deze wereld waardoor zijn/haar
geestelijke weerstand afneemt. Ook de stem van ons geweten is een onmisbare graadmeter die overigens maar al te vaak
wordt genegeerd. Wanneer aan de waarschuwingen van de Heilige Geest geen gehoor wordt gegeven trekt Hij zich bedroefd
terug met als gevolg dat de boze geesten genadeloos toeslaan. Eenmaal op dit punt aangeland is het voor het misleide
kind van God vrijwel onmogelijk om zelf te herkennen dat de handlangers van de satan hem of haar op een dwaalweg hebben
gestuurd. Men is dan al met geestelijke blindheid geslagen.
Houd er rekening mee dat lang niet alles waardoor de aandacht op de verkeerde manier wordt opgeëist op zichzelf
slecht is. De boze geesten zullen zich gegarandeerd inspannen om de aandacht vast te houden met “nuttige”
bezigheden. Juist omdat die zo nuttig en belangrijk lijken te zijn, zijn veel kinderen Gods maar al te gauw geneigd
er totaal geen kwaad in te zien. Zo worden massa's kinderen Gods beziggehouden met een stortvloed aan activiteiten waarvan
men vast is overtuigd dat God hen heeft opgedragen daar hun tijd en energie in te steken terwijl zij slechts een sociaal
evangelie dienen.
De eindeloze stroom (door boze geesten veroorzaakte) hongersnoden en tal van andere voorbeelden van menselijk leed die
met veel tamtam onder onze aandacht worden gebracht slokken de aandacht op van kerkelijk Nederland, dat geen boodschap
heeft aan Jezus' opdracht om het evangelie van bevrijding bekend te maken. Maar juist doordat kinderen Gods daar
al eeuwenlang geen werk van hebben gemaakt leven wij nu nog in een door de satan beheerste wereld waarin de rijken en
de welgestelden hele werelddelen leegplunderen. De hongersnoden en de vluchtelingenstromen die ook daar het gevolg van
zijn worden vervolgens misbruikt om het “christendom” een sociaal evangelie door de strot te duwen. Deze
massale afleidingsmanoeuvres hebben de demonen kunnen organiseren doordat de gehoorzaamheid aan Gods Woord is verwaarloosd.
De boze geesten krijgen zo de kans om de ongehoorzame kinderen Gods te verleiden tot het heel druk bezig zijn met al
deze “nuttige” en “belangrijke” zaken waarmee zij in werkelijkheid God alleen maar voor de voeten
lopen. Over het dreigende gevaar van misleiding en over het toenemen daarvan in de eindtijd zei Jezus in Matth.
24:24: “...want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen
doen, zó dat zij, als het mogelijk zou zijn, ook de uitverkorenen zouden misleiden”.
Zo ernstig is dus het gevaar van het verleiden en misleiden en zo machtig is dit wapen in de handen van de boze geesten.
Ook door dit gevaar zal de smalle weg nog smaller worden en alleen als de discipelen van Jezus gehoorzaam blijven aan
Gods Woord en aan de stem van de Heilige Geest zullen zij bewaard blijven voor afvalligheid. En zullen zij deze listen
van de boze geesten tijdig kunnen herkennen.
Toelichting 2. Er is één
ding dat altijd zal gebeuren als demonen in de aanval gaan en (tijdelijk) slagen in hun bedoelingen en dat is het verdwijnen
van de blijdschap. Ook Jezus ondervond dit omdat Hij als mens was geboren en als mens bevond Hij zich op deze aarde
binnen het domein van de overste van deze wereld. Toen vlak voor Zijn gevangenneming de legioenen van de satan zich
rond Jeruzalem verzamelden om de Zoon van God aan het kruis tot ongehoorzaamheid te dwingen veroorzaakte dit een ongekend
sterke concentratie van het demonische klimaat dat zij met zich meebrachten. Jezus voelde dit klimaat van angst en zwaarmoedigheid
meer dan ooit om zich heen hangen. In dat klimaat drukte ook het besef van wat er allemaal op het spel stond zwaar op
Zijn gemoed. En uiteraard waren die horden boze geesten gekomen om Jezus massaal aan te vallen. Dat Jezus daaronder
leed liet Hij merken tegenover Zijn discipelen toen Hij kort voor de gevangenneming zei: “Mijn ziel is zeer bedroefd,
tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij” (Matth. 26:38).
Het overheersende klimaat in het rijk van de satan is de angst. Door angst wordt dat rijk in stand gehouden. De angst
voor wraakacties en straf van demonen die hoger in de rangorde staan zal iedere demon voortdurend dwingen om aan de
verwachtingen te voldoen die van hogerhand zijn opgelegd. Ook zal de angst voor verraad van andere demonen hen dwingen
om de hun opgedragen taken naar verwachting uit te voeren. In de natuurlijke wereld komt ditzelfde systeem (van angst
en een afgedwongen kadaverdiscipline) ook voor in met name de talloze dictaturen die deze wereld al heeft gekend. Een
buitenstaander kan zich erover verbazen dat in een dergelijke situatie één man het met zijn grote mond voor
elkaar krijgt om een heel volk aan zijn wil te onderwerpen. De “truc” is echter heel simpel: zorg dat iedereen
bang is voor iedereen en vervolgens zal iedereen uit angst voor verraad door de anderen (of uit angst voor de waarschijnlijkheid
dat alle anderen wel trouw blijven aan de dictator) precies doen wat van hem of haar verwacht wordt. De realiteit kan
daarentegen zijn dat vrijwel iedereen de heerser in kwestie het liefst meteen zou willen doden terwijl men dat niet
van elkaar weet. Dit nu is het principe van “verdeel en heers”. Zodra men echter de moed kan opbrengen om
medestanders te zoeken en om eendrachtig een front te vormen tegen de despoot in kwestie heeft deze zijn langste tijd
gehad. Ook hiervan zijn diverse voorbeelden bekend.
Er is in het rijk van de satan absoluut niets dat samenbindt. Er bestaat dus geen liefde en daarom haten boze geesten
elkaar en hebben zij alleen het eigen belang op het oog. En waar geen liefde is (die zichzelf niet zoekt) is het alleen
de allesoverheersende angst voor straf en wraakacties die dat hele machtssysteem nog bij elkaar kan houden. Over dit
principe van angst voor de straf schreef de apostel Johannes in 1 Joh. 4:18: “Er is in
de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit want de vrees houdt verband met straf en wie
vreest, is niet volmaakt in de liefde” (NBG 1951).
Wie wel volmaakt in de liefde is ervaart het klimaat van het Koninkrijk Gods. Dat is het klimaat van blijdschap, vrede
en rust. Als de boze geesten in de aanval gaan en (tijdelijk) de overhand krijgen is het klimaat dat ze met zich meedragen
onmiddellijk te merken. En ook al weet men verstandelijk heel goed dat de angst en/of de depressieve gedachten nergens
op zijn gebaseerd, dan nog kan dit verlammende klimaat allesoverheersend aanwezig zijn. Hulp zoeken bij natuurlijk denkende
mensen die geen geestelijk inzicht hebben is in een dergelijke situatie totaal zinloos. Niet voor niets schreef
Paulus daarover in 1 Cor. 2:14: “Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van
de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen
is” (NBG 1951).
Als mensen gebonden raken en de demonen een claim op iemand hebben kunnen krijgen (bijvoorbeeld doordat men zich heeft
beziggehouden met occultisme of als gevolg van een vervloeking) kunnen angst en zwaarmoedigheid langdurig zijn. Er zijn
massa's kinderen Gods die in zo'n geval naar de dokter zullen vluchten. De medische maffia heeft echter, zoals te verwachten
was, ondanks zijn magazijnen vol antidepressiva (= zwaar vergif) geen oplossing voor problemen waarvan de oorzaak een
geestelijke is. De modale kerkganger met zijn of haar hervormde, gereformeerde of vergelijkbare religie heeft
er absoluut geen weet van dat hij/zij in een dergelijke situatie te maken heeft met precies die vijanden waarover meneer
de dominee geen zinnig woord weet te zeggen omdat de kennis van de geestelijke strijd al eeuwenlang uit de theologie
van de arme man is weggeredeneerd.
Toelichting 3. Wat voor de
zogenaamde “psychische problemen” opgaat is net zo goed van toepassing op veel lichamelijke kwalen. Want
ook vanwege deze langdurige klachten levert men zich geregeld over aan de “genade” van de medische
wetenschap, die vervolgens met een lading gifmengsels (inclusief een nog veel grotere lading schadelijke bijwerkingen)
het probleem alleen maar groter maakt. Er zijn, zoals hierboven al is gemeld, nogal wat kinderen Gods die hun
vertrouwen liever stellen op het bedrog van de medische en de farmaceutische maffia dan dat zij gehoorzamen aan Gods
opdracht om de geestelijke strijd te voeren tegen de ziektemachten die zich meer dan eens achter deze kwalen
verschuilen. Wanneer men hier op wordt gewezen is aan de glazige of spottende blik al gauw te zien dat men allang
betoverd is door de demonen in kwestie. Het is uiteraard niet zo dat iedere kwaal of ziekte een direct gevolg is van
het werk van boze geesten. Sinds de zondeval ligt de schepping onder de vloek van de zonde en de dood. Ook het
lichamelijke aftakelingsproces dat wij allemaal bij het ouder worden ondergaan is een gevolg van die vloek. Dat houdt
in dat ziekten en kwalen ook een indirect gevolg zijn van deze vloek en lang niet altijd het directe gevolg zijn van de
activiteiten van demonen. Daar komt nog bij dat de mens zelf zijn eigen gezondheid sterk kan beïnvloeden. Niet
voor niets lezen we in Spreuken 17:22: “Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een
verslagen geest doet het gebeente verdorren”.
Het valt me overigens telkens weer op dat aan mensen die er een ronduit wetteloze levensstijl op nahouden heel vaak is
te zien dat de zonde hun uiterlijk opvallend snel aantast. Dit verschijnsel noem ik “het verlopen koppen
syndroom” en dit uit zich dan ook eerst en vooral in de zich zeer snel uitbreidende “kraaienpoten”,
in een huid die veel weg heeft van een verfrommelde oude krant, in een kapot gerookte stem en in meer van dergelijke
slijtageverschijnselen. Geregeld kom ik vrouwen op leeftijd tegen aan wie al van verre is te zien dat ze iedere ochtend
minstens twee uur in de steigers staan om de pleisterlaag te kunnen restaureren die de gevolgen van hun vijandschap
tegen God moet verbergen. Ik doel nu dus op die vijftigplussers die nog wanhopig proberen er minstens dertig jaar
jonger uit te zien. Vergeefse moeite. Op het ontevreden gezicht is overduidelijk het besef af te lezen dat ze deze
strijd aan het verliezen zijn. En dat zat er dik in. Want zolang de mens in zijn onverschilligheid tegenover zijn
Schepper blijft leven en er de voorkeur aan geeft om in zonde te blijven leven zullen de boze geesten het (geestelijke)
leven uit hem wegzuigen en sterft de mens uiteindelijk in een eeuwige verlorenheid.
Kortom: de zonde vernietigt de mens, de zonde tast zijn/haar gezondheid aan en de zonde versnelt ook aanzienlijk het
lichamelijke aftakelingsproces. Dus wat heeft een mens te winnen als hij of zij de zonde ongehinderd als koning laat
heersen in zijn of haar sterfelijke lichaam? Iets waarvoor de apostel Paulus juist waarschuwde in Rom. 6:12: “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan
zijn begeerten zoudt gehoorzamen....” (NBG 1951). Voor wie de zonde toch laat regeren in zijn of haar leven had
Jezus deze boodschap in Lucas 9:24-25: “Want ieder, die zijn leven zal willen behouden,
die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het behouden. Want wat baat het
een mens, als hij de gehele wereld wint, maar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?" (NBG 1951). Wie zijn
leven wil behouden zit namelijk nog vast aan zijn oude leven. Dat oude leven waarin de zonde als koning heerst. Wie dat
niet wenst prijs te geven zal zowel geestelijk als lichamelijk schade lijden. Dat laatste uit zich o.a. in een
voortsnellend aftakelingsproces. Het spreekt voor zich dat in een dergelijke situatie ziekten en kwalen vrij spel
hebben. Ook al worden die niet direct door de aanvallen van boze geesten veroorzaakt, het zich laten beïnvloeden
door deze geesten en het (als gevolg daarvan) in zonde blijven leven heeft onvermijdelijk wetteloosheid tot gevolg
waardoor de vloek van de zonde de lichamelijke gezondheid aanvreet.
En mocht het dan eens gebeuren dat een evangelist in de eigen woonplaats neerstrijkt met zijn
“genezingscampagne” welke op de reclameborden wordt aangekondigd met (bijvoorbeeld) de leuze: “Ga
richting het wonder”, dan zullen daar gegarandeerd massa's kinderen Gods op afstuiven die met de zojuist
beschreven wereldse levensstijl God dagelijks tergen. Er is in ieder geval één ding waar wij zeker van kunnen
zijn: zolang deze huichelaars zich niet radicaal bekeren van hun halfslachtige houding tegenover het evangelie heeft
Jezus geen boodschap aan hun ziekten en kwalen. Dat lezen wij namelijk in Jacobus 5:16:
“Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt” (NBG
1951).
Toelichting 4. Het kan voorkomen
dat de boze geesten een langdurige aanval inzetten door onze geest zwaar onder druk te zetten. Ik weet uit ervaring
dat het door die geestelijke druk zelfs moeilijk kan zijn om adem te halen. Dit kan worden ervaren alsof er a.h.w. een
blok beton van 1000 kilo op de borstkas drukt. Het lichaam reageert er in dat geval dan ook merkbaar op. Deze vorm van
aanvallen is nogal eens een langdurige. Het is duidelijk een gewelddadige vorm van aanvallen en de ervaring heeft me
geleerd dat het kan voortkomen uit wraak, nadat de boze geesten een nederlaag onder ogen hebben moeten zien of als ze
om wat voor reden dan ook een poging doen om de discipel van Jezus ten val te brengen. In de gemeente waarin ik destijds
opgroeide kon het gebeuren dat men naar voren kwam om voorbede en hulp te ontvangen. Natuurlijk is het op zichzelf helemaal
bijbels om daar in de eigen gemeente voor te laten bidden. Zoals te verwachten was kan echter de neiging om ook vanwege
de geringste tegenwerking vanuit de geestelijke wereld al naar voren te vliegen snel tot een gewoonte worden. Dat ontaardt
dus in een massaal wegvluchten van het lijden om Christus' wil. Zelf zei Jezus daarentegen over Zijn lijdenstijd in
Joh. 12:27: “Nu is mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze
ure! Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen” (NBG 1951). Jezus zei hier feitelijk: “Het is de wil van de
Vader dat ik hier doorheen ga en daarom vlucht ik er niet voor weg”. Datzelfde probeerde ook de apostel Petrus
aan zijn lezers over te brengen toen hij schreef in 1 Petr. 4:12-13: “Geliefden, laat
de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u
naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring
zijner heerlijkheid” (NBG 1951).
Er kunnen dus tijden zijn dat wij die vuurgloed van beproevingen over ons heen moeten laten komen zonder dat wij voortdurend
zoeken naar een uitweg. Jezus gaf zelf hierin het voorbeeld en was gehoorzaam tot de dood. Ook koning David wist in
zijn tijd wat benauwdheid was, zoals hij liet blijken in o.a. Psalm 138:7: “Wanneer ik
wandel te midden van benauwdheid, behoudt Gij mij in het leven; tegen de toorn van mijn vijanden strekt Gij uw hand
uit, en uw rechterhand verlost mij”. David kon temidden van moeilijke tijden uit ervaring getuigen dat God zelf
met zijn vijanden afrekende.
Zelf heb ik me in tijden van benauwdheid meer dan eens voorgehouden wat ik las in Jesaja 50:6-11:
“Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet
verborgen voor smadelijk speeksel. Maar de Here Here helpt mij, daarom werd ik niet te schande; daarom maakte ik mijn
gelaat als een keisteen, want ik wist, dat ik niet beschaamd zou worden. Hij is nabij, die mij recht verschaft; wie
wil met mij een rechtsgeding voeren? Laten wij samen naar voren treden. Wie zal mijn tegenpartij in het gericht zijn?
Hij nadere tot mij. Zie, de Here Here helpt mij, wie zal mij dan schuldig verklaren? Zie, zij allen vergaan als
een kleed, de mot zal ze verteren. Wie onder u vreest de Here, wie hoort naar de stem van zijn knecht? Wanneer hij in
diepe duisternis wandelt, van licht beroofd, vertrouwe hij op de naam des Heren en steune op zijn God. Zie, gij
allen die vuur ontsteekt, u met brandpijlen uitrust, gaat in de vlam van uw eigen vuur en onder de brandpijlen
die gij aangestoken hebt. Van mijn hand overkomt u dit, in pijn zult gij neerliggen”.
Om de zware geestelijke druk te kunnen weerstaan waarmee de boze geesten ons geloof willen verpletteren en onze geestelijke
weerstand willen breken hebben wij wel eens een lange adem nodig. In Hebr. 10:36 staat dat
zo: “Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is”
(NBG 1951). Als ons geloof ondanks de (langdurige) aanvallen van de boze geesten standhoudt en sterker wordt zijn we
ook werkelijk in staat om te doen wat we in Ef. 6:16 in de beschrijving van de geestelijke
wapenrusting lezen: “Neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende
pijlen van de boze zult kunnen doven” (NBG 1951).
Daar zijn ze weer: die brandende pijlen die ook in Jesaja 50 als hét aanvalswapen van de vijand worden genoemd.
Samengevat: door de verdrukking, die door de satan juist is bedoeld om ons geloof te vernietigen, groeit ons geloof
en dankzij dat sterk geworden schild van het geloof doven wij de brandende pijlen die, bijvoorbeeld in de vorm van angstaanvallen
of negatieve gedachten in wat voor vorm dan ook, op ons afgevuurd worden. Over dit door verdrukking sterk geworden geloof
lezen wij vervolgens in 1 Joh. 5:3-4: “Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden
bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar, want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning,
die de wereld overwonnen heeft; ons geloof” (NBG 1951). Het lijkt er dus alleszins op dat de satan
door zijn pogingen om de discipelen van Jezus ten val te brengen feitelijk aan precies het tegenovergestelde meewerkt.
En daarmee bewerkt hij zijn eigen ondergang. Want ook dit is de wraak van God: als de satan eenmaal in de poel van vuur
en zwavel zal zijn gedumpt zal hij tot in eeuwigheid knarsetandend herinnerd worden aan het feit dat hij vrijwillig
aan zijn eigen nederlaag heeft meegewerkt.
Toelichting 5. Het zou niet
mogen gebeuren maar zoals we hierboven al hebben vastgesteld was dit ooit ook al de ervaring van de apostelen.
Waaronder Paulus, die hen omschreef als valse broeders (in 2 Cor. 11:26). En laat ik
hierbij ook mijn eigen ervaringen niet vergeten. Ik heb het destijds zien gebeuren dat bepaalde gemeenteleden
aanvankelijk nog lieten blijken op de smalle weg te wandelen maar gaandeweg veranderde het klimaat dat zij verspreidden
en maakten zij zich schuldig aan rebels gedrag. Het is aangrijpend te beseffen dat deze mensen, nadat zij van het
evangelie zo goed op de hoogte zijn geweest, op een dergelijke manier tot afvalligheid verleid werden terwijl je weet
dat de hel barstensvol zit met mensen die ooit van het evangelie op de hoogte waren maar er geen gehoor aan wensten te
geven, óf het weer de rug toekeerden. Met dramatische gevolgen. Dat beseffen zij daar beneden nu allemaal maar een
weg terug is er voor hen niet. De mens is als mens geschapen en als mens, in een lichaam wonend, zal hij of zij een
keuze moeten maken. Eenmaal gestorven en dus dat lichaam verlaten hebbende is de genadetijd voorgoed voorbij. Als de
gemaakte keuze inhoudt dat zij (opnieuw) leringen van boze geesten achterna gaan lopen en daarmee verraad plegen aan
het evangelie van verlossing geldt voor deze valse broeders (en zusters) wat we lazen in Hebr.
6:4-6: “Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben
en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de
komende wereld, en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de
Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken”.
Uiteraard zullen deze afvalligen van zichzelf geloven op de goede weg te zijn en zullen zij de schijn ophouden het
gelijk aan hun kant te hebben. Maar zodra zij als gevolg van deze verleugening door boze geesten onbijbelse leringen
gaan verspreiden binnen een gemeente en hen wordt daarbij een halt toegeroepen, dan komen hun ware bedoelingen en komt
hun ware aard aan de oppervlakte. En niet alleen dat, ook hun inwoners (de boze geesten) verraden hun aanwezigheid als
hun kwaadaardige bedoelingen ontmaskerd worden door die broeder of zuster die dankzij een werkelijk geestelijk inzicht
tijdig ingrijpt. Dat kan bijzonder stevige confrontaties tot gevolg hebben. Zo heb ik het meer dan eens meegemaakt dat
ik een paar vlammende ogen tegenover me zag die mij deden denken aan een uitspraak van een voorganger die een
dergelijke uitbarsting van woede eens beschreef met de woorden: “Je zag ze voor de ramen zitten”. Het moge
duidelijk zijn dat hij hiermee doelde op de boze geesten die zich ondertussen in de afvallige broeder of zuster hadden
genesteld.
Over deze afvalligen had de apostel Petrus het volgende te melden in 2 Petr. 2:20-22:
“Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus
Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de
eerste. Het zou immers beter voor hen geweest zijn, geen kennis verkregen te hebben van de weg der gerechtigheid, dan
met die kennis zich af te keren van het heilige gebod dat hun overgeleverd is. Hun is overkomen, wat een waar
spreekwoord zegt: Een hond, die teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of: een gewassen zeug naar de modderpoel”
(NBG 1951).
Een al heel oude list die desondanks door deze afvalligen nog steeds uit de trukendoos wordt gehaald als zij door
iemand met geestelijk inzicht worden ontmaskerd of als zij (stevig) worden aangepakt is de leugen dat die persoon
liefdeloos bezig is. Waar de boze geesten in zo'n geval listig misbruik van maken is de schijn die deze rebellen nog
kunnen ophouden dat ze “toch ook een broeder of zuster zijn”. Dus wee de barbaar die zijn eigen broeder of
zuster onder handen durft te nemen! Grote kans dat deze “barbaar” zijn bijbel beter heeft gelezen dan de
splijtzwammen die zich zo gewillig door de hel laten gebruiken. Over dergelijke afvalligen had Judas het toen hij
schreef in Judas vers 4: “Want er zijn zekere mensen binnengeslopen - reeds lang tevoren
tot dit oordeel opgeschreven - goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser
en Here, Jezus Christus, verloochenen” (NBG 1951). Even verderop in Judas vers 10-11
wordt er met hun masker van vroomheid nog verder afgerekend: “Zij echter lasteren al wat zij niet kennen en in
hetgeen zij, gelijk de redeloze wezens, van nature weten, ligt hun verderf. Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn
opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder
gegaan” (NBG 1951). Zij zijn de weg van Kaïn opgegaan. Deze Kaïn bevond zich ooit op de goede weg maar
ondanks Gods waarschuwing liet hij zich verleiden tot het doden van zijn eigen broer, zoals hierboven al even ter
sprake is gekomen. Deze Kaïns bevinden zich nog steeds binnen de muren van veel gemeenten. Als gewillige
handlangers van de boze geesten vormen zij een gevaar dat daarom hard aangepakt moet worden. Dit gebeurt echter nog
veel te weinig. Het wordt dan ook hoog tijd dat kinderen Gods massaal op de knieën gaan en werkelijk ernst gaan
maken met hun verborgen omgang met Gods Heilige Geest, dat zij de bijbel grondig gaan bestuderen en zo inzicht krijgen
in de geestelijke wereld. Grote kans dat ze vervolgens tot de ontstellende ontdekking zullen komen dat ze door veel
meer boze geesten worden geobserveerd dan ze ooit
hadden vermoed.
Toelichting 6. Ook al ligt
het voor de hand dat de onbekeerden, doordat zij het eigendom van de satan zijn, door diezelfde satan naar believen
ingezet kunnen worden om de uitbreiding van Gods Koninkrijk tegen te werken, toch is het mijn eigen (ruim veertig jaar
lange) ervaring geweest dat het in de meeste gevallen de “broeders en zusters” waren die de meeste spanningen,
scheuringen en nog een scheepslading vol andere ellende op hun geweten hebben gehad. Dat kunnen kinderen Gods zijn die
tijdelijk de weg kwijt zijn en/of een crisis in hun leven doormaken waardoor zij makkelijker dan anders door de boze
geesten te beïnvloeden zijn. Als zij oprecht zijn zal de Heilige Geest hen achteraf toch weer kunnen corrigeren
zodat zij de smalle weg weer terugvinden. Een heel ander verhaal wordt het als die oprechtheid is verdwenen en, zoals
bij het vorige punt al is besproken, zij afvallig worden en weer in de klauwen van de satan terechtkomen. Dit zijn de
afvalligen die weer gelijk zijn geworden aan de goddelozen en uiteindelijk het lot van al Gods vijanden zullen delen.
Voordat er met hen zal worden afgerekend zijn deze vijanden van het kruis maar al te vaak gewillige speelballen in de
handen van boze geesten waarbij zij één ding tegen zich hebben en dat is dit: door hun overduidelijke vijandigheid
zijn ze makkelijk te herkennen als vijanden van God en vijanden van het evangelie. Zelfs al zullen zij met list en bedrog
te werk gaan om onopgemerkt te kunnen blijven, dan nog zal hun door blinde haat gekenmerkte gedrag hen verraden. Meestal
echter zullen goddeloze mensen geen moeite doen om hun vijandigheid tegenover God te verbergen.
Zouden wij de talloze manieren willen opsommen waarop de goddelozen door boze geesten worden ingezet om kinderen Gods
wereldwijd te vervolgen, te doden, te martelen, te bestelen, in gevangenissen te gooien enz. enz. dan wordt dit een
ontstellend lange lijst. Daarom doe ik bij dezen een beroep op het voorstellingsvermogen van de lezer en beperk ik mij
nu tot enkele feiten waaraan de “nieuws”diensten op deze wereld geen aandacht wensen te besteden. Omdat
deze leugenbureaus, zoals te verwachten was, in dienst van de satan staan.
Één zo'n feit betreft de vervolging van kinderen Gods in landen waar de demon van de Islam het voor het zeggen
heeft. Wat ik hier omschrijf als “de demon van de Islam” mag gerust letterlijk worden genomen. Het rijk
van de satan is namelijk onderverdeeld in een stortvloed aan heidense religies en elke religie valt onder de verantwoordelijkheid
van een demon met veel macht. Dat deze demon van de Islam zich als “Allah” laat vereren en daarom miljoenen
mensen binnen deze lering van boze geesten gevangen houdt mag eigenlijk geen verbazing wekken maar gegarandeerd
dat er lezers zullen zijn bij wie de haren nu recht overeind staan na dit gelezen te hebben (vooropgesteld natuurlijk
dat de lezer in kwestie nog haar heeft). Op een andere pagina van deze site is aan
de Islam al de nodige aandacht besteed en daarom beperk ik mij nu tot enkele opmerkelijke ontwikkelingen rond deze
“religie van de angst”.
Rond de tijd dat ik deze woorden schreef waarde de angst voor de Islam door Nederland. Het was te verwachten dat als
gevolg daarvan politici zich (als beroepsleugenaars) massaal in allerlei bochten zouden kronkelen om de waarheid rond
deze lering van boze geesten te overschreeuwen. De aanleiding voor deze leugencampagne was de film Fitna. Een
film waarin de Koran werd ontmaskerd als een boek dat aanzet tot geweld en tot een aan hysterie grenzende onverdraagzaamheid
tegenover de “ongelovigen” (lees: alle niet-Moslims). Dat dit een juiste conclusie is werd overigens, mocht
de lezer dit alweer vergeten zijn, weer eens bevestigd toen ten tijde van alle opwinding rond de Deense cartoons massa's
op wraak beluste Moslims plunderend, brandstichtend en rovend door de straten van Europa trokken. Wie daar in Nederland
de aandacht op durft te vestigen ziet bijna een heel volk tegenover zich staan en dat allemaal omdat hij/zij de moed
heeft om de zondvloed van Moslims aan de kaak te stellen, die doelbewust en dus met medeweten van de corrupte
Europese politici ook Nederland overstroomt.
Dit alles heeft in ieder geval weer eens overduidelijk gemaakt dat er een geestelijke oorlog aan de gang is. Een
oorlog die wordt aangevoerd door boze geesten die door middel van een demonische religie de restanten van het “christendom”
in Nederland willen uitroeien. En niet alleen dat maar vooral om ook te kunnen afrekenen met de discipelen van Jezus
die in Nederland leven. Je moet het maar doorhebben. En laat het nou juist niet de bedoeling zijn van de demonen
die deze zondvloed op gang hebben gebracht dat de kinderen Gods dit complot doorzien!! Zo kwam ik al een aantal
berichten tegen waarin door het monsterverbond van Protestantse kerken in Nederland werd aangemoedigd om voor
de Moslims in de bres te springen. Men is met blindheid geslagen voor de werkelijke aard van een religie die in één
zin kan worden samengevat, en wel deze: “De Islam is niet een op zichzelf staande religie maar een militair
systeem dat een religie van de angst toepast om een kadaverdiscipline af te dwingen”. Een militair systeem!
En wee de Moslim die zich bekeert tot Jezus Christus. Die wordt, geheel volgens de regels van een militair systeem,
als deserteur behandeld en voor de “krijgsraad” gesleept. Dat die krijgsraad meer dan eens de eigen
familie blijkt te zijn wordt door de corrupte politiek in Nederland huichelachtig verzwegen. Die eigen familie blijkt
er vervolgens geen enkele moeite mee te hebben om de “deserteur” te doden. Geheel volgens het regiem van
de kadaverdiscipline zoals dat door de boze geesten in stand wordt gehouden.
Het lawaai van leugenachtige politici die om het hardst krijsten dat de meeste Moslims geen terroristen zijn, is nog
zo'n misleiding die hen door dezelfde boze geesten in de mond is gelegd. Want wat er wordt verzwegen is dat mensen die
onder de vloek van de Islam (en dus onder de vloek van de boze geesten) leven door diezelfde boze geesten naar believen
in een handomdraai geactiveerd kunnen worden, dus ook die grote massa zogenaamd “gematigde” Moslims
die nu nog op stand-by staan maar ondertussen wel achter de hand worden gehouden! Wanneer dat gebeurt is het
resultaat een krijsende, tierende en wraakzuchtige menigte wilden die letterlijk als bezetenen tekeergaan. Alleen een
radicale bekering tot de Schepper van deze wereld, Jezus Christus, kan deze zondaren verlossen van hun overheersers:
de demonen die hun gedachten beheersen. Al het gekronkel van o.a. de leugenachtige politici heeft in ieder geval weer
eens één ding bevestigd en dat is wat de apostel Paulus schreef over de ongelovigen wier overleggingen
de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen!!
Dat deze lering van boze geesten aan miljoenen mensen al vanaf hun geboorte een op haat en angst gebaseerde religie
opdringt, waar niemand van hen om heeft gevraagd, is nog zo'n feit waar de meerderheid van de ook met geestelijke
blindheid geslagen christenen in Nederland over zwijgt als het graf. En wanneer deze blinde christenen wel spreken is
het slechts een stem uit dat graf. Want wat het dramatisch uitgeholde evangelie van het geestelijk dode, christelijke
Nederland wel voortbrengt is de steeds vaker gehoorde demonische misleiding dat de “God van de christenen”
en de Allah van de Islam dezelfde god zijn. Het geestelijke Babylon laat hier weer eens van zich horen en waar dat gebeurt
wordt een beerput vol ongerechtigheid opengetrokken. De gruwelijke realiteit is daarentegen dat al die miljoenen Moslims,
zonder dat zij Jezus Christus als hun Verlosser willen aannemen, gedoemd zijn om door de demonen die hen gevangen
houden naar de eeuwige verlorenheid meegesleurd te worden. Omdat zij leven in de situatie waaraan de apostel Paulus
zijn lezers herinnerde toen hij in 1 Cor. 12:2 schreef: “Gij weet, dat gij, toen gij
nog heidenen waart, u blindelings naar de stomme afgoden liet heendrijven” (NBG 1951).
Wat ons daarom bezig hoort te houden is in de eerste plaats het besef dat er miljoenen Moslims zijn die aan de rand van een bodemloze afgrond staan en gedoemd zijn daarin te worden meegesleurd als zij niet willen erkennen dat zij zich tot een stomme (zichzelf Allah noemende) afgod hebben laten heendrijven. Een afgod dus waar een hele dikke demon achter schuilgaat. Om die reden is het ook voor de discipelen van Jezus in Nederland belangrijk iedere gelegenheid die zich voordoet aan te grijpen om deze verlorenen het evangelie te brengen. Daarnaast zullen we moeten beseffen dat de Islam een leger is dat in dienst staat van boze geesten met o.a. het doel de kinderen Gods om te brengen. Zullen hun plannen ook lukken? Dat is nog zeer de vraag. Er zijn vele plannen geweest die door boze geesten uitgevoerd zouden worden maar die door Gods ingrijpen en met behulp van engelen niet konden worden uitgevoerd. Want er is maar Één die alle macht heeft in de hemel en op deze aarde en dat is Jezus Christus. En dat niet alleen: Hij heeft ook een zeer groot leger engelen tot Zijn beschikking. Die engelen zijn voortdurend in gevecht met de boze geesten. Dus ook al laten de boze geesten de ongelovige mensen het vuile werk opknappen, de discipelen van Jezus staan er niet alleen voor. En zelfs daar waar zij zelf niet kunnen komen is de Heilige Geest bezig een werk te doen, waardoor er in diverse Moslim landen (zonder tussenkomst van mensen) opvallend veel Moslims tot bekering komen. Dit is trouwens nog zo'n feit dat door de dienaren van de satan angstvallig wordt verzwegen omdat dit een gruwelijke nederlaag is voor de horden boze geesten die voortdurend bezig zijn de Moslims in hun macht te houden. Vergeefse moeite. De natuurlijke wapens van geweld en onderdrukking, van wreedheid en moord zijn voor de Schepper van deze wereld geen partij. Ook iedere goddeloze die met dergelijke middelen een aanval doet op de discipelen van Jezus zal er achter komen hoe waar het is wat David, vlak voordat hij de reus Goliath versloeg, tegenover deze Filistijn beleed in 1 Samuël 17:47: “En deze gehele menigte wete, dat de Here niet verlost door zwaard en speer. Want de strijd is des Heren en Hij geeft u in onze macht”. Slechts enkele ogenblikken later was deze goddeloze dood.
Toelichting 7. Van de
gewelddadige aanvallen zijn de aanvallen die op de eigen persoon zijn gericht het makkelijkst te onderscheiden en is de
aanwezigheid van de demonen onmiskenbaar. Minder voor de hand liggend zijn technische storingen omdat men aanvankelijk
nog geneigd is te denken dat demonen daar geen macht over hebben. De ervaring heeft me ondertussen wel geleerd dat
vooral de apparatuur die werd gebruikt voor de evangelieverkondiging het nogal eens liet afweten. Omdat storingen nooit
voor 100% uitgesloten kunnen worden lijkt het aannemelijk dat het ook in zo'n geval slechts stom toeval is. Echter....
wanneer het veroorzaakte oponthoud op een uitzonderlijk ongelegen moment optreedt waardoor de evangelieverkondiging
sterk gehinderd wordt en onze geest zich als reactie daarop in een heilige verbolgenheid verheft, ook vanwege het
begeleidende demonische klimaat van verzet tegen het werk voor Gods Koninkrijk, dan zijn het gegarandeerd de
handlangers van de satan die de tegenaanval hebben ingezet. En is de oorzaak van de technische storing een geestelijke
oorzaak.
Dit kan ook het gevolg zijn van een vloek die is uitgesproken door een persoon die zich bezighoudt met occultisme en
toverij. Deze beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld is mogelijk doordat de natuurlijke wereld onderworpen is
aan de geestelijke wereld. De natuurlijke wereld is namelijk voortgekomen uit die geestelijke, bovennatuurlijke wereld.
Alle materie waaruit de natuurlijke wereld is opgebouwd wordt in stand gehouden door bovennatuurlijke wetten. Het is
zelfs zo dat materie uit energie blijkt te bestaan. Ook die energie is bovennatuurlijk. Mensen die door tovenarij en
occultisme een verbond met de boze geesten hebben gesloten, hebben zich daardoor in de eerste plaats onderworpen aan
die boze geesten. Uiteraard vinden zijzelf dat ze er door die bovennatuurlijke krachten alleen maar beter van zijn
geworden terwijl de keiharde realiteit is dat zij zichzelf aan de macht van de demonen hebben onderworpen in ruil voor
occulte krachten. Een ruilhandel met de duivel loopt altijd slecht af en daarvan kunnen al vele miljoenen occultisten
getuigen die na hun dood door diezelfde geesten met wie zij een “verbond” hadden gesloten naar het
dodenrijk werden meegesleurd. Zij zouden zich nu maar al te graag willen bekeren maar beseffen eveneens dat ze daar de
kans niet meer voor krijgen en dus voor eeuwig verloren zijn. Het resultaat in deze natuurlijke wereld is in ieder
geval dat ook vloeken die dergelijke occulte griezels uitspreken over voorwerpen effect kunnen hebben. En dat zullen
zij zeker niet nalaten als dat apparatuur of andere hulpmiddelen betreft die voor de verkondiging van het evangelie
worden gebruikt. Wat uiteraard niet wegneemt dat er ook om tal van andere redenen door deze tovenaars gebruik wordt
gemaakt van hun bovennatuurlijke, demonische macht. Uiteindelijk zullen al deze vervloekte mensen, levend onder de
vloek van de boze geesten met wie zij een verbond hadden gesloten (in het geval zij zich daarvan niet hebben bekeerd)
de eeuwige vloek ondergaan. Het zich bezighouden met occulte zaken wordt in de bijbel bijzonder hard veroordeeld. In
1 Samuël 15:22-23 wordt de ongehoorzame koning Saul door de oude Samuël veroordeeld
om zijn weerspannigheid. In de knetterende veroordeling die Samuël uitsprak vergeleek hij ongehoorzaamheid en
weerspannigheid met toverij en, de al net zo occulte, afgoderij. Occultisme en afgoderij zijn de zwaarste zonden die
een mens kan begaan omdat het de mens rechtstreeks verbindt met en hem onderwerpt aan de boze geesten. Ongehoorzaamheid
wordt door God als een net zo grote zonde gezien en dat werd hier door Samuël tegenover de ongehoorzame koning
Saul als volgt onder woorden gebracht: “Heeft de Here evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als
aan horen naar des Heren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen.
Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeglijkheid is afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij
het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”.
Ongehoorzaamheid aan God maakt de mens namelijk gehoorzaam aan de satan. En wie gehoorzaam is aan de satan onderwerpt
zich aan hem, zoals ook alle tovenaars en occultisten dat doen. Ook bij de eerste zonde in de hof van Eden onderwierp
de mens zich door ongehoorzaamheid aan de macht van de satan. Daarom was het door Jezus' offer van
gehoorzaamheid dat de macht van de satan werd gebroken. Tegenover de ongehoorzaamheid van de eerste Adam stond
de gehoorzaamheid van de tweede Adam: Jezus Christus. Dit is precies waar de apostel Paulus de aandacht op vestigt in
Rom. 5:18-19: “Derhalve, gelijk het door een daad van overtreding voor alle mensen tot
veroordeling gekomen is, zo komt het ook door een daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten
leven. Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van een mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook
door de gehoorzaamheid van een zeer velen rechtvaardigen worden” (NBG 1951).
Maar zolang de satan nog de overste van deze wereld is zullen er ongehoorzame mensen rondlopen en of de boze geesten nu
van hun diensten gebruikmaken of dat zij zelf hun bovennatuurlijke krachten in de strijd werpen voor het
beïnvloeden en onklaar maken van apparatuur, het blijft een feit om rekening mee te houden.
We lazen hierboven in Lucas 10:19: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en
schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (NBG 1951).
Er is maar weinig anders in het evangelie van het Koninkrijk Gods dat zo massaal en hardnekkig is genegeerd door de
kinderen Gods sinds de tijd van de apostelen dan juist deze opdracht van Jezus aan Zijn discipelen. Een opdracht??
Absoluut! Dit was namelijk niet slechts een terloopse mededeling maar een opdracht aan de twaalf discipelen van Jezus
én aan iedere andere discipel sindsdien. Een opdracht om hardhandig op te treden tegen de legers van de satan die
deze wereld terroriseren. En juist daarom hebben de boze geesten zich eeuwenlang uit de naad gewerkt om de ernst en de
noodzaak van deze opdracht aan de gemeente van Jezus Christus tot een vergeten geluid uit een ver verleden te maken.
Met als resultaat dat de kerken van het geestelijke Babylon de Goddelijke opdracht om een oorlog te voeren tegen de
legers van de satan compleet negeren. Zoals in het voorgaande al is benadrukt is de geestelijke oorlog tegen de horden
boze geesten iets waarvoor de lafhartigen met de staart tussen de poten ijlings wegvluchten. Ik heb ze zien vluchten.
En toch.... is er een minderheid die wel gehoorzaam is aan het evangelie en aan de opdracht om deze oorlog aan te
leren.
Hoe klein die minderheid is lazen we ook al in Matth. 7:13-15: “Ga binnen door de nauwe
poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen
gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden”. Er
is een sterke wil nodig om die enge poort te kunnen vinden en er is volharding nodig om vervolgens die smalle weg te
blijven gaan. Dat deze gezindheid een zeldzaamheid is blijkt ook nog eens uit het feit dat er binnen het
“christendom” een stortvloed aan valse leringen (van boze geesten), dogma's en tradities bestaat terwijl
maar zelden, zeer zelden zelfs, iets valt te horen over het leger dat Jezus aan het opleiden is.
Dit is eeuwenlang uit het evangelie gefilterd en daar werd ik meer dan eens aan herinnerd door de felheid, de
vijandigheid en het opvallend lompe gedrag van zogenaamde christenen die met vlammende ogen andersdenkenden nog net
niet naar de strot vlogen zodra het bestaansrecht van Israël als “Gods volk” vanuit de bijbel werd
weerlegd. Wat vandaag de dag voor “Israël” moet doorgaan is slechts een door de boze geesten gebruikt
masker dat de aandacht moet afleiden van waar het evangelie van Jezus Christus werkelijk over gaat. De hysterische
reacties van dergelijke “Israëlfanatici” maakten mij overtuigend duidelijk dat er zeer agressieve
vrome leergeesten aan het woord waren. En
dat was te verwachten. De satan wéét dat het leger van heiligen dat in de eindtijd onder leiding van Jezus
zijn rijk zal vernietigen bezig is vorm te krijgen. In Rom. 8:16-21 wordt door Paulus over dat
leger gezegd: “Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij
ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om
ook te delen in zijn verheerlijking. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt
tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het
openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om
(de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid
aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods” (NBG 1951). In
andere bewoordingen werd hier door Paulus gezegd: door de zondeval kwam de vloek van de zonde over deze wereld. Om te
voorkomen dat dit een onomkeerbare situatie zou zijn kreeg de mens van God te horen dat hij zou moeten sterven. Al het
leven op deze aarde werd dus vergankelijk. Deze vergankelijkheid zal pas weer verdwijnen nadat het rijk van de satan
door toedoen van de zonen Gods zal zijn vernietigd.
Ook al bestaat het christendom nu nog uit een mengeling van aan de ene kant de oprechte kinderen Gods die de smalle
weg (blijven) volgen en aan de andere kant de lafhartigen en afvalligen (die zich tot op heden nog hebben kunnen
handhaven), er komt een tijd dat alle huichelachtigheid en ongehoorzaamheid genadeloos zal worden afgestraft door de
horden boze geesten die als een tweede zondvloed de aarde zullen overspoelen. Waardoor uiteindelijk alleen zij
overblijven en standhouden die de geestelijke oorlog hebben willen leren en de geestelijke wapenrusting dragen. Over
die geestelijke scheiding wordt in Openb. 22:11 gezegd: “Wie onrecht doet, moet nog maar
meer onrecht doen. En wie vuil is, moet nog maar vuiler worden. En wie rechtvaardig is, moet nog meer gerechtigheid
doen. En wie heilig is, moet toenemen in heiligheid”.
Deze steeds breder wordende kloof tussen de heiligen (de zonen Gods) en de afvallige kinderen Gods zal ten slotte een
onoverbrugbare kloof worden. Die kloof is hierboven al even ter sprake gekomen en omdat die zeer waarschijnlijk aan de
aandacht zal zijn ontsnapt volgt hier een herhaling. Het stond te lezen in 2 Thess. 2:3:
“Laat niemand u op enigerlei manier misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en
de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al
wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als god in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als god
voordoet”. Onder de verpletterende geestelijke druk die door de horden boze geesten zal worden uitgeoefend zullen
veel kinderen Gods tot afvalligheid komen. Dat werd ook in Matth. 24:10-13 door Jezus
voorspeld: “En dan zullen velen ten val komen en zij zullen elkander overleveren en elkander haten. En vele valse
profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden. En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de
meesten verkillen. Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden” (NBG 1951). Die liefde was
aanvankelijk bij vele kinderen Gods tot op een bepaald niveau nog wel aanwezig, zoals dat ook bij de dwaze maagden (in
de bekende gelijkenis van Jezus) nog het geval was. Zij houden echter geen stand onder de druk van de boze geesten en
vallen terug in de zonde en de wereld. De kloof tussen deze afvalligen en de heiligen zal dan ook alleen maar breder
worden totdat deze zo breed en onoverbrugbaar is geworden dat een definitieve scheiding is ontstaan tussen de heiligen
en de afvalligen (die tot de mensen der wetteloosheid zijn verworden). Deze afval is vandaag de dag al duidelijk
zichtbaar. In het voorgaande is daar al het nodige over geschreven.
Dit proces van afval werd door Jezus in de gelijkenis van het onkruid in de akker samengevat. In Matth. 13 vinden we die gelijkenis. Op de vraag van zijn slaven hoe het komt dat er onkruid in de akker is
gezaaid en samen met het goede graan opgroeit antwoordt de eigenaar van de akker: “Dat heeft een vijandig mens
gedaan. De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van
het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de
oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden,
maar brengt het koren bijeen in mijn schuur” (NBG 1951). Even verderop geeft Jezus aan Zijn discipelen de uitleg
hiervan en die besluit Hij met de woorden: “De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn
Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen
hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars”. Voordat het zover is zal het proces
van heiligmaking afgerond moeten zijn. Zolang dat proces nog gaande is zal een deel daarvan bestaan uit het aanleren
van de geestelijke strijd. Die strijd hoeft de discipel van Jezus niet op te zoeken want die strijd zal hem of haar wel
vinden. Wat de boze geesten kunnen uitrichten en hoe zij tekeer kunnen gaan is hierboven al redelijk uitgebreid aan de
orde geweest. En daarmee is een indruk gegeven van wat de discipel van Jezus te verduren kan krijgen. Dat is alles bij
elkaar niet iets wat veel mensen tot het einde toe vol kunnen houden.
De meelopers zullen afvallen, zoals dit al in Daniël 11:33-35 door de engel werd voorzegd
tegenover de profeet Daniël: “En de verstandigen onder het volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij
zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. Doch, terwijl zij struikelen,
zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten. Sommige van de
verstandigen zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering teweeggebracht worde, tot
aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd”. Er zijn er dus die zichzelf jarenlang
huichelachtig rekenen tot de verstandigen maar hun bedrog en huichelarij zal door de boze geesten genadeloos afgestraft
worden. Dergelijke mensen heb ik ooit zelf gekend en in het geval zij jarenlang een deel van je leven zijn geweest komt
het hard aan als uiteindelijk blijkt dat zij leringen van boze geesten achterna zijn gaan lopen, zoals dit aan
Daniël al werd voorzegd. In Matth. 13 komen we verder nog de gelijkenis van de zaaier
tegen. Als Jezus op een later tijdstip aan Zijn discipelen uitlegt wat Hij daarmee bedoelde te zeggen somt Hij op
waardoor de meeste mensen zich van de boodschap van het evangelie afkeren. Die oorzaken zijn:
Over deze egoïstische houding schreef Paulus in 1 Tim. 6:10: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord”. Nu geloof ik dat geldzucht inderdaad de wortel van zeer veel kwaad is maar ook een feit is dat er bij de eerste zonde in de hof van Eden geen enkele stuiver betrokken was, omdat geld nog niet bestond.
Echter.... wat ook maar de oorzaak is waardoor een mens tot zonde kan komen, de hierop volgende waarschuwing van
Paulus in 1 Tim. 6:11-12 geeft beslist een absolute voorwaarde weer voor iedere discipel van
Jezus om met de heiliging ernst te kunnen maken: “Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen,
doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. Strijd de goede strijd des
geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen”
(NBG 1951). Alleen door het ontvluchten van alles dat voor God een gruwel is kan de levensheiliging plaatsvinden. De
gehoorzaamheid aan Gods Woord is daarbij een absolute noodzaak. En laat nu juist op dit punt het “christendom”
tot in alle hoeken en gaten dramatisch gefaald hebben, met schrikbarende gevolgen! Zodat in Openb.
18:2 dit geestelijke Babylon zelfs “een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine
geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte” wordt genoemd. Hoe heeft dit zover
kunnen komen? Door de ongehoorzaamheid aan Gods Woord. Dat geeft de satan namelijk vrij spel. Hierover is in het voorgaande
al het nodige gezegd.
De beste tegenaanval waardoor (uiteindelijk) het rijk van de satan zal worden vernietigd én waardoor er persoonlijke
overwinningen behaald kunnen worden is daarom in de allereerste plaats: gehoorzaamheid aan Gods Woord, gehoorzaamheid
aan het evangelie van Jezus en gehoorzaamheid aan de aanwijzingen van Gods Heilige Geest.
Zo simpel is het dus. Had je hier een uitgebreide uiteenzetting verwacht met een vracht aan regels, voorwaarden, handigheidjes,
tips en dergelijke? Nee, zo ingewikkeld is het evangelie niet. De boodschap van verlossing is eenvoudig, zelfs zo eenvoudig
dat de meeste zondaren (inclusief zij die zichzelf wetenschappers noemen) er hun neus voor ophalen. De strijd tegen
de handlangers van de satan vereist geen ingewikkelde formules, geen zware studie en geen waslijst aan voorwaarden.
Wie gewoon gehoorzaam is aan Gods Woord en daar niet van afwijkt zal de aanvallen van de boze geesten (zoals die bijvoorbeeld
hierboven zijn beschreven), hoe subtiel die ook mogen zijn, leren herkennen. Wie zo bezig is zal ook ervaren dat het
Gods Heilige Geest is die ons onderwijst, ons wijsheid geeft en ons waar nodig waarschuwt. Want dat was waar Jezus op
doelde toen Hij aan Zijn discipelen beloofde in Joh. 16:12: “Nog veel heb Ik u te zeggen,
maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de
volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal
Hij u verkondigen” (NBG 1951). Wie dus aan Jezus' simpele voorwaarden wil voldoen en gehoorzaam blijft aan Gods
Woord, wie luistert naar de vermaningen, de waarschuwingen en de raad van de Heilige Geest die zal zijn geestelijke
wapenrusting steeds beter leren gebruiken, die zal ook leren om in de Naam van Jezus in de tegenaanval te gaan,
de boze geesten te binden, te bestraffen en/of uit te drijven en zal steeds verder buiten het bereik van zijn geestelijke
vijanden geraken. Zodat hij of zij ook zal kunnen getuigen wat Jezus van Zichzelf kon zeggen in Joh.
14:30: “....want de vorst van deze wereld komt en heeft geen macht over Mij”.
Dit is slechts een greep uit wat de bijbel ons hierover heeft te zeggen. En ook al is de boodschap duidelijk genoeg,
toch is.... (ik benadrukte dit bovenaan deze pagina al, maar ik herhaal het toch maar even) ....verreweg het
grootste deel van wat zichzelf “christendom” noemt niet van plan om de bijbel op dit punt serieus te nemen.
Met een verstoktheid en een huichelachtigheid die mij vele keren heeft verbijsterd leeft men voort alsof de duivel van
plastic is of slechts een vage fantasie van bijbelschrijvers die zich teveel lieten meeslepen door de mythen van de
heidense religies. Schrijvend over zijn volksgenoten herinnerde de apostel Paulus zijn lezers aan deze geestelijke
blindheid in 2 Cor. 3:14-16: “Maar hun gedachten werden verhard. Want tot heden toe
blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in
Christus verdwijnt. Ja, tot heden toe ligt, telkens wanneer Mozes voorgelezen wordt, een bedekking over hun hart,
maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen” (NBG 1951).
Het zal dan ook tijd worden dat men zich bekeert van deze halfslachtigheid. En zo niet dan is Jezus' waarschuwing aan
deze ongehoorzamen als volgt: “Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe (weder)
uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet
bekeert” (Openb. 2:5).
Dat laatste geldt zeker voor de horden charismatische christenen die maar al te makkelijk alweer een nieuwe, uit het stof der aarde opgestane, profeet achterna hollen. De meest fantastische of onheilspellende profetieën zijn door dergelijke broodprofeten al uitgesproken over deze en gene zondaar of over bepaalde steden of landen. De (omzetverhogende) “profetieën” die door deze charlatans aan de man worden gebracht hebben in ieder geval het effect dat zij de aandacht op zichzelf weten te vestigen van uitgerekend die christenen die maar amper weten waar het evangelie over gaat. Het “kijk mij eens ontzettend belangrijk zijn”-gehalte van dit soort “geestelijke generaals” toont in ieder geval aan hoe weinig ze werkelijk van het evangelie en van de geestelijke oorlog hebben begrepen. Het met veel bombarie aankondigen van alweer een stad die bevrijd zal worden van de geestelijke overheersers wekt ook telkens weer de indruk dat dit hele circus voornamelijk drijft op de kennis en kunde van een compleet leger ingehuurde marketinggoeroes. En een dergelijk leger is niet geïnteresseerd in de geestelijke oorlog. Dat leger is pas tevreden als bij vertrek de Mammon weer aan zijn trekken is gekomen en de geldbuidels dus weer stevig zijn gevuld. Ik heb begrepen dat één van deze broodprofeten ondertussen ook onze hoofdstad op de knieën dacht te krijgen maar voor zover ik weet is dat Sodom nog steeds een open riool. Allemaal veel geschreeuw dus, maar zonder inhoud. De bijbel heeft ons over het egocentrische gedrag van deze nepprofeten dit te zeggen: “Maar wie roemt, roeme in de Here; want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan” (2 Cor. 10:17,18).
Door het gehoorzaam aangaan van de strijd tegen de boze geesten en door er niet voor weg te vluchten zullen
de heiligen, die we in Rom. 8:16-21 al tegenkwamen, nadat zij hun heiliging hebben voltooid,
hun aandeel leveren in de ondergang van het rijk van de satan. Dat zien we staan in Openb.
19:11-14: “En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd
Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn
hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een
kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. En de heerscharen, die in de hemel
zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen” (NBG 1951).
Even verderop, in de verzen 19-21, wordt het moment beschreven waarop de verzamelde boze
geesten, samen met de occultisten en alle andere mensen der wetteloosheid als een groot leger afstormen op Jezus
Christus en Zijn leger. Met een dramatische afloop voor al deze kinderen van de hel: “En ik zag het beest en de
koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen
zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had,
waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden
zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam
uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees” (NBG 1951).